Inpark INTERGRAPH intergraph levert aan koeweit de door Napoleon verzonnen centralisatie van de ,,op het eerste ge zicht wat dorre, maar maatschappelijk van groot belang zijnde taak". Als gemeenten de gegevens voor de heffing van de OGB moeten ge bruiken, zou men de verouderde informatie eerst handmatig verbete ren. De correcties worden vaak door de gemeenten aan het (rijks)kadaster gemeld „in de hoop dat correctie volgt". (Is een OGB- aanslag voor de eigenaar in afwijking van de kadastrale registratie wel wettig?, red. NGT Geodesia.) De scribent stelt terecht dat, voor zover dat geschiedt, voor de gecorrigeerde gegevens opnieuw moet worden betaald .terwijl het Kadaster niet betaalt voor de gegevens die de gemeente levert". Verder voerde het Kadaster recent een andere schrijfwijze van adressen in, die zich niet verdraagt met het besluit „Standaardadressering van de gemeenten". Voor de burger betekent decentralisatie minder reizen; zeker als de gemeente er publiekrechtelijke belemmeringen aan toevoegt, kan er sprake zijn van „one stop shopping". Een citaat: „In concreto zou de decentralisatie er als volgt uit kunnen zien. De verantwoordelijkheid voor de registratie van de privaat- en publiek rechtelijke rechtstoestand wordt wettelijk neergelegd bij de gemeen ten, in de vorm van een wettelijke regeling van het Gemeente kadaster. Grotere gemeenten zouden de registratie ook vrijwel direct kunnen uitvoeren. In hoge mate houdt men zich daar thans al mee bezig en de technische hulpmiddelen zijn voorhanden. De kleinere gemeenten zouden voorshands nog gebruik kunnen maken van de diensten van het Rijkskadaster, dat dan echter niet meer zou functio neren als zelfstandig orgaan, maar als facilitair bedrijf. In een perio de van tien jaar zouden geleidelijk alle taken moeten worden over genomen, zodat ook de personele gevolgen voor het Rijkskadaster beperkt kunnen blijven. Naar verwachting zou de gehete operatie voor de gehele overheid uiteindelijk tot lagere kosten leiden, daar de huidige verbrokkeling van de registraties verdwijnt en de kwaliteit van de gegevens verbetert. Tegelijkertijd zou een landelijk beheersplatform moeten worden op gezet, dat bestuurlijk voor de helft zou worden gedragen door de ge meenten in hun rot van informatiebeheerders en voor de andere helft door de andere gebruikers van deze registraties. Op deze wijze is goed overleg over opzet, gebruik en exploitatie van de registraties mogelijk". Na een betoog over de GBKN sluit de scribent als volgt af: ,,Het Rijkskadaster heeft ongetwijfeld in een bepaalde periode van de geschiedenis een zeer nuttige rol gespeeld, maar de huidige ontwikkeling van de informatietechnologie laat thans een veel meer decentrale opzet toe. In deze zin zijn de voorstellen vergelijkbaar met de opzet die inmiddels is gekozen voor de GBA. In feite zou voor de communicatie zelfs gebruik kunnen worden gemaakt van het GBA- netwerk. In het kader van de decentralisatie-discussie naar aanleiding van de Tussenbalans wordt momenteel naarstig gezocht naar concrete voorstellen. Hier lijkt er één te liggen". rrr Vr'r RAYONKANTOOR INPARK AMSTERDAM Z-0 Op 29 april 1991 is het rayonkantoor Amster dam van Inpark BV verhuisd naar het pand „Prismatrium" te Amsterdam-Zuidoost, Hogehilweg 18, gelegen te midden van de rijkswegen A1A2, A9 en A10 en op loopafstand van het NS-station Bijlmer. Intergraph Corporation gaat de Koeweitse over heid apparatuur en programmatuur leveren voor de Kuwayti Munici pal Database. Deze gegevensbank bevat een overzicht van de bouw en constructiebedrijven die zijn betrokken bij de wederopbouw van het land. De Koeweitse regering heeft in 1983 zijn eerste Intergraph-systeem gekocht voor kartering met behulp van de computer, maar de Iraakse bezetters hebben het systeem meegenomen tijdens de bezetting van het land. De Koeweitse autoriteiten hebben Intergraph gevraagd een nieuw systeem te maken met Vax-servers en Unix-werkstations en voor kartografische en geografische toepassingen en het beheer van kadastrale gegevens. Dergelijke toepassingen sluiten aan bij de Kuwayti Municipal Database, waarmee constructiebedrijven kunnen beschikken over kartografische informatie voor hun ontwerpen. Met de order is in de komende drie jaar vijftien miljoen dollar gemoeid. De Koeweitse gegevensbank heeft tien gigabyte geheugenruimte en bezit informatie over geografische, kartografische en topografische kenmerken. Het gehele gekarteerde gebied is zeshonderd vierkante kilometer op een schaal van 1 1500. I BESTUURSMUTAT1E BIJ DE VVI De Vereniging voor Vastgoedinformatie (VVI) hield op 23 mei 1991 haar algemene ledenvergadering. Penningmeester ir. J. B. Ebbinge (ingenieursbureau Van Steenis) trad uit het bestuur. Tot zijn opvolger werd gekozen ir. J. Erkelens (Grontmij). I TU DELFT EN ERS-1 Onderzoekers van de Faculteiten Geodesie en Luchtvaart- en Ruim tevaarttechniek van de Technische Universiteit Delft spelen naast andere Nederlandse onderzoekcentra een belangrijke rol bij de uitvoering van het onderzoek met de eerste Europese Remote Sen sing Satellite, de ERS-1, die op dinsdag 21 mei 1991 is gelanceerd door de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. In 1987 is door de ESA een onderzoekvoorstel geaccepteerd, dat zowel betrekking heeft op het volgen van de satelliet met de mobiele laser van de Faculteit der Geodesie, als op de extreem nauwkeurige baariberekening van de satelliet. Daarnaast vallen onder het ESA- contract nog het gebruik van radarhoogtemetingen, die de satelliet zal verrichten voor het in kaart brengen van de vorm van het zee oppervlak, het detecteren van structuren op de oceaanbodem, het verbeteren van modellen voor het aardse gravitatieveld en het meten van verschillende typen zeestromingen. Het Delftse onderzoek wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking tussen de sectie Baanmechanica van Ruimtevoertuigen van de Faculteit der Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en de Sectie Fysi sche, Meetkundige en Ruimtegeodesie van de Faculteit der Geode sie, die in Kootwijk beschikt over het Observatorium voor Satelliet- navigatie. Als „principal investigator" treedt op prof. ir. K. F. Wakker, hoogleraar ruimtevaarttechniek. Voorts dragen aan het onderzoek bij: het Instituut voor Meteorologie en Oceanografie van de Rijksuni versiteit Utrecht, het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en de Dienst Getijdewateren van de Rijkswaterstaat. Het onderzoek wordt financieel ondersteund door de Stichting Ruimte-onderzoek Nederland (SRON), de Beleidscommissie Remote Sensing (BCRS) en IBM Nederland NV. In het kader van het onderzoek is een PRARE-grondstation aange schaft met behulp van gelden van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en de TU Delft. Daarmee kunnen radiosignalen worden ontvangen van ERS-1die een belangrijke rol spelen bij de nauwkeurige baanberekeningen van de satelliet. Het instrument zal worden beheerd door het Observatorium voor Satellietgeodesie in Kootwijk. Beide TU-groepen zijn verder betrokken bij de kalibratie van de radarhoogtemeter in de ERS-1. Gedurende een periode van drie maanden zal de mobiele laser van de Faculteit der Geodesie in Monte Venda, ongeveer 40 kilometer ten westen van Venetië (in Italië), elke doorgang van de satelliet over een platform in de Adria- tische Zee voor de kust van Venetië meten. Uit deze metingen zal de sectie Baanmechanica van Ruimtevoertuigen, samen met de metin gen van het wereldwijde netwerk van lasersystemen, de satelliet- baan berekenen met een nauwkeurigheid van 10 cm. De nauwkeu righeid van de baan is essentieel om de hoogtemeter voldoende nauwkeurig te kunnen kalibreren. Begin 1991 is een uitgebreide meetcampagne gehouden, waarbij alle tijdens de kalibratie te gebruiken instrumenten in hetzelfde referentiestelsel zijn ingemeten. Inmiddels heeft het Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) belangstelling getoond voor de precieze banen van de ERS-1. Inlichtingen: prof. ir. K. Wakker, Faculteit der Luchtvaart- en Ruimte vaarttechniek, telefoon 015-785408/5176/1455. NGT GEODESIA 91 - 7/8 325

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 17