VNBG
berichten
ADRESWIJZIGING
Het secretariaat van de VNBG is verhuisd naar: De Molen 83, 3995
AW Houten, Postbus 179, 3990 DD Houten, telefoon 03403 - 51444,
telefax 03403 - 51256.
ORATIE PROF. IR. N. B. J. MULDER
In Twente werkt men aan programmatuur waarmee de computer
zelfstandig remote-sensing beelden kan interpreteren. Een grensver
leggende ontwikkeling in de traditionele kartografie, aldus prof. ir.
N. B. J. Mulder tijdens zijn oratie als bijzonder hoogleraar remote
sensing en image analysis aan de faculteit Elektrotechniek van de
Universiteit Twente.
Onderzoekers van de UT en het Internationaal Instituut voor Lucht
en Ruimtekartering en Aardwetenschappen (ITC) werken aan een
intelligent computerprogramma, dat snel zelfstandig remote-sensing
informatie kan interpreteren. Het revolutionaire van een dergelijk
programma zit met name in de zelfstandige interpretatie, inclusief
conclusies over veranderingen in de tijd. Daarmee wordt het twee
dimensionale karakter van kartografische momentopnamen vervan
gen door vierdimensionale reconstructies, waarbij een duidelijk
beeld ontstaat van processen als ontbossing, erosie en zelfs verzu
ring en illegale olielozingen.
(Uit: De Ingenieurskrant)
M OPENBARE REGISTERS ONDERBRENGEN BIJ GEMEENTEN
De coördinatie en afstemming tussen de openbare registers (gege
vensverzamelingen) in Nederland moet sterk worden verbeterd. De
huidige inrichting van de openbare registers is inefficiënt, nadelig
voor de burger en biedt onvoldoende bescherming voor de persoon
lijke levenssfeer. Vooral gemeenten zouden een belangrijke rol kun
nen spelen bij de modernisering van de informatievoorziening.
Dit zijn de belangrijkste conclusies van het rapportEenheid en ver
scheidenheid van informatievoorziening" van het Instituut voor
Onderzoek van Overheidsuitgaven (IOO) in 's-Gravenhage.
In het rapport is het functioneren van een aantal belangrijke open
bare registers onderzocht: de bevolkingsadministratie, het Kadaster,
het handels-, verenigingen- en stichtingenregister en de kenteken
registratie. De IOO-onderzoekers, E. Boneschansker en J. H. Hoog-
teijling, constateren dat de afstemming tussen de openbare registers
veel te wensen overlaat.
Duidelijke afspraken over afbakening van activiteiten en over een
efficiënte wijze van gegevensuitwisseling ontbreken. Zij stellen vast
dat in sommige gevallen registraties elkaar overlappen. Dit doet zich
bijvoorbeeld voor bij de registratie door gemeenten van vastgoed
(een taak die wettelijk bij het Kadaster berust) en van maatschappe
lijke objecten (een taak die wettelijk bij de Kamers van Koophandel
ligt). Deze „dubbele" registratie is ondoelmatig en strijdig met de
beginselen van het informatievoorzieningsbeleid, menen de onder
zoekers.
Om deze bezwaren te verhelpen, zou de coördinatie tussen de open
bare registers sterk moeten worden verbeterd. De onderzoekers
stellen daarom voor bij gemeenten geïntegreerde informatieloketten
(civic service centers) in te richten. Bij deze loketten zouden burgers,
bedrijven en overheidsinstanties terecht moeten kunnen voor het ge
bruik van informatie uit en het aanleveren van informatie aan de
openbare registers.
(Uit: NG/Gemeentelijk Magazine)
„BRANCHE-ORGANISATIE"
NGL rayonbijeenkomst Zuid-Hoiiand
Op woensdag 20 maart 1991 heeft de branche-organisatie zich
gepresenteerd tijdens een rayonbijeenkomst Zuid-Holland. Voor een
goed gevulde zaal in het ITC-gebouw hebben ir. J. B. Ebbinge
(secretaris van de branche-organisatie) en ir. N. Clay (lid van de
commissie Kwaliteit en Normen) een inspirerende uiteenzetting ge
geven, die ook aanleiding gaf tot uitvoerige discussie met de zaal. In
zijn introductie gaf Harry Bremmers namens de rayoncommissie
aan, dat de avond onder meer was bedoeld om de vooroordelen met
betrekking tot een branche-organisatie voor de „geodetische"
wereld weg te halen.
Ir. J. B. Ebbinge plaatste zijn presentatie tussen het NGL congres
1989 en het congres 1991. In 1989 stonden de grenzen van de geo
desie centraal bij het congres. In 1991 zullen kwaliteit en kwaliteits
zorg centraal staan. Ebbinge begon met een terugblik naar het
congres 1989. De eerste dag was gewijd aan het vakgebied in het
teken van Europa 1992. Enkele uitspraken op die dag passeren de
revue: „om te werken aan een sterke branche-organisatie en daar
binnen de kennis-infrastructuur en de vakbekwaamheid bovenaan te
stellen", „signalering van een liberalisatiegedachte die aan de
komende (Europese) eenwording ten grondslag ligt: tegengaan van
nationaal protectionisme, vrij verkeer en vestiging van personen,
wederzijdse erkenning van diploma's", „grote diversiteit van de be
roepsuitoefening in de diverse Europese landen", „de Europese
markt is aanleiding tot schaalvergroting met goede kansen voor de
grotere, multifunctionele ingenieursbureaus", „kwaliteitszorg en
onderwijs zijn onderwerpen om tot samenwerking te komen".
Deze dag op het NGL congres vormde dan ook de aanleiding tot de
oprichting van een branche-organisatie van private bureaus en be
drijven, waartoe het NGL het initiatief heeft genomen. Op 25 januari
1990 waren 25 bedrijven vertegenwoordigd bij de oprichtingsverga
dering van de Vereniging van Nederlandse Bedrijven in Geodesie,
Landmeetkunde, Fotogrammetrie, Hydrografie, Kartografie en Vast
goeddiensten (VNBG). Het voorzitterschap werd opgedragen aan ir.
G. Jacobs. Deze heeft bij zijn aantreden vijf aandachtspunten ge
noemd; hiervoor zijn aparte werkgroepen ingesteld, die een goede
indruk geven van de werkzaamheden van de branche-organisatie:
1commissie Marktverkenning (contact met overheid, marktverken
ning en capaciteitsbepaling). In het werkgebied van de geodesie
zijn ongeveer 5000 personen werkzaam (1000 TU/HBO, 3000
MBO, 1000 LBO; één derde is werkzaam in de private sfeer,
maar van de hoger opgeleiden ongeveer de helft). Een grove
schatting van de omzet in de geodesie leidt tot 500 miljoen gul
den; daarbij is het geodetische bedrijfsleven verantwoordelijk
voor 150 miljoen gulden, waarvan weer 85% afkomstig is als
opdracht uit de publieke sector, de overheid. In Groot-Brittannië
is bijvoorbeeld slechts één derde deel van de omzet van het geo
detische bedrijfsleven afkomstig van de overheid, in Denemar
ken ongeveer de helft en in België slechts een kwart. De ge
noemde cijfers zijn echter zeer globaal en een gedegen inzicht
in de rol van de geodesie in de maatschappij ontbreekt. Daarom
wordt in opdracht van de VNBG op dit moment een marktonder
zoek uitgevoerd, dat een beeld moet geven van de geodesie-
branche binnen de Europese Gemeenschap, van de ontwikke
lingen in de ons omringende landen en specifiek van de positie
van Nederland in de Europese Gemeenschap op het terrein van
de geodesie;
2. commissie Onderwijs en Onderzoek. Er zijn zeven reguliere
onderwijsinstellingen: TU Delft-geodesie (maximaal 250 studen
ten), HTS-landmeten Utrecht (maximaal 100 studenten), HTS-
hydrografie (maximaal 100 studenten), MTS-landmeten Gro
ningen, Hengelo, Arnhem en Breda (totaal maximaal 300 studen
ten). De reclamecampagne van het NGL in 1989 en 1990 heeft
bijvoorbeeld de instroom van studenten op MBO-niveau onge
veer verdrievoudigd van 40 naar 120. De voorlichting is nu ge
richt op een structurele en meer stabiele instroom voor alle oplei
dingsniveaus.
Voor het Ministerie van Onderwijs vormt de relatief kleine om
vang van de hogere opleidingen echter een probleem. Om op
langere termijn een hogere opleiding geodesie/landmeetkunde
te waarborgen, zal wellicht een zeer nauwe samenwerking tus
sen de hogere opleidingen noodzakelijk zijn, met behoud van
een eigen identiteit. Dit past ook in de tendens van de Europese
erkenning van opleidingsniveaus (bachelors- en masters-graad).
Wat betreft het MBO-niveau vormt de geografische spreiding van
de opleidingen een probleem. De MBO-studenten komen vooral
uit een beperkt gebied rondom de school en vinden in dit gebied
bij voorkeur ook hun werkkring. Dit leidt tot problemen in het
westen van het land. Momenteel worden daar de mogelijkheden
van een vijfde MBO-opleiding overwogen, maar de financiële
situatie in het onderwijs zorgt ervoor dat nog drempels moeten
worden overwonnen. De opleidingen op LBO-niveau worden
over het algemeen verzorgd door werkgevers en er zijn geen sig
nalen dat er behoefte bestaat aan een reguliere opleiding.
De VNBG wil ook optreden als verzamelaar van informatie over
de kwaliteit van de opleidingen en een rol spelen bij de terug
koppeling naar de onderwijsgevers. Een uitgebreide enquête
vormt de eerste activiteit op dit terrein;
230
NGT GEODESIA 91 - 5