TE KOOP PS130£26215 AUTOMATISERING KADASTRALE REGISTRATIE makelaardij o.g, .overdracht. nu het recht om bij wanprestatie te ontbinden meestal is uitgesloten in de akte. Ook bij dwaling wordt niet op voorhand het risico bij ver koper of koper gelegd, maar worden per geval onderzoeks- en mededelingsplicht afgewogen. Als blijkt dat de koper onvoldoende naar de gelding van publiek rechtelijke beperkingen heeft geïnformeerd zonder dat de verkoper daartoe aanleiding gaf, kan hij deze later niet meer hierop aanspreken. Wanneer de acties tegen de verkoper mislukken, zit de koper vast aan zijn onroerend goed. Indien hij echter meent door anderen in de verkeerde veronderstelling te zijn gebracht of gelaten, dat er aan het goed geen bij zondere juridische gebreken kleefden, kan de koper pro beren van één van deze betrokkenen een schadever goeding los te krijgen. Wanneer deze tot een bepaalde beroepsgroep behoort (zoals het notariaat), blijken de specifieke taken van deze beroepsgroep hierbij uitgangs punt te zijn (voor een notaris dus voldoende recherche in de registers). Daarnaast kan ook een overheidsorgaan aansprakelijk zijn uit onrechtmatige daad. Dan bestaat wel het probleem dat informatie meestal vrijblijvend (na melijk mondeling of onder voorbehoud) wordt verschaft, zodat de zaak moeilijk is hard te maken. Uit het gepleegde jurisprudentie-onderzoek kan worden geconcludeerd, dat een gedupeerde koper alleen kan worden geholpen als duidelijk (bewijsbaar en verwijtbaar) door een andere partij een verkeerd beeld van de rechts toestand is gegeven. In de meeste gevallen zal het risico dus bij de koper liggen, zodat deze er verstandig aan doet alle partijen uitdrukkelijk naar de publiekrechtelijke rechtstoestand te vragen. Hierbij zou een goede registra tie natuurlijk een grote hulp zijn. Selectie publiekrechtelijke beperkingen In het tweede hoofdstuk van het rapport is een nadere selectie gemaakt uit de lijst met beperkingen die in het eerdere onderzoek (het dertiende RAVI-rapport) zijn ge analyseerd. Deze selectie is verricht vanuit de behoeften van het rechtsverkeer. Het belang van de overheid bij registratie is vrijwel niet meegenomen, omdat dat niet snel uit de eigenschappen van de besluiten volgt. Hier mee heeft het onderzoek zich bij de selectie sterk privaat rechtelijk gericht. Het belang van registratie voor het rechtsverkeer leidt tot registratie van: besluiten met rechtsgevolg; beschikkingen met zaaksgevolg; belastende beschikkingen; NGT GEODESIA 91 - 6 algemeen verbindende voorschriften met gebiedsge- wijze differentiaties; gebiedsaanwijzingen voor zover juridisch bindend voor de burger, en plannen als deze ook gebiedsge- wijs zijn gedifferentieerd. Hieruit volgt dat de geselecteerde besluiten juridisch ver bindend zijn voor de burger, gelden voor rechtsopvolgers onder bijzondere titel en gericht zijn op beperkte gebie den; allemaal tamelijk objectief vast te stellen eigen schappen. Daarnaast is gekeken in welke mate deze be sluiten een beperking van bevoegdheden van de eige naar of gebruiker betekenen, hetgeen uiteindelijk door slaggevend is. Omdat deze laatste waardering niet met eenduidige maatstaven kan worden weergegeven, zijn deze keuzen, gedifferentieerd naar de aard van de rechtshandeling, uitvoerig toegelicht in het rapport opge nomen. Dit leidt er wel toe, dat deze keuzen afhangen van de (subjectieve) waardering van de onderzoekers van de in het besluit vervatte beperking en dat daardoor zeker in de praktijk andere ideeën bestaan ten aanzien van bepaalde beperkingen. De RAVI is zich dit bewust en daarom is de lijst als discussiestuk voorgelegd aan de verschillende betrokken partijen. Na de zomer van 1991 zal aan de hand van het commentaar de definitieve lijst worden vastgesteld door de RAVI. In het rapport wordt voorgesteld een zestigtal publiek rechtelijke beperkingen te registreren. Hiervan zijn er vijf tien die nu al aan registratie zijn onderworpen en vier waarvan registratie binnenkort volgt op grond van de Invoeringswetten Nieuw Burgerlijk Wetboek. De beper kingen zijn afkomstig van het Rijk (o.a. de landinrichtings rente en de machtiging Mijnwet 1810), de provincies (o.a. bouwverbod uit de plassenverordening), gemeenten (o.a. baatbelasting en het vestigingsverbod kleine kernen) en waterschappen (o.a. onderhoudsplicht uit de keuren). Registreerbaarheid In het derde hoofdstuk van het rapport wordt ingegaan op de informatietechnische aspecten van de registratie, waarbij wordt aangeven hoe de registratie uitvoerbaar zou kunnen zijn. Eerst komt aan de orde hoever de verschillende over heden zijn gevorderd met de registratie van vastgoed informatie in het algemeen en van publiekrechtelijke be perkingen in het bijzonder. Bij gemeenten blijkt sprake van grote diversiteit, maar wel is een zekere standaardi sering op het gebied van het vastgoed te verwachten van de Gemeentelijke Functioneel Ontwerpen (GFO's). In het rapport wordt hierbij voor de publiekrechtelijke beperkin gen gewezen op het GFO Gemeentekadaster, dat toen nog in voorbereiding was. Het blijkt dat in dit intussen ver schenen GFO het primaat juist bij de resultaten van het nog te verschijnen RAVI-rapport wordt gelegd [10]. Een aantal gemeenten doet nu al veel aan geautoma tiseerde registratie van vastgoedinformatie (waaronder 263

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 7