informatie organisatie communicatie periode 1988 - 1993 zou verdubbelen en het aandeel van GIS hierin van 40 tot 75% zou stijgen. Dit is echter afhankelijk van de aanpak; in Europa waarschijnlijk sneller dan in de VS. Een voorbeeld was Engeland, waar is gekozen voor een praktische benadering: acht regionale onderzoekscentra zijn opgezet op basis van ervaringen uit het Domesday-project. Ten aanzien van de opleidingen zag hij als huidige grootste belemmeringen voor een volledig succes van GIS: geschoolde medewerkers die ervaring hebben met pakketten en met de balans tussen de (vooral!) organisatorische en technische aspec ten van GIS-inzet. Het middagcongres stond in het teken van de vraagtekens: drie voor drachten met een titel in de vragende vorm. Voorafgaande daaraan gaf W. Th. van Rossum van GEON nog een korte introductie, ge titeld ,,GISstory" over de rol van het beeld: van Egyptische teke ningen via puur registratieve kaarten naar de moderne „computer- kaart" die extra mogelijkheden heeft als analyse. Een voor mij nog belangrijke conclusie was dat, net als Escher in staat is een onmoge lijke werkelijkheid te tekenen, ook in GIS op ondeskundige wijze ge gevens vallen te combineren! Mevrouw M. Verspuy van de Dienst Ruimte en Groen van de Provin cie Noord-Holland vroeg zich af of ,,GIS een lust of een last voor de organisatie" was. Zeer enthousiast en met kernachtige uitspraken beschreef zij hoe haar Dienst met vallen en opstaan GIS had inge voerd. De zaal herkende duidelijk de hoofdpunten van de lastenkant: een reorganisatie die de automatisering met zich" meebracht, weer stand op de werkvloer, een niet overtuigd management, uit de hand lopende kosten, gehannes rond nieuwe functie-omschrijvingen, maar dan toch door stug doorzetten volgens een methodische aan pak, goede PR en gebruik van het toeval, een succesvolle afronding van een succesvol GIS! Aan de lustenkant hiervan: een parade paardje, snellere besluitvorming door GS, betere informatievoorzie ning, betere motivatie medewerkers en lagere kosten. Dat mevrouw Verspuy in haar rekensom op het bord uiteindelijk nog f 100 000,— te kort kwam om dit aan te tonen, mocht de pret al niet meer drukken. A. M. den Boer sprak vanuit de potentieel grootste GIS-gebruiker van Nederland zoals hij zei de Rijkswaterstaat over het onder werp ,,GIS, de ideale oplossing?" Om deze vraag te kunnen beant woorden, moest eerst het probleem op tafel komen. Hiervoor bena drukte hij het belang van een goede probleemanalyse! De inspiratie bij het schrijven komt ook niet door de aanschaf van een tekstverwer ker! Andersom geldt het wel: de inspiratie vindt sneller een uitweg als er een tekstverwerker staat! Gegevens- en procesanalyse zijn dan een logisch vervolg. Via de vraag ,,wat kan een GIS?" met opslag-, presentatie- en analysevoorbeelden uit de sfeer van de Rijkswaterstaat kwam Den Boer tot slot dan bij de hoofdvraag of GIS een ideale oplossing is. Hierbij legde hij vooral de nadruk op kosten/batenoverwegingen en onderscheidde hierbij zgn. project matige en structurele GISsen. De eerste soort betreft een GIS- applicatie (inclusief gegevens!) die op een uniek project wordt afge schreven, bijvoorbeeld locatie-analyse van een fabriek. Hiervoor zijn de kosten en baten duidelijk te berekenen en af te wegen. Voor struc turele GISsen (denk bijvoorbeeld aan basisregistraties) is dat veel moeizamer en is de beste richtlijn die uit de algemene automatise ring, dat met een terugverdientijd van vijf tot tien jaar moet worden gerekend! Laatste speker was J. H. Pongers van Ingecon BV over ,,Geo- Informatiemanagement, toekomst of droom?". Spreker bleek de gedachte wel te zien zitten, met het oog op de geconstateerde grote behoefte aan geo-informatie, vooral bij de overheid voor belasting, planologie, enz. Aangezien hij tevens een papierloos kantoor niet als realistisch zag, moest de combinatie van kaart- en alfanumerieke informatie wel een machtig hulpmiddel zijn. Als voorbeeld behandelde hij kort een opdracht van zijn bureau voor automatisering van kaartmateriaal en vluchtinformatie ten behoeve van de Rijksluchtvaartdienst. Over het congres kan ik verder kort zijn: een aardige en gevarieerde dag, die een leuk overzicht bood over de „ins and outs" van GIS. Met betrekking tot GEON als instituut zei prof. Scholten die tevens als adviseur aan GEON is verbonden in zijn slotwoord, dat hij een mooie toekomst zag weggelegd voor GEON, een instituut waarvan iedere zichzelf respecterende instelling het jammer zou moeten vinden hem niet binnen z'n muren te hebben. Wat dit betreft sprak ik tijdens de aansluitende borrel nog met de (enige) vertegenwoor diger van de Hogeschool Utrecht, die ik mag citeren als dat ,,de Hogeschool Utrecht (officieel) verrast was door de opzet van GEON, maar hoopt op een gezonde competitie op een gebied waar het niet zeker is of er genoeg studenten komen". Tot slot nog een mooie suggestie met betrekking tot GIS via een uit spraak van Den Boer: ,,GIS-scholingzoals hierbij GEON is nuttig en heeft iets weg van een EHBO-cursus: je leert er ook dingen te laten, niets onverantwoords te doen!" De professionele start van GEON schept hoge verwachtingen! Frits Brouwer DERDE CONFERENTIE AM/FM NEDERLAND Op 20 en 21 maart 1991 werd te Arnhem met zo'n 500 deelnemers de derde conferentie gehouden van AM/FM Nederland. Het thema was AM/FM wordt GIS Strategische waarde en instapmogelijk heden Het voorwoord van de proceedings verklapte over GIS: Ingewijden in het vakgebied zullen ongetwijfeld weten dat daarmee de grafi sche informatiesystemen worden bedoeld". Accountant J. W. N. Mesker (Synergie BV, Amsterdam) sprak als president van de European Division van AM/FM een openingsbericht uit. Hij constateerde, wat het deelnemersaantal betreft, groei van de nationale conferenties en stabilisering bij de Europese conferentie in Montreux. De directeur van de VNG, mr. ing. C. van Tilborg, pleitte voor de centralisatie van het rijkskadaster naar de gemeenten. Er zou dan voor eigendomsregistratie en detailtopografie net zo'n situatie kun nen komen als bij de bevolkingsadministratie. Daarbij is de trend naar centralisatie via automatisering overwonnen. Bij de vastgoed- registratie speelt Napoleons vondst ons nog parten". Inzake de structuurschets van de RAVI wist de VNG-directeur, dat een conse quente lijn ertoe moet leiden dat de gemeenten worden aangewezen als beheerders van alle vastgoedinformatie. Het bestand aan kennis van het huidige rijkskadaster kan een facilitaire rol krijgen. Gemeen ten kunnen als beleidsmakers dan werk uitbesteden aan een gepri vatiseerd Kadaster. Inzake de huidige GBKN-problemen stelde hij nog ,,Dat gaat niet best. Het Kadaster verkeert in acute geldnood". Verder legde Van Tilborg uit, dat de term Gemeentelijk Functioneel Ontwerp (GFO) verwarrend is voor informatici. Het is namelijk nog geen functioneel ontwerp uit hun jargon, maar een uitgangsbasis voor softwarepakketten". Er is nu een GFO grootschalige basiskaart op komst. Tenslotte hoopte deze spreker, dat GIS ook Groei In Standaardisatie zal betekenen. RAVI-medewerker J. A. van Oogen ging in op de adviezen van die door de BOCO geïnitieerde Raad. PNEM-hoofddirecteur ir. W. K. Wiechers sprak als voorzitter van de Vervolg Commissie Leidingen van de RAVI. Hij blikte terug op het visioen van de centrale leidingenregistratie ais de kolossale denk fout van het primaat van het gemeenschappelijke". Slechts 20% van de totale registratie zou voor anderen dan de beheerder interessant zijn. Een ander percentage dat hij noemde, was dat van de auto matiseringsgraad van de leidingenregistratie: 5%. Handmatige con versie van analoog naar digitaal zou de leidingenbeheerders nog 1,5 miljard gulden kosten. Hij riep de bedrijven/standhouders dan ook op tot onderzoek inzake patroonherkenning om automatisch conver teren te bereiken. Prof. dr. H. J. Scholten (VU, Geodan) sprak overVan AM/FM naar GIS, een logische ontwikkeling of marketingtechnisch een sterke zet?" Hij startte weer met een indeling van ruimtelijke informatie systemen in CAD, LIS, AM/FM en GIS. Hoezeer die definitiekwesties subjectief kunnen zijn, bleek uit de feiten dat iemand hem had ver welkomd metWat doe jij hier?" en dat hij zelf een aantal lezingen niet op het AM/FM-congres vond passen! Vanuit zijn voorkeur voor analyserend topografiegebruik poneerde hij de stelling ,,De informa tie van geodeten is zo nauwkeurig, dat je er niet mee kunt werken!" Scholten verwacht dat de nadere definiëring van ruimtelijke informa tiesystemen eens kan worden beperkt tot CAD en Vastgoed/GIS. ,,Het lijkt dan ook aan te bevelen de naamsverandering van AM/FM te schuiven in de richting van: AM en FM/GIS. Marketingtechnisch blijf ik een sterke voorkeur hebben voor de term (E)GIS", aldus de hoogleraar. Ir. H. Roodhardt (KEMA) sprak over.Gezamenlijke ontwikkeling en gebruik van referentiemodellen voor bedrijfsmiddelen-informatie- systemen (BIS)". Zo'n referentiemodel is een bedrijfsonafhankelijke 280 NGT GEODESIA 91 - 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 24