In memoriam ir- W. J.
J. van Lent
Op 25 juli 1991 overleed na een ernstige ziekte ir. Wouter Jacobus
Johannes van Lent, oud-plaatsvervangend hoofddirecteur van het
Kadaster. Hij werd in 1921 in Vlaardingen geboren, startte zijn
studie van civiel-landmeter in 1937 en voltooide die in 1941. In
1951 behaalde hij het diploma van geodetisch ingenieur.
Op 1 juli 1941 trad Van Lent als 20-jarige in dienst van het Kadas
ter bij het bureau van de Landmeetkundige Dienst in Deventer. In
1943 trouwde hij met Lied aan het Rot. Hij vestigde zich met haar
in Roermond, toen hij naar het bureau van de Landmeetkundige
Dienst aldaar werd overgeplaatst. In die plaats was hij gedurende
de laatste oorlogsjaren gedwongen onder te duiken om te ont
komen aan tewerkstelling in Duitsland.
In 1947 werd hij op zijn verzoek bij de Ruilverkavelingsdienst van
het Kadaster te Groningen geplaatst. Die keuze heeft zijn loop
baan in zeer sterke mate bepaald. Na de watersnoodramp in 1953
was Van Lent onmiddellijk bereid naar Zeeland te trekken om daar
te helpen bij de wederopbouw. De Herverkaveling Zeeland
vormde daarvan een zeer belangrijk onderdeel. Aan de bijdrage
van het Kadaster aan dit omvangrijke werk heeft hij vanaf 1958 als
hoofd van het bureau Herverkaveling te Zierikzee en vanaf 1959
tevens als hoofd van het bureau te Middelburg leiding gegeven.
Zijn stijlvolle en bekwame manier van optreden bij dit bijzondere
project hebben geleid tot een hechte band tussen de mede
werkers van het Kadaster onderling en tot een uitstekende ver
standhouding met de collega's van de Cultuurtechnische Dienst
(de huidige Landinrichtingsdienst) van het Ministerie van Land
bouw. Dat zijn voor hem wellicht de beste jaren van zijn leven
geweest. Vele vriendschapsbanden uit die tijd, zowel met bewo
ners van het gebied als met collega-herverkavelaars, zijn blijven
bestaan tot op de dag van vandaag.
In 1965 volgde zijn benoeming tot hoofd van de Ruilverkavelings
divisie van het Kadaster in de rang van ingenieur-verificateur en
tot adviserend lid van de Centrale Cultuurtechnische Commissie
(de huidige Centrale Landinrichtingscommissie). In deze functie is
hij van onschatbare betekenis geweest voor de ontwikkeling van
het ruilverkavelingswerk van het Kadaster. Hij heeft veel aandacht
besteed aan de verhoging van de deskundigheid van de ruil
verkavelingsmedewerkers en drong er bij de civiel-landmeters
sterk op aan, dat zij door middel van een scriptie het diploma van
geodetisch ingenieur behaalden. Zelf was hij in 1951 een van de
eersten die op deze wijze het diploma behaalde. Ook voor de
status van de dienst vond hij dat zeer belangrijk. Daarnaast nam
hij belangrijke initiatieven tot de invoering van moderne technie
ken, zoals luchtkartering en automatisering. De nauwe relatie die
hij met de Technische Hogeschool Delft onderhield, heeft hierbij
een voorname rol gespeeld. Met de sterke toename van het ruil
verkavelingswerk in die tijd is het van groot belang geweest dat
hij tevens veel heeft gedaan aan de bevordering van de doel
matigheid van het werk en dat hij een belangrijke plaats toekende
aan de HBO-er in het ruilverkavelingswerk.
Ook in deze periode was hij bepalend voor de goede verstand
houding met de collega-diensten van het Ministerie van Land
bouw.
Bij de ingrijpende reorganisatie van het Kadaster in 1974 werden
de onderscheiden onderdelen van de dienst geïntegreerd en
kwam de functie van hoofd van de Ruilverkavelingsdienst te
vervallen. Wout van Lent bleef wel verantwoordelijk voor de be
leidsvorming op het gebied van de ruilverkavelingstaak van het
Kadaster, maar de lijnverantwoordelijkheid kwam te vervallen.
Het kon dan ook niet uitblijven dat hij bij een vrij snel volgende
nieuwe reorganisatie in 1977 een zeer zware functie kreeg, die
een combinatie inhield van beleids- en lijnverantwoordelijkheid
voor alle technische aspecten van het Kadaster. Hij werd toen
benoemd tot hoofd van de directie Landmeetkundige Zaken en
Landinrichting en tevens tot plaatsvervangend hoofddirecteur.
Helaas heeft een diepgaand verschil van inzicht over essentiële
management-aangelegenheden in 1981 geleid tot zijn beslissing
om vervroegd de dienst te verlaten. Hij was toen inmiddels veertig
jaar bij het Kadaster, maar de beslissing viel hem zeer zwaar en
wij hebben hem met zeer veel spijt zien vertrekken.
In relatie tot zijn werk bekleedde hij een aantal belangrijke
bestuursfuncties en had hij zitting in diverse werkgroepen. Een
NGT GEODESIA 91 - 9
van deze functies was het voorzitterschap van de Vereniging voor
Kadaster en Landmeetkunde in de tweede helft van de vijftiger ja
ren. Hij heeft in die functie veel voor de behartiging van de belan
gen van de collega's gedaan. In zijn Zeeuwse tijd was hij lid van
de Ronde Tafel en later werd hij lid van Lions International. In zijn
laatste levensjaren, tot op het moment dat zijn ziekte dit verhin
derde, was hij zeer actief in de Remonstrantse Broederschap.
Door zijn inzet en inventiviteit en zijn opgewekte humeur en vaar
digheid om met een ieder gemakkelijk contacten te leggen, werd
zijn inbreng in al deze gezelschappen steeds buitengewoon ge
waardeerd.
In 1973 werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje
Nassau.
Wout van Lent was een krachtige persoonlijkheid, die binnen het
Kadaster en bij de collega-diensten in zeer hoog aanzien stond.
Met zijn stijl, zijn bestuurlijk inzicht en zijn grote deskundigheid
dwong hij alom groot respect af.
Hij had een gedegen en tevens effectieve wijze van werken, een
zeer groot plichtsbesef en was sterk maatschappelijk betrokken.
Hij stelde op deze punten ook hoge eisen aan zijn omgeving en
liet niet na het duidelijk aan je te laten merken indien je niet in zijn
stijl meeging. Maar op praktisch allen van ons had hij een zeer
inspirerende invloed. Hij was voor ons een groot voorbeeld. Wij
hebben zeer veel van hem kunnen leren, maar hem zelden enigs
zins kunnen evenaren. Met zijn enorme denkkracht en inventi
viteit bleef hij je als het ware steeds een paar stappen voor, maar
ook omdat hij zichzelf, in wisselwerking met zijn omgeving, voort
durend verder ontwikkelde.
Hoe serieus Wout van Lent ook met zijn werk bezig was, in de
persoonlijke contacten, ook binnen het werk, zat altijd een grote
dosis kameraadschappelijkheid en persoonlijke belangstelling.
Daarmee, gecombineerd met zijn vindingrijke humor waarmee hij
je zo gemakkelijk op het verkeerde been kon zetten, schiep hij een
sfeer van grote saamhorigheid om zich heen. Deze sfeer werkte
ook door in de collegiale contacten naast het werk, die hij zeer
belangrijk vond en waarin hij samen met zijn vrouw Lied een actief
aandeel had.
Wanneer wij aan Wout van Lent terugdenken, beseffen wij dat wij
een geweldige baas en collega hebben gekend, die van grote
betekenis is geweest en nog is voor het Kadaster en voor velen
van ons persoonlijk. Moge de verzekering dat zovelen zo over
hem denken, enigszins tot troost zijn voor Lied en de kinderen.
J. K. B. Sonnenberg
373