Een basisregistratie voor verblijfsruimten
Nadat in 1987 en 1989 de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie
(RAVI) in een tweetal rapporten voorstellen heeft gedaan met betrek
king tot een standaard voor een registratie van verblijfsruimten, komt
de VNG in 1990 met een zogenaamd GFO voor een Basisregistratie
Vastgoed. Het is interessant te bezien in hoeverre het GFO Basisre
gistratie Vastgoed van de VNG aansluit op de eerdere voorstellen
van de RAVI. Hieronder volgt een vergelijking.
Inhoud basisregistratie
Wordt de inhoud van de basisregistratie, zoals indertijd voorgesteld
door de RAVI, vergeleken met het GFO van de VNG, dan blijkt dat
het GFO, voor zover dat betrekking heeft op verblijfsruimten, in hoge
mate overeenkomt met de aanvankelijke voorstellen van de RAVI.
Echter, de RAVI stelt een meer uitgebreide registratie voor. Worden
de attributen onderling vergeleken, dan wordt het niet duidelijk waar
om bepaalde, door de RAVI voorgestelde, attributen niet zijn opge
nomen. De voorgestelde basisregistratie van de VNG is echter een
voudig uit te breiden met de gegevens uit het voorstel van de RAVI,
door de entiteit verblijfseenheid uit te breiden met de gewenste attri
buten of deze entiteit „één op één" te associëren met specifieke en
titeiten waaronder de gewenste uitbreiding aan gegevens wordt ge
registreerd.
Structuur
Aan de hand van de beschrijving van de entiteiten uit het GFO Basis
registratie Vastgoed is de voorgestelde structuur van de basisre
gistratie af te leiden. Daarbij moet worden opgemerkt, dat het GFO
niet ingaat op de aard van de associaties tussen de entiteiten en de
condities die daarbij gelden. Zo gaat de VNG niet in op de hinderlijke
gegevensafhankelijkheid van de kadastrale aanduiding. De voorstel
len van de VNG beperken zich hoofdzakelijk tot voorwaarden per at
tribuut.
technische
installatie
leiding
netwerk
pand
verblijfs
eenheid
overig
bouwwerk
adres
kadastraal
object
kunstwerk
geometrie
terrein
bouwwerk
gebouw
rechts
persoon
gebied
Fig. 1. GFO-sIructuur.
De in het GFO voorgestelde structuur is in fig. 1 nader geïllustreerd.
Daar het GFO Basisregistratie Vastgoed beoogt elk vastgoedele
ment te registreren, terwijl de RAVI zich beperkte tot bedrijfsruimten,
moet voor een onderlinge vergelijking een deel van het VNG-model
buiten beschouwing blijven. In fig. 2 is deze reductie in het VNG-
model aangebracht.
Dit moet worden vergeleken met de voorstellen van de RAVI. Hiertoe
moet het RAVI-voorstel met betrekking tot de entiteiten adres, kadas
trale aanduiding en coördinaten worden gegeneraliseerd. In fig. 3 is
deze generalisatie van de RAVI-voorstellen weergegeven.
Afgezien van de naamgeving geeft de onderlinge vergelijking van de
beide conceptuele gegevensmodellen de volgende verschillen te
zien. De VNG stelt voor van elk object de geometrie of de centrold
vast te leggen; de RAVI beperkt zich tot dat laatste. Dit is ten opzich-
NGT GEODESIA 91 - 5
gebouw
terrein
pand
verblijfs
eenheid
rechts
persoon
adres
kadastraal
object
geometrie
Fig. 2. VNG-model na reductie.
te van de RAVI een uitbreiding van de basisregistratie, evenals het
registreren van rechtspersonen. Verder zijn er op objectniveau geen
relevante verschillen. Worden de structuren onderling vergeleken,
dan valt op dat door de VNG uitsluitend de verblijfseenheid als een
heid van registratie wordt gekozen. Panden en gebouwen zijn hoofd
zakelijk aggregaties hiervan. De voorstellen van de RAVI gaan niet
zover en leveren daarom een minder flexibele basisregistratie op.
Voorts is een belangrijk verschil tussen beide structuren gelegen in
het verband tussen de entiteiten adres en kadastraal object. De VNG
stelt voor een kadastraal object aan slechts één adres te associëren.
In de voorstellen van de RAVI is geen rechtstreeks verband tussen
adres en kadastraal object, maar is een adres geassocieerd aan een
verblijfseenheid en/of een terrein, die beide zijn geassocieerd aan
een kadastraal object. Verder moet hierbij worden opgemerkt, dat de
VNG voorstelt geen rechtstreekse associatie te leggen tussen een
kadastraal object en een terrein.
De voorstellen van de VNG houden in feite in dat, indien niet wordt
beschikt over een digitale topografie, er geheel geen associatie is
tussen terreinen en kadastrale objecten. In de definitie van de VNG
lijkt het begrip terrein vooral bedoeld voor openbare gebieden. Door
het echter zo exclusief op te vatten, zou de basisregistratie voor vast
goed geen particuliere percelen kunnen bevatten. Dit zal niet de
bedoeling zijn. Daarbij komt dat de kadastrale situatie ook voor open
bare gebieden van belang kan zijn. Dit is een hinderlijke beperking
van het GFO Basisregistratie Vastgoed.
Het is voorstelbaar dat bij een eerste herziening van het GFO Basis
registratie Vastgoed deze beperking ongedaan wordt gemaakt en bij-
kadastraal
object
verblijfs-
perceel
gebouw
gebouw-
deel
verblijfs-
ruimte
centroïd
adres
Fig. 3. RA Vl-voorstel na generalisatie.
225