De [onzekere] toekomst van het Kadaster KADASTtR TOT UW DIENST interview met Kadaster-hoofddirecteur mr. J. Besemer op 17 april 1991 door Wim van Pijkeren en Theo Scheele, redacteuren. SUMMARY The (uncertain) future in the national cadastre Interview with the new general director of the national cadastre, mr. J. Besemer. The cadastre faces a dynamic society, that forces changes in management and organization. Some plans for the future come up for discussion. Reduction of tasks and manpower is taken into consideration. Sinds 1 maart 1991 is mr. Jaap Besemer hoofddirecteur van het Kadaster en de Openbare Registers. Omdat het Kadaster een dienst is waarbij een groot deel van de geodetische wereld is betrokken en op dit moment met grote belangstelling wordt gekeken naar de plannen van die dienst, leek ons een interview met de nieuwe hoofddirecteur op zijn plaats. We waren welkom op 17 april 1991eigenlijk een dag te vroeg naar later bleek: het concept-Kadaster Ondernemings Plan was nog net niet openbaar. Toch kregen we een interessant beeld van de nabije toekomst. Hoofddirecteur U bent nu enkele maanden hoofddirecteur. Wat ziet u als uitdaging in die functie bij een dienst die al enkele jaren in beroering is en waar in de komende jaren nog de nodi ge beroering is te verwachten? Besemer: Ik zit sinds maart 1988, dus drie jaar, bij het Kadaster en dat zijn inderdaad drie roerige jaren ge weest. Maar ik zit zo in elkaar, dat ik een dynamische om geving niet uit de weg ga. De uitdaging is om in de komende jaren een goedlopend bedrijf te maken van het Kadaster. We zijn een overheidsdienst met een onom streden maatschappelijke functie, een dienst die nuttig werk doet, maar die dat moet doen in een veranderende omgeving. We moeten van deze klassieke overheids dienst een, weliswaar in de overheidssfeer werkend, be drijf maken. Eind 1990 zijn we gestart met het opstellen van een on dernemingsplan. De aanleiding hiervoor zit in een aantal zaken: We kregen te maken met tegenvallers in de con junctuur, met negatieve gevolgen voor onze inkomsten. Hierdoor kwamen de plannen die we hadden, in het ge- Tot uw dienst, maar wat gaat dat kosten 258 drang. Voorts kwamen er duidelijke signalen vanuit het personeel, bijvoorbeeld op de Kadasterdag in juni vorig jaar uit de personeelsenquête. Men vroeg in feite twee dingen van het management: 1. manage de dienst; 2. geef eens een duidelijke koers aan waar we met de dienst naartoe gaan. Welnu, het OP (ondernemingsplan) geeft de koers aan naar een bedrijfsmatig, financieel gezond Kadaster. En dat is de uitdaging. Enkele punten uit het Kadaster Ondernemings Plan: Meer dan de helft van de medewerkers vindt het manage ment wel aardig, maar niet leidinggevend. Het concept-plan schept op landelijk niveau op hoofdlijnen duidelijkheid. De situatie van het Kadaster per 1 januari 1991 wordt ge kenmerkt door: een begrotingstekort van ongeveer 40 miljoen gulden; een negatief vermogen van ongeveer 223 miljoen gul den. Kerntaak is het bijdragen aan de rechtszekerheid. Ontwik kelen van nieuwe produkten dient zich te beperken. De GBKN-vervaardiging geschiedt projectmatig, samen met afnemers. Kadaster is geen opdrachtgever. Landinrichtingsactiviteiten worden in overeenstemming ge bracht met de vergoeding door „landbouw". De velddienstmeetploegen worden teruggebracht van drie naar twee man. De personeelsomvang wordt verminderd tot ongeveer 2100 medewerkers (thans 2700). Alle leidinggevenden dienen actief als sponsor van de ver- anderings (inkrimpings)operatie op te treden. Het OP geeft de koers aan tot 1996; dus die termijn gaat u ook aan? Besemer: Die termijn wil ik tenminste wel aan, ja. We zien de laatste tijd nogai eens rapporten en jaar verslagen van landmeetkundige diensten en bedrijven die bol staan van groei, expansie en uitbreiding van taken. Directeur zijn van zo'n bedrijf lijkt boeiend, maar u zit in een organisatie die steeds maar inkrimpt. Toch boeiend? Besemer: Niet alle bedrijven groeien, ik kan er veel opnoemen, die ook worstelen met de bedrijfsvoering: Philips, KLM, V en D en ga zo maar door. Allemaal bedrij ven met een eigen problematiek, maar allemaal ook enigszins verstarde bureaucratische organisaties, op zoek naar een grotere marktgerichtheid. Ik zie daarmee wel parallellen. NGT GEODESIA 91 - 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 2