stichting NGL standen van zon, maan en planeten instellen en bijvoorbeeld je eigen zonsverduistering creëren. Om duidelijk te maken dat niet alles even eenvoudig is, was niet ver zuimd de hogere geodesie een plaatsje te geven. Deformatie van moeder aarde, zeespiegelrijzingen, aardrotatiemetingen en zwaarte- krachtonderzoek werden de bezoeker aanschouwelijk uitgelegd. De moeilijkheidsgraad van dit laatste werd aanzienlijk gereduceerd door ook de kinderen zelf met een slingerapparaat te laten nameten en uitrekenen dat de valversnelling (die mede de zwaartekracht bepaalt) in Delft momenteel 9,8 m/sec2 bedraagt (9,812407). De ouderwetse meethulpmiddelen als meetveer en theodoliet ont braken ook niet, evenmin als de roodwitte jalons (weliswaar opge borgen in een soort paraplubak). Hoewel deze apparaten als meest herkenbaar worden beschouwd voor het vak, waren het toch de moderne tachymeters die de meeste aandacht trokken. Opvallend veel vaders namen plaats achter een instrument om via meting naar twee bekende punten hun eigen standplaats (in een zucht) te berekenen. Als daarna zoonlief van acht, met dezelfde snelheid en nauwkeurigheid zijn resultaat op het gekoppelde beeldscherm kreeg, bleek ook hier weer dat een kind de was kan doen. Die indruk werd ook gewekt bij de demonstratie met de FRANK- fotowagen. Stuur de FRANK-auto een stadswijk in en nog dezelfde dag kan de kaart van het opgenomen gebied worden uitgetekend. Een gedetailleerd tijdschema werd bijgeleverd: 's morgens om 9 uur wordt de camera boven het autodak uitgedraaid en begint zijn op namen te maken. Dat gaat de hele morgen door. Om twaalf uur worden de foto's ontwikkeld, om drie uur kan er uit de foto's worden gemeten en om vijf uur kan de kaart worden getekend. Er moeten alleen vaste punten worden meegefotografeerd om aansluitingen te kunnen maken, maar dat is natuurlijk geen enkel probleem. Om de volle breedte van het vakgebied te uiten, was de tweede ver dieping (op de eerste liep iedereen hard door de bieb en langs de prachtige oude instrumenten) ingericht met geheel andere ruimte wetenschappen, zoals de GISsen en VISsen en de toepassingen daarvan. Wat je met het kartografisch softwarepakket GIMMS (Geographic In formation Manipulation and Mapping System) allemaal kunt doen, vooral als je dat in mooie kleuren op het beeldscherm ziet, leverde ook weer veel bewonderende uitroepen op. Het laatste onderdeel op deze verdieping was LKI. Dat ook dit systeem eenvoudig kan worden aangeleerd, bleek uit de studenten- demonstrateurs die, volgens hun toelichting, pas deze ochtend ongeveer tien minuten les hadden genoten in dit onderdeel en toch tot veel manipulaties in staat bleken. Zou de studietijd dan toch korter kunnen? Dat zal natuurlijk ten sterkste worden ontkend, al was het alleen maar omdat je dan korter kunt genieten van het lidmaatschap van het landmeetkundig genootschap Snellius, dat zichzelf deze dagen presenteerde als een zeer bijzondere studievereniging, met uitge breide aandacht voor de gezellige kant van het studeren. Met een videofilm van een disco in het afgelopen zomerkamp werd dat onder streept. Maar nu terug naar het serieuze deel. Nog veel meer fraais over het onroerend goed en wat daar allemaal aan vast zit, gaf de derde verdieping weer: Kadaster (AKR), land inrichting, stadsvernieuwing en grondkostenberekeningen. Van een tiental panden in Delft kon de opeenvolging van de waarde worden vastgesteld om die taxatie te verduidelijken. Ook op deze verdieping: fotogrammetrie en remote sensing. Een hele rij tafelstereoscopen liet de bezoeker even wennen, alvorens te mogen werken aan analoge en analytische uitwerkingsinstrumenten. Met deze moderne meettechnieken werd nogmaals aangetoond wel ke uitgebreide toepassingsmogelijkheden hiervoor bestaan en hoe mooi en rijk het leven van de geodeet wel kan zijn. „Wat een fantastisch leuk vak", hoorde ik een moeder zeggen, toen zij met twee spruiten het gebouw verliet. De spruiten beaamden het graag en klemden de zojuist verworven geodesievoetbal angstvallig onder de arm. Wie weet komen ze hier nog eens terug! Theo Scheele I „OP WEG NAAR EEN NATIONAAL GEODETISCH INSTITUUT" Studiemiddag NVG 24 september 1991 GPS en GIS zijn de sleutelwoorden van deze tijd. Traditioneel echter praten geodeten over grondslagbepaling en kaartvervaardiging. Hoe vindt de geodesie zijn weg in de nieuwe verhoudingen? De Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid (RAWB) heeft in juli 1990 de regering aanbevolen tot de vorming van een instituut voor toegepast geodetisch onderzoek te komen. Is er plaats voor zo'n instituut? In het kader van haar grote-efficiency-operatie laat de regering onderzoeken of alle topografische en kartografische activiteiten bij de Rijksoverheid kunnen worden gebundeld. Is het wijs de Topo grafische Dienst, de Meetkundige Dienst en het Kadaster in één dienst te integreren? Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen wil tot de vorming van onderzoeksscholen komen. Welke onderzoeksscholen zullen zich op het gebied van de geodesie bewegen? Dergelijke vragen worden besproken op de studiemiddag van de NVG op 24 september 1991 in De Reehorst te Ede. Een viertal sprekers zal ingaan op het RAWB-rapport, op het geodetisch onder zoek in Nederland, op de geodetische situatie in Duitsland en op in stituten voor toegepast onderzoek in andere vakgebieden. Daarna zal een aantal leidinggevenden uit de geodetische wereld kort hun visie geven op de gewenste toekomstige situatie. De middag wordt afgesloten met een algemene discussie. Deelname is gratis voor NVG-leden. Leden van bij het NGL aan gesloten verenigingen betalen f 25,Overige geïnteresseerden betalen f 50,—. Aanmelding bij ir. J. v.d. Beek, Prins Hendrikstraat 63-2, 6828 GP Arnhem, tel. 085 - 778346 (kantoor), 085 - 425685 (huis). Betaling kan geschieden door overmaking van het bedrag op giro rekening 2206495 t.n.v. penningmeester NVG te Schiedam. 286 NGT GEODESIA 91 - 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 30