fotowedstrijd
„Zo werkt de
19
(zie p. 177 van het aprilnummer)
adres
volgnummer adres
objectomschrijving
bestemming
bestemming oorspronkelijk
bestemmingsplan
gebruik
gebruiker
verblijfseenheid-identificatie
code zakelijk recht
subjectnummer gerechtigde
kadastrale aanduiding
taxatiedatum
taxatiewaarde
waardepeildatum
referentie belastingobject
bouwjaar
inhoud
De gegevensgroep belastingobject.
Belastingsysteem in één jaar
In zijn lezing geeft ir. L. van Alphen antwoord op deze vraag.
Het is belangrijk, dat een organisatie zelf in staat is de informatie
technologie te beheersen en te gebruiken. Om dit te bereiken, is een
bedrijfskundige aanpak ontwikkeld. Deze aanpak is gebaseerd op
drie kernbegrippen.
Integrale benadering
Veel problemen blijken bij nadere analyse een gevolg te zijn van een
slechte afstemming tussen de bedrijfsprocessen en de (geautomati
seerde) informatievoorziening. Informatievoorziening wordt vaak in
technische zin benaderd, zonder dat rekening wordt gehouden met
bedrijfsmatige aspecten.
Participatie
Bepaalde vraagstukken kunnen ingrijpende acties in de vorm van re
organisaties en investeringen nodig maken. Dit betekent niet alleen
dat de realiteitswaarde zo hoog mogelijk moet zijn, maar ook dat be
trokkenen een goed begrip moeten krijgen van het nut en de nood
zaak van informatiesystemen. Door een actieve participatie vanuit de
verschillende delen van de organisatie wordt de kwaliteit verhoogd
en de vereiste veranderingen in de nieuwe situatie krijgen hierdoor
een groter draagvlak.
Resultaatgericht
Een goed begin is het halve werk. Voor een goede start is duidelijk
heid vereist omtrent doel en uitvoering, opdat zowel van de kant van
de opdrachtgever als van onze kant de juiste deskundigheid kan
worden ingezet. Dit bevordert de doeltreffendheid en maakt het
mogelijk de activiteiten binnen het overeengekomen budget en de
beschikbare tijd uit te voeren. De opdracht wordt dan snel tot uitvoe
ring gebracht, waarbij per stap steeds wordt toegewerkt naar een
concreet resultaat.
Alleen door intensieve communicatie en samenwerking gericht op
een concreet doel, waar beide partijen belang bij hebben, kan het
project slagen. In plaats van duidelijk herkenbare stappen die iedere
keer een produkt ter besluitvorming opleveren, is gekozen voor een
procesmatige ontwikkeling waarin het informatiesysteem op natuur
lijke wijze ontstaat.
Het project wordt uitgevoerd in een aantal fasen, die in elkaar over
vloeien, te weten: ontwerp, ontwikkeling en testen, en conversie en
invoering. In iedere fase hebben alle partijen een rol. In de ontwerp
fase hebben de drie genoemde partijen nauw samengewerkt om het
GFO-OGH te realiseren. Hierbij is de rol van de VNG als verantwoor
delijke en coördinerende instantie succesvol geweest. Tegelijkertijd
heeft KV Van Alphen een prototype ontwikkeld om mogelijke con
sequenties vroegtijdig zichtbaar te maken en om daarmee een repre
sentatie van de ideeën te creëren, zodat partijen duidelijk zicht
krijgen op het te bereiken eindresultaat.
Dit pilot-project Nijmegen omvat de fasen ontwikkeling en testen, en
conversie en invoering. Het project bestaat uit een aantal kleine stap
pen, waarin de gemeente Nijmegen meewerkt en deelopleveringen
van programma's en documentatie test. De gemeente Nijmegen be
trekt daar die mensen bij, die een rol spelen bij het functioneren in
de dagelijkse praktijk. Binnen de gemeente Nijmegen wordt aan
dacht besteed aan organisatie en personeel in relatie tot het nieuwe
belastingsysteem. Het pilot-project heeft tot doel een voorbeeld
functie te creëren voor de realisatie van de GFO-OGH. Het eindigt
in oktober 1991. In het project zal een systeem worden ontwikkeld,
waarin Nijmeegse gegevens worden opgenomen. Tevens zullen
demonstraties worden verzorgd om andere gemeenten te laten zien
wat de mogelijkheden zijn van het systeem in een praktijkomgeving.
De wetswijzigingen zijn voor Nijmegen externe ontwikkelingen, die
zeer relevant zijn voor de gemeentelijke informatievoorziening. Het
betreft:
taakoverheveling van de onroerend-goedbelastingen van het
Rijk naar de gemeenten;
nieuwe invorderingswet en de invoeringswet van de invorde-
ringswet;
invoering fiscalisering parkeergelden;
wet Waardebepaling Onroerend Goed (WOG).
Naast externe ontwikkeling voert de gemeente een stringent beleid
met betrekking tot klantgerichtheid en efficiency-verbeteringen. Ook
dit heeft consequenties voor het te ontwikkelen systeem.
Naast een functionaliteit die anticipeert op toekomstige ontwikkelin
gen en een integrale, eenduidige benadering van de burger, heeft
het te maken produkt een aantal specifieke kenmerken. Door de toe
passing van Oracle is het mogelijk op efficiënte wijze te ontwikkelen
en onderhoud te plegen. Oracle wordt zo gebruikt, dat het implemen-
teerbaar is op een groot aantal apparatuur-typen. Dit vergroot de
marktwaarde van het systeem. De functies zijn zo ontworpen, dat de
gebruiker op eenvoudige wijze middels menu's en functietoetsen het
systeem kan laten doen wat is gewenst. Een van de grootste winst
punten is, dat voor burgers en bestuur op eenvoudige wijze informa
tie kan worden verkregen. Dit kan de gebruiker zelf doen, zonder dat
een dure programmeur behoeft te worden ingehuurd. Een ander be
langrijk kenmerk is, dat het gemakkelijk inpasbaar is in de bestaande
organisatie. Met betrekking tot conversie en aansluiting op andere
belangrijke informatiesystemen wordt speciale know-how opge
bouwd. Ook zijn voorzieningen voor autorisatie op maat beschikbaar
als onderdeel van de totale beveiliging van het systeem.
Reactie van de redacteur
Het zal menigeen wellicht zijn opgevallen, dat in dit project het
aspect vastgoed en de integrale informatievoorziening eenzijdig wor
den belicht. Ondanks het bestaan van een waardevol „informatie
plan vastgoed" in de gemeente Nijmegen wordt niet of nauwelijks
aandacht besteed aan begrippen als informatie-uitwisseling en ge
meenschappelijk gebruik. Is de druk vanuit dit specifieke project zo
groot, dat coördinatie mag worden verwaarloosd, of is er sprake van
ad hoe management als het gaat om de integrale vastgoedinforma
tievoorziening? Een antwoord op deze vraag heb ik helaas niet.
Door de ontwikkeling en het verloop van dit project komen bij mij al
snel twee kernvragen bovendrijven:
hoe verhouden de geometrie en thematiek van een belasting
object zich tot dezelfde gegevensgroepen van de betrokken, indi
viduele, topografische elementen en hoe wordt deze vastgelegd?
hoe moet het begrip „coördinatie vastgoed" worden toegepast
door het bedrijfsmanagement. Met andere woorden: hoe moet de
bestaande bedrijfsstrategie worden aangepast om dit aspect op
verantwoorde wijze in te voeren?
Marc van de Ven
224
NGT GEODESIA 91 - 5