Zeeuwse RAKkers met; de hakken over de sloot De stemming van St. Philipsland, een ruilverkaveling met administratief karakter door Theo Scheele, redacteur. Ergens in de Zeeuwse archipel, helemaal in het noorde lijkste puntje, tussen Tholen en Schouwen-Duiveland geklemd, daar waar de provincies Zeeland, Brabant en Zuid-Holland elkaar raken, is ooit een eilandje ontstaan dat de naam St. Philipsland heeft meegekregen; sinds mensenheugenis een eiland en sinds een aantal jaren op meerdere plaatsen verbonden met de bewoonde wereld. Je kunt er nu komen van Brabantse zijde over de brug over het Schelde-Rijnkanaal en van noordelijke zijde via de Philipsdam, waarbij merkwaardigerwijs de klemtoon steeds op ,,phi", terwijl die bij het eiland juist op „lips" wordt gelegd. Met die gloeilampenfabriek heeft dat ove rigens niets uit te staan. Nadat de aansluiting aan de bewoonde wereld een feit was geworden, leek het de bewoners, althans het agra rische deel daarvan, tijd worden ook andere wereldse genoegens te leren kennen. men vroeg een ruilver kaveling aan. Dat was in 1980. Een verkaveling krijg je echter niet zomaar toegemeten, blijkt uit het artikel van ir. M. C. de Koster in dit nummer; daarvoor moet je van goede huize komen, of eigenlijk van slechte huize. Er moet heel wat te verbeteren zijn aan een gebied, want de overheid wil waar voor zijn geld. Pas als de situatie zo slecht is dat het water tot aan de agrarische lippen is gestegen, is men rijp voor een ruilverkaveling. Nu heeft het water bij de Zeeuwen wel vaak tot aan de lippen gestaan, maar het zou toch ,,nee" zijn geworden voor St. Philipsland; de verkavelingssituatie was te goed, er was te weinig spectaculairs te verbeteren. ,,De verka velingssituatie vóór de ruilverkaveling is hier beter dan in menig ander blok na de toedeling", merkte een ervaren ruilverkavelaar op. Maar St. Philipsland had geluk. Er kwam een nieuwe wet in 1985 en daarbij kwam de administratieve ruilverkave ling in zicht. En dat kon wel, want het wegen- en water- lopenstelsel lag er redelijk goed bij, alleen de verkaveling kon (nog) beter. De bedrijven op St. Philipsland zijn redelijk groot: 50, 60 en 70 ha, enkele zelfs nog groter. Gemiddeld heeft men vier kavels met een grootte van ongeveer 9 ha, en 78% van het bedrijf ligt in de huiskavel" (om je vingers af te likken). De veldkavels liggen op een afstand van 1250 m, want het eiland is toch nog redelijk groot. Valt daaraan nog veel te verbeteren? De landinrichtingsrekenmeesters kwamen op een ver betering tot gemiddeld drie kavels per bedrijf (12,4 ha groot), een huiskavel van 85%, en de veldkavel wordt 230 m dichterbij gehaald. „Maakt dat nu veel uit?", vroeg ik de voorzitter van de Landinrichtingscommissie, Bram van Nieuwenhuijzen. „Als je eenmaal met die snelle trekkers rijdt, ben je er toch zo? Ze rijden er weieens helemaal mee naar Den Haag". Van Nieuwenhuijzen zag dat anders: „Het lijkt niet veel, die 230 m", sprak hij, „maar je moet er zo verrekt vaak heen en dan gaat dat zeker meetellen". In een voorlichtingskrant had hij zijn collega-agrariërs op geroepen toch vooral te komen stemmen op 4 juli jl. Dat heeft hij geweten. Zelden (ik denk nooit) is zo'n groot opkomstpercentage gehaald. Alleen. ze stemden wel wat anders dan waarvoor hij ze had opgeroepen. Bijna de helft stemde tegen. Maar dat hoorden we pas aan het eind van de vierde juli. Korte voorbereiding In 1986 start de voorbereiding, in 1991 wordt gestemd. Dat is toch nog vijf jaar. Hoe kijkt de Landinrichtingscommissie tegen die korte tijd aan? „Dat is inderdaad erg kort", zegt Van Nieuwenhuijzen, „Dit werk is nieuw voor ons en het kost tijd om je in te werken. We zijn daar goed bij geholpen door middel van cursussen en voorlichting, maar het is een complex ge beuren en er moet heel wat worden onderzocht, afge wogen en besloten. Verder is onze commissie erg klein, drie man, waarvan er twee inmiddels zijn vervangen; dat kost ook weer tijd. Nee, die vijf jaar heb je echt nodig, zeker als je daarbij in aanmerking neemt dat de commis sie pas in 1987 werd geïnstalleerd en we dus maar vier jaar hadden". Stembureau. NGT GEODESIA 91 - 9 363

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 11