De Rijksdriehoeksmetiincj [S] in L door ir. J. Denekamp, hoofd van de afdeling Rijksdriehoeksmeting bij de hoofddirectie van het Kadaster te Apeldoorn. SUMMARY The Netherlands Triangulation Department in Costa Rica (2) This article is in continuation of a previous publication, which reports on a survey project in Costa Rica. The aim of the project was to improve a nationwide network of ground control points. Measurements were received through GPS. The author presents the calculations of the necessary adjustments of the new network. Inleiding Zoals in het artikel ,,De Rijksdriehoeksmeting in Costa Rica" in het maartnummer van dit tijdschrift reeds werd aangekondigd, zal nu aandacht worden geschonken aan de meer technische kant van het uitgevoerde GPS- project. Daarbij wordt ingegaan op de instrumentele kant, alsmede op de meet- en rekentechnische aspecten. Gebruikte apparatuur Voor de meting van het primaire GPS-net Costa Rica en het verdichtingsnetwerk San José werd gebruik gemaakt van zes Trimble GPS-ontvangers, te weten drie ontvan gers type 4000SX, één ontvanger type 4000SL en twee ontvangers van het type SLD. De SX- en SL-ontvangers zijn één-frequentie ontvangers, waarmee alleen het door de GPS-satellieten uitgezonden L1-signaal kan worden ontvangen, terwijl met de twee-frequentie SLD-ontvan- gers zowel het L1- als het L2-signaal kan worden gere gistreerd. Met de gebruikte GPS-ontvangers kunnen van maximaal vijf satellieten tegelijkertijd gegevens worden geregistreerd. De SL- en SLD-ontvangers beschikken over een intern geheugen, waarin de geregistreerde gegevens kunnen worden opgeslagen. Afhankelijk van de toegepaste me thode van meten konden de ontvangers voor maximaal drie dagen metingen in het geheugen opslaan. Daarna moesten de geheugens worden uitgelezen via een aan de ontvanger te koppelen draagbare computer. De meet gegevens werden opgeslagen op 3,5 inch diskettes met een opslagcapaciteit van 720 KB. De meetgegevens van de SX-ontvangers werden tijdens de metingen direct geregistreerd op diskettes via aan de SX-ontvangers ge koppelde Gridcase Plus draagbare computers. kabel. Slechts in een incidenteel geval moest gebruik worden gemaakt van twee aan elkaar te koppelen dikke 30 m kabels. Bij zowel de helix-antennes voor de L1- ontvangers als de microstrip-antennes voor de L1/L2- ontvangers werd de onderkant van de zogenaamde grondplaat aangehouden als referentiepunt voor de hoogte. Het verschil tussen de microstrip- en helix- antenne is gecompenseerd in de vorm van een optel- constante voor de antennehoogte. Naast de stroomvoorziening is de meting van de antenne hoogte bij GPS het grootste en waarschijnlijk het meest onderschatte probleem. Om eventuele fouten bij het cen treren van de antenne te kunnen ontdekken, werd ge werkt volgens de volgende procedure: het op het Wild- statief geplaatste stelschroevenblok werd met behulp van een optisch loodinstrument boven het opstelpunt gecen treerd. Daarna werd de antenne geplaatst en met behulp van een kompas georiënteerd naar het magnetisch noorden. Vervolgens werd een centreerstaaf in'het statief aangebracht en de centrering met behulp van de staaf gecontroleerd. De antennehoogte werd vervolgens ge meten met behulp van een rolmaat en een op de cen treerstaaf te klemmen adapter (fig. 2). De met de rolmaat gemeten afstand van de adapter tot de onderkant van de antenne-grondplaat levert samen met de vaste afstand 12 V 12 V 220 V accu 12 V Gridcase Plus generator 220 V De stroom voor de ontvangers werd geleverd door 12V accu's, die tijdens het gebruik in het veld werden bijge laden met behulp van Honda EM650 generatoren, terwijl op het centrale punt in San José de acculaders waren aangesloten op het lichtnet. Op deze wijze (fig. 1) kon steeds worden gewerkt met volle accu's en kon het eventueel uitvallen van generator of lichtnet worden opgevangen. De stroomkabels van het 12V-circuit waren voorzien van schroefpluggen (militaire uitvoering) om het abusievelijk los raken van de kabels te voorkomen. De antennes konden in vrijwel alle gevallen met de ont vangers worden verbonden via een dunne 20 m antenne- I I SL 12 V accu 12 V oplader generator 220 V 24 V accu 12 V I I SLD accu 12 V Fig. 1. Schematisch overzicht van de stroomvoorziening ten behoeve van de GPS-ontvangers. NGT GEODESIA 91 - 5 213

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 13