een Nationaal Beroepsinstituut der Landmeters-Experten OG, dat
bestaat uit een nationale raad, twee uitvoerende Kamers en twee
beroeps-Kamers, De leden van de nationale raad worden voor zes
jaar gekozen uit ingeschreven personen.
Toelating tot de Lijst is mogelijk, indien men beschikt over het diplo
ma Meetkundige Schatter, het HBO-diploma Industrieel Ingenieur
Bouwkunde optie Landmeten, het universitair diploma licentiaat
Geografie/Landmeten of een erkend buitenlands diploma. Boven
dien moet een stage zijn doorlopen van 12 tot 36 maanden onder toe
zicht van een stagemeester, voorkomend op de Lijst.
De bedoeling is dat het Instituut ook wordt aangewezen als zoge
naamde „bevoegde autoriteit" uit de richtlijn EG 89/48 (inzake de
wederzijdse erkenning van hoger onderwijsdiploma's). Om voldoen
de bestuurskracht achter deze verzoeken te zetten, heeft de Belgi
sche Kamer van Landmeters-Experten OG een Nationale Staten-
Generaal opgericht, die de belangen van elke landmeter in België
moet gaan behartigen.
P. van der Molen
JAARVERSLAG 1990 GRONTMIJ
Een erg mooi geïllustreerd jaarverslag met een nadrukkelijke uit
straling van het 75-jarig bestaan in het verslagjaar.
De feestactiviteiten vonden over het gehele jaar en land verspreid
plaats en hebben 12 000 genodigden getrokken. De conclusie is, dat
het jubileumjaar een positieve invloed heeft gehad op de beeld
vorming van de onderneming.
Ook werd een groei geconstateerd. De nettowinst nam met 13% toe
en steeg tot 9,1 miljoen gulden.
In de sectoren milieu, infrastructuur en landinrichting zijn door de
overheid belangwekkende vorderingen gemaakt inzake het beleid op
lange termijn. Grontmij hoopt zowel in de beleidsondersteunende als
in de uitvoering van plannen en projecten een prominente rol te
kunnen spelen.
Over de personele zaken wordt vermeld dat een tweejarige CAO van
kracht is geworden, waarbij de salarissen met 5,75% werden
verhoogd.
Het personeelsbestand groeide aanzienlijk. Er waren gemiddeld
1542 medewerkers in dienst, maar met name het aantrekken van
HBO'ers en academici met ervaring kost steeds meer moeite.
Om de technische kennis van de medewerkers op peil te houden,
krijgen training en opleiding voortdurende aandacht. Kwaliteitsbe
waking blijft van doorslaggevend belang.
Over de bezuinigingen als gevolg van de tussenbalans maakt Gront
mij zich geen al te grote zorgen, omdat de bezuinigingen niet direct
die marktsegmenten raken, waarin Grontmij actief is. Men heeft zelfs
hoop dat de rol van de particuliere sector bij het realiseren van het
overheidsbeleid zal toenemen.
Ook de marktinspanningen richting Oost-Europa zullen worden ver
groot.
Dat alles bij elkaar biedt gunstige perspectieven.
Het verslag geeft verder per sector een beknopt overzicht van de
activiteiten en uiteraard een groot aantal pagina's cijfermatige onder
bouwing van het geheel.
Theo Scheele
FIG DEFINIEERT HET LANDMETERSBEROEP
Op het 19e FIG-congres te Helsinki (10 - 19 juni 1990) heeft de FIG
na 15 jaar discussiëren een definitie aangenomen van de „land
meter". Dit is noodzakelijk, omdat het beroep landmeter nog niet
overal als zodanig wordt herkend, waardoor ook het belang van het
beroep niet wordt onderkend. De definitie wordt extern uitgedragen,
onder andere bij de Verenigde Naties.
Dat de discussie 15 jaar duurde, komt omdat het beroep van land
meter in de aangesloten landen op verschillende wijze wordt uitge
oefend en het draagvlak voor een gemeenschappelijke definitie
slechts langzaam tot stand kwam. De definitie wordt in het Engels
gehanteerd, omdat de vertaling naar andere talen weer allerlei (taal
kundige) misverstanden oproept:
,A surveyor is a professional person with the academie qualifications
and technical expertise:
to practise the science of measurement:
to assemble and assess land and geographic related informa
tion:
to use that information for the purpose of planning and imple
menting the efficient administration of the land, the sea and
structures thereon and
to instigate the advancement and development of such practises.
Practice of the surveyorsprofession may involve one or more of the
following activities, which may occur either on, above or below the
surface of the land or the sea and may be carried out in association
with other professionals:
1. the determination of the size and shape of the earth and measu
rement of all data needed to define the size, position, shape and
contour of any part of the earth's surface:
2. the positioning of objects in space and the positioning and moni
toring of physical features, structures and engineering works on,
above or below the surface of the earth:
3. the determination of the position of the boundaries of public or
private land, including national and international boundaries and
the registration of those lands with the appropriate authorities:
4. the design, establishment and administration of land and geo
graphical Information systems and the collection, storage, analy
sis and management of data within those systems:
5. the study of the natural and social environment, the measure
ment of land and marine resources and the use of data in the
planning of development in urban, rural and regional areas:
6. the planning, development and redevelopment of property,
whether in urban or rural and whether land or buildings:
7. the assessment of value and management of property, whether
urban or rural and whether land or buildings:
8. the planning, measurement and management of construction
works, including the estimation of costs;
9. the production of plans, maps, files, charts and reports.
In the application of the foregoing activities surveyors take into
account the relevant legal, economic, environmental and social
aspects affecting each project.
Voor de goede orde zij vermeld dat met „academie qualifications"
wordt bedoeld HBO- en universitair niveau.
P. van der Molen
U AFLEVERING 150e TACHYMETER WILD T1600 IN NEDERLAND
Tijdens een feestelijke bijeenkomst op 6 mei 1991 werd op de hoofd
directie van het Kadaster in Apeldoorn de 75e tachymeter Wild TC
1600 afgeleverd. Tevens bracht de firma LEICA met deze levering
het totaal aantal in Nederland operationele instrumenten van dit type
op 150.
Dr. J. T. Meili van de hoofddirectie van de LEICA-groep, verantwoor
delijk voor de Europese markt, overhandigde symbolisch een kleine
vergulde replica van het instrument aan ir. J. Polman, directeur Geo
desie van het Kadaster. De heer Meili refereerde bij de over
handiging nog even aan de totstandkoming van LEICA als bedrijf,
een samenvoeging van o.a. de instrumentenfirma's Wild en Kern, en
uitte zijn tevredenheid over de lange en vruchtbare samenwerking
met de Nederlandse klanten.
Ir. J. Polman (links) neemt de tachymeter in ontvangst van dr. J. T.
Meili.
De heer Polman gaf een beeld van de reeds jarenlange relatie tussen
het Kadaster en LEICA, hetgeen met de levering van dit 75e exem
plaar ook wel voldoende is bevestigd. Via de Distomat Di-10, Di-3 en
Tachymat TC1 heeft het Kadaster nu sinds enkele jaren de Wild
TC1600 in gebruik. Hij verwacht nog wel de nodige ontwikkelingen
op korte termijn zoals servo-gestuurde tachymeters en de integratie
van GPS met de huidige tachymeters. De firma LEICA liet zich echter
daaromtrent nog niet uit de tent lokken.
G. M. van Osch
AFRONDING GIS-OPLEIDING
Het bureau Nieuwland te Wageningen heeft voor twee opdracht
gevers, de gemeente Wageningen en het arbeidsbureau Gouda, de
opleiding tot systeemanalist/applicatieprogrammeur GIS georgani
seerd en afgerond. De cursus bestond uit zes maanden theorie en
vier maanden praktijk. Van de cursisten is 40% bij adviesbureaus en
274
NGT GEODESIA 91 - 6