Uitwisselen van digitale ruimtelijke gegevens [4] DIGEST: een [of: het] uitwisselingsformaat voor digitale geografische informatie Inleiding Historie door ir. G. A. M. Vrijkotte, hoofd sectie Automatisering van de Topografische Dienst te Emmen. SUMMARY DIGEST, Digital Geographic Information Exchange Standards For several years considerable time has been spent on defining an exchange standard for digital geo graphic information called DIGEST. A brief history, the present status and the future developments on DIGEST are outlined. In dit artikel zal nader worden ingegaan op het DIGEST- uitwisselingsformaat voor digitale geografische informa tie. Aangezien de theoretische beschrijving van DIGEST (Digital Geographic Information Exchange Standards) 33 pagina's, de implementatieregels maar liefst 96 pagina's en de geografische entiteit- en attribuutomschrijvingen 148 pagina's beslaan, zult u begrijpen dat dit artikel slechts een kennismaking met DIGEST kan zijn. Inge gaan zal worden op een stuk historie, het gehanteerde gegevensmodel, de status van DIGEST op dit moment en de toekomst voor DIGEST. Internationaal groeide binnen diverse militaire instanties het besef dat digitale geografische informatie een essen tieel onderdeel zal gaan vormen van toekomstige wapen en commandosystemen. Om te voorkomen dat per systeem een gegevensmodel met bijbehorend uitwisse lingsformaat zou worden bedacht en met gegevens zou worden gevuld, en om de internationale uitwisseling van digitale geografische informatie te stroomlijnen, werd de DGIWG (Digital Geographic Information Working Group) opgericht. De DGIWG kreeg onder andere tot taak tot aanbevelingen te komen omtrent geografische informa tiesystemen om ervoor te zorgen dat er een voldoende mate van compatibiliteit aanwezig is tussen nationale systemen en tussen nationale en NAVO-systemen. Uit vloeisel hiervan is het opstellen (en onderhouden) van specificaties voor een uitwisselingsformaat voor digitale geografische informatie. Om haar taak uit te voeren, werd door de DGIWG een drietal werkgroepen ingesteld: POE (Panel Of Experts): de daadwerkelijke bedenkers van het formaat (vergaderfrequentie: twee perioden van drie vier weken per jaar); TC (Technical Committee): beoordeelt het werk van de POE, stelt het werkschema van de POE vast en geeft adviezen aan de SC (twee perioden van twee a drie dagen per jaar); SC (Steering Committee): vanuit hun militaire praktijk ervaring vaststellers van het te voeren beleid (twee perioden van twee a drie dagen per jaar). De DGIWG, opgericht in 1983, is uitgegroeid van vier deelnemende landen tot tien. Nederland is in de TC verte genwoordigd middels de Topografische Dienst en in de SC middels het hoofd Militaire Geografie van de land machtstaf. Vermeld dient te worden, dat alle tien deelnemende landen tot de NAVO behoren, maar dat de DGIWG geen officieel orgaan van de NAVO is. Het bestaan en de werk zaamheden van de DGIWG worden erkend en aange moedigd door de Nato Geographic Conference en de Geographic Working Party van de Military Agency for Standardization. Ofschoon de DGIWG oorspronkelijk is opgezet voor defensiedoeleinden, is haar werk om twee redenen sterk beïnvloed door de civiele wereld: veel defensie-organisaties zijn voor hun gegevensbe- hoefte afhankelijk van nationale, civiele karterings- instanties; het zou onverstandig zijn geen gebruik te maken van reeds ontwikkelde, civiele standaarden. Onder andere is gebruik gemaakt van ANSI-, FIPS- en ISO-standaar- den en van Report 7 en 8 van de Möllering committee (Issue in Digital Cartographic Data Standards). Op de relatie defensie/civiel kom ik aan het eind van dit artikel nog terug. 202 NGT GEODESIA 91 - 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 2