Conclusies matig grid, bestaande uit nxm segmenten. Op elk seg ment was een gelijkwaardige KK-constraint gedefinieerd (vaste lengte). Voor het nxm grid bedraagt het aantal KK- constraints dan (2*n*m n m). Ook kan voor alle deelvierkanten van het grid een WH- constraint worden gedefinieerd, die een rechte hoek voor schrijft. Er zijn dan (n*m) WH-constraints. De test bestaat uit het laten herstellen van een initieel, willekeurig vervormd grid naar een regelmatig grid. Fig. 8a laat de uitgangssituatie zien. Fig. 8b geeft het resul taat weer na herstel, waarbij geen WH-constraints waren gedefinieerd. Fig. 8c laat het resultaat zien na herstel, met gedefinieerde WH-constraints. Als maat voor de convergentie van het herstelproces is genomen de som van de fouten van de lengten van de segmenten, als percentage van de som van de via de KK- constraints voorgeschreven lengten. Na elke iteratieslag wordt dit percentage bepaald. In fig. 9 zijn de resultaten uitgezet tegen het aantal iteratieslagen. Te zien is dat de fout na zeven iteraties ongeveer 10% of minder bedraagt, ongeacht het aantal constraints. De KS KS Fig. 8a. Startgrid. Fig. 8b. Eindgrid zonder WH-constraints. Fig. 8c. Eindgrid met WH-constraints. Fig. 7a. Na vervanging KS. 8 Fig. 7b. Na vervanging WH. EV 2 KS WH EV •WH EV HA KS HA 8 Fig. 7c. Na vervanging EV. EV 2 KS .WH WH EV EV HA KS HA 8 Fig. 7d. Na vervanging HA. Fig. 7. Mutaties in constraintsgraaf. NGT GEODESIA 91 - 9 meetresultaten duiden erop, dat het convergentieproces niet langzamer wordt door een toename van het aantal KK-constraints. De rekentijd van het herstelmechanisme neemt dus niet meer dan lineair toe met het aantal KK- constraints. Ten aanzien van het convergentieproces tijdens interactieve mutatie is alleen de mogelijkheid van het verschuiven van een knoop onderzocht (dynamisch verschuiven met behulp van een „muis"). Dit is een ver eenvoudigde vorm van de atomaire actie „verschuiven van een knoop", waarbij de topologische constraints niet worden bewaakt. De responssnelheid na een verschuiving is groot genoeg om het hier besproken herstelmechanisme bruikbaar te achten voor de consistentiebewaking tijdens de inter actieve mutatie van (plan)topografie. Naar aanleiding van het onderzoek en de verschillende testen kan het volgende worden geconcludeerd: met een zevental constrainttypen kunnen alle voor maatvoering benodigde meetkundige relaties worden gedefinieerd; 371

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 19