1832 1989 1995?
(naar ontwerp van A. Rozeboom)
We kunnen ons voorstellen dat
veel Geodesia-lezers graag willen
weten of het nog tot een landelijk
dekkende GBKN komt.
Staatssecretaris Heerma heeft on
langs aangegeven politiek nog wei
te voelen voor een GBKN, maar er
geen geld voor over te hebben. We
lazen in IK (Informatieblad Kadas
ter): GBKN-vervaardiging gebeurt
in PPP-verband buiten het Kadas
ter. Gaat het Kadaster de GBKN-
taak afstoten?
Besemer: We hebben een paar
dingen vastgesteld. Allereerst dat
we als Kadaster de afgelopen jaren
een onevenredig deel aan de vervaardiging van de GBKN
hebben bijgedragen en voorts dat het verstandig is voor
heel Nederland met een geharmoniseerde basiskaart te
blijven opereren. Dus willen we voor het gebied waarvoor
nog geen GBKN in produktie is (dat is de helft van Neder
land), op een andere manier verder. Het Kadaster blijft
afnemer en mede-opdrachtgever in PPP-verband met
gemeenten en nutsbedrijven. Dus moeten we samen met
die partijen, die het grootste belang hebben bij zo'n kaart,
de rest van Nederland aanpakken. Daarvoor mqeten we
eerst met die partijen aan tafel over tempo, kostenver
deling en kwaliteit en de manier waarop we dat invullen.
We proberen er naar toe te werken, dat Nederland om
streeks 2000 landelijk bedekt is met GBKN's, waarbij de
tempovraag eigenlijk meer wordt ingegeven door de nuts
bedrijven dan door het kadastrale belang.
Zegt u daarmee dat het financiële belang van de nuts
bedrijven groter is dan die van het Kadaster?
Besemer: Het Kadaster hoeft voor zijn doeleinden niet in
2000 te beschikken over een GBKN. Wie dat wel wil, zal
daarvoor moeten betalen.
Het tempo van de GBKN-vervaardiging wordt aangegeven
door de nutsbedrijven. Wie in 2000 een landelijk dekkende
GBKN wil, zal daarvan ook de lasten moeten dragen.
Dat betekent natuurlijk temporisering van de GBKN en
personele consequenties.
Besemer: Dat hangt ervan af hoe snel er een PPP van de
grond komt. Wij komen onze huidige verplichtingen na,
maar ontwikkelen geen nieuwe initiatieven. Als zo'n PPP
op zich laat wachten, treedt er een nieuwe situatie op. Dat
zal voor het Kadaster weinig personele consequenties
hebben, want we besteden alle uitvoerende werkzaam
heden daarvoor uit. Als er stagnatie optreedt, zal het
bedrijfsleven dat ongetwijfeld merken.
De toekomst van het Kadaster (zinkend schip?)
De beschikbare tijd was vrijwel verstreken, toen we bij die
vraag kwamen. Ómdat op dit moment velen binnen en
buiten het Kadaster met grote belangstelling uitkijken
naar de toekomstplannen van deze dienst, vragen we of
de heer Besemer nog een positieve boodschap heeft mee
te geven.
NGT GEODESIA 91 6
Hier en daar horen we beweren dat het Kadaster een
zinkend schip is; wat is uw mening daarover?
Besemer: Ik vind het Kadaster helemaal geen zinkend
schip. Het is een bedrijf met toekomst. Maar dat bedrijf
moet dan wel zo opereren, dat de maatschappij zegt: dat
is een prima bedrijf, daar kunnen we mee uit de voeten.
Ik hoor van klanten ook nooit dat het Kadaster weg zou
moeten en ik zou ook niet weten wie het beter zou
kunnen. Gemeenten roepen dat weieens, maar die roe
pen dat bij bijna alle taken van de rijksoverheid; daar ben
ik niet van onder de indruk. Nee, het Kadaster vervult al
160 jaar een uiterst nuttige functie en wil dat ook in de
toekomst blijven doen. We worden niet teruggeworpen op
onze primaire taak (rechtsbescherming onroerend goed),
maar we kiezen ervoor die primaire taak zo goed mogelijk
uit te oefenen.
Men moet echter beseffen dat we ten dienste zijn van een
steeds veranderende omgeving en dus zullen we zelf
mee moeten veranderen.
Maar als die verandering een bedreiging betekent voor
de medewerkers (steeds verdere afslanking), zal dat toch
weinig stimulerend werken?
Besemer: Veranderen kan vervelend zijn voor een groep
mensen, maar er blijft nog een grote groep mensen
over.
Die denken: volgende keer ben ik aan de beurt.
Besemer: Nee die denken dat niet. Men moet begrijpen
dat veranderen pijn betekent voor sommigen, maar niet
veranderen is slecht voor allemaal. Je moet de zaak ook
niet omdraaien en ter wille van de rust niets veranderen,
want dan creëer je stilstand en achteruitgang.
Overigens zullen we bij de inkrimpingsoperatie zeer zorg
vuldig te werk gaan. Met alle betrokkenen zal uitvoerig
overleg worden gepleegd, want het ondernemingsplan is
pas ondernemingsplan als het is vastgesteld door de
staatssecretaris. Men mag met alternatieven komen,
maar het moet wel leiden tot een financieel gezond
Kadaster.
Zekerheid dat er in de toekomst niets zal veranderen, kan
ik dus niet geven, we blijven veranderen (in beweging)
ook na 1995.
En dat was eigenlijk de enige zekerheid die het interview
heeft opgeleverd.
261