I
1
In opzet was DIGEST uitsluitend bedoeld om een topo
logisch gestructureerde vectorgegevensbank te kunnen
uitwisselen. Om diverse redenen is deze opzet uitge
breid, waardoor de werkzaamheden vertragingen hebben
opgelopen:
het herschrijven van DIGEST om te voldoen aan de
norm ISO 8211 (Information processing Specifica
tion for a data descriptive file for information inter
change, 1985). Ondanks enige weerstand (veroor
zaakt door de te verwachten hoeveelheid werk) werd
op advies van de TC ISO 8211 geïncorpereerd in
DIGEST;
de produktie van vectorbestanden kent internationaal
een nog niet erg hoog tempo. Daarnaast kwam er voor
enkele militaire systemen een sterke behoefte aan
rastergegevens. Dit heeft ertoe geleid dat een twee
tal rasteruitwisselingsformaten is toegevoegd aan
DIGEST:
SRG (Standardized Raster Graphics): een kaart (al
of niet in kleur) wordt gescand, inclusief randge-
gevens en legenda. Er vindt geen andere bewer
king plaats dan dat ieder pixel naar DIGEST wordt
vertaald;
ASRG (Are SRG): alleen de pixels van de kaartin-
houd ondergaan een Equal-Arc-Second-projectie,
gebaseerd op de WGS '84 (Word Geodetic
System) ellipsoïde. Randinformatie en legenda
worden weggelaten. Vervolgens wordt de getrans
formeerde pixel vertaald naar DIGEST. Aldus
wordt, ongeacht het basismateriaal, een naadloos,
wereldwijd rasterbestand verkregen;
de behoefte van sommige landen om ook matrix-,
keten/knoop- en spaghettibestanden middels DIGEST
te kunnen uitwisselen.
DIGEST is voor wat betreft gegevensmodel en implemen-
tatieregels in definitieve versie voor het raster- en het
vectorformaat. Daarbij moet worden aangetekend dat het
vectorformaat is geïmplementeerd vanuit een objectgeo
riënteerde benadering. Implementatieregels voor het
vectorformaat vanuit een relationele benadering, voor de
keten/knoopstructuur en de spaghettistructuur moeten
nog worden geschreven.
De rest van dit artikel behandelt DIGEST als zijnde een
uitwisselingsformaat voor topologisch gestructureerde
vectorgegevens.
Gegevensmodel
Bij de beschrijving van het aardoppervlak wordt getracht
dit oppervlak te ontleden in elementaire bouwstenen
(geografische entiteiten of Features). Deze elementaire
bouwstenen worden gevormd door geografisch omschre
ven punten, lijnen en vlakken (nodes, edges en faces).
FEATURE
FACE
EDGE
NODE
Een geografische entiteit (Feature) kan ook zijn samen
gesteld uit elementaire entiteiten. Een samengestelde
geografische entiteit (complex Feature) kan op zich ook
weer bestaan uit meerdere samengestelde geografische
entiteiten. Tussen deze geografische entiteiten kunnen
allerlei relaties bestaan. Een volledig uitputtende be
schrijving van het aardoppervlak, inclusief alle relaties,
laat zich vertalen in het conceptueel gegevensmodel
(fig. 1).
Wil men aldus het aardoppervlak beschrijven, dan begint
men aan een zeer arbeidsintensief proces. Voorbeeld
(fig- 2):
Fig. 1. Conceptueel model.
Fig. 2. Voetbalveld.
complex Feature „voetbalveld": bestaat uit de com
plex Features „linkerhelft" en „rechterhelft";
complex Feature „linkerhelft": bestaat uit onder ande
re de complex Feature „strafschopgebied";
complex Feature „strafschopgebied": bestaat uit de
elementaire omlijning van het „strafschopgebied"
(edge), „doelgebied" (face) en „strafschopstip" (no
de);
elementair Feature „middellijn" wordt begrensd door
de complex Features „linkerhelft" en „rechterhelft",
enz.
Bij de objectgeoriënteerde implementatie van boven
staand model in DIGEST zijn twee modificaties aange
bracht:
de geografische beschrijving van de wereld en de
numerieke beschrijving zijn gesplitst;
niet alle topologische relaties worden benoemd.
Hieruit blijkt (fig. 3), dat de volgende typen gegevens-
records bestaan:
-— ten behoeve van de geografische omschrijvingen van
entiteiten: point, line of area feature records, al dan
niet complex;
ten behoeve van de numerieke omschrijving van de
entiteiten: node, edge of face records.
Het meest opmerkelijke aan bovengenoemde opzet is
onder andere:
vanuit een area feature of face record vindt geen ver
wijzing plaats naar de begrenzende line feature of
edge records;
vanuit node records vindt geen verwijzing plaats naar
line records die eventueel op de node uitkomen;
centraal in het model zijn de line feature en edge
records.
In zowel de geografische als de numerieke beschrijving
NGT GEODESIA 91 - 5
203