Vereenvoudigde voorbereiding
Uitzonderingen
kan worden afgestemd op de functies die het vervult
of moet gaan vervullen;
het accent in de prioriteitenbepaling verschoof naar
stedelijke invloedszones en landschappelijk waarde
volle gebieden, zoals bleek uit de beleidskaart 9 van
het Structuurschema Landinrichting;
uit een enquête bleek dat 50% van de boeren
behoefte had aan verbetering van de verkavelings
situatie en slechts 15 a 20% aan verbetering van de
ontsluiting en de waterbeheersing;
kavelruilen, als eenvoudige vorm van landinrichting,
wel in een behoefte voorzien, maar altijd beperkt van
omvang blijven, omdat alle eigenaren vooraf moeten
instemmen.
Belangrijke onderdelen van het voorstel van prof. de
Haan waren:
een eenvoudige, wettelijke procedure voor een .een
voudig" gebied, dat wil zeggen geen landinrichtings
programma en geen -plan;
de vijfde vorm alleen toepassen op gebieden buiten de
beleidskaan 9, mits een bestemmingsplan buitenge
bied aanwezig is. Eventuele natuur- en landschaps
waarden kunnen dan namelijk met een aanlegvergun-
ning worden beschermd;
geen infrastructurele werken;
de richtlijnen van het Plan van Toedeling mede
toespitsen op de belangen van natuur en landschap;
de bepalingen over de aanvraag, de stemming, de
eigenlijke herverkaveling en de kostenverdeling zijn
ook van toepassing op de vijfde vorm.
Het voorstel is door de regering verworpen, omdat:
het oorspronkelijke ontwerp voor landinrichting met
een administratief karakter reeds voldoende mogelijk
heden bood;
een doorkruising van het integrale landinrichtings-
beleid werd gevreesd: tijdens de procedure zou men
kunnen overschakelen op de vereenvoudigde proce
dure;
men bezwaren had tegen de aard en de strekking van
de vijfde vorm, omdat het voorstel eigenaren en
pachters niet de mogelijkheid bood bezwaar te maken
tegen bijvoorbeeld de begrenzing van een gebied; er
ook geen bezwaren mogelijk waren tegen de voor
genomen voorzieningen door eigenaren en pachters;
het niet mocht worden uitgesloten dat er voorzienin
gen voor wegen en waterlopen nodig waren. Per slot
was er onder de Ruilverkavelingswet 1954 nog geen
project zonder werken gerealiseerd;
er geen basis (d.w.z. plan) was voor de stemming (het
voorstel van de CLC zou kennelijk als zodanig moeten
dienen);
de gebieden die op de beleidskaart 9 voorkwamen,
van de vijfde vorm werden uitgesloten.
Door de administratieve landinrichting in te passen in
de ruilverkavelingsprocedure/herinrichtingsprocedure, is
bereikt dat:
er meer waarborgen voor rechtsbescherming komen;
er in bescheiden mate voorzieningen mogelijk
zijn aan wegen en waterlopen;
er een plan is voor de stemming;
de gebieden die op beleidskaart 9 voorkomen, niet
worden uitgesloten.
Gezien de mogelijkheden die de Landinrichtingswet 1985
biedt, is daarmee een flexibele toepassing van landin
richting mogelijk gemaakt.
NGT GEODESIA 91 - 9
4gefaseerde voorbereiding
Start
uitvoering
Plan
- besluit tot
herinrichting
- stemming
voor ruil
verkaveling
- besluit tot
- stemming
voor ruil
verkaveling
4- vereenvoudigde voorbereiding -►
Het voorstel heeft er wel toe geleid dat een tweede wijze
van voorbereiding voor landinrichtingsprojecten in de wet
is geïntroduceerd, namelijk de vereenvoudigde voorbe
reiding naast de gefaseerde voorbereiding.
Om het verschil tussen de vereenvoudigde en de gefa
seerde voorbereiding te accentueren, is door de Tweede
Kamer bepaald dat het besluit tot herinrichting dan wel
tot stemming bij een ruilverkaveling wordt genomen
door respectievelijk Provinciale Staten en Gedeputeerde
Staten.
Aan de hand van de tot dusver opgedane ervaringen kan
worden geconstateerd, dat door inpassing in de be
staande vormen ook de vereenvoudigde procedure voor
een aantal onderdelen nog een zwaar middel is. Zo moet
bijvoorbeeld voor het gehele gebied een volledig be
grenzingenplan (in de zin van het oude plan van wegen
en waterlopen) worden opgesteld, terwijl er weinig infra
structurele werken worden uitgevoerd. Bovendien moet
een volledige inspraakprocedure worden doorlopen voor
een gering aantal ingrepen.
Structuurschema voor de Landinrichting
Het beleid van de regering met betrekking tot landinrich
ting wordt vastgelegd in het Structuurschema voor de
Landinrichting (SSLI). Momenteel (1991) is een nieuw
structuurschema, het Structuurschema Landbouw, Na
tuur en Openluchtrecreatie (SSLNO) in voorbereiding,
waarin de totale landinrichtingsbehoefte zal worden aan
gegeven. Het in het SSLI 1984 neergelegde beleid heeft
betrekking op de periode 1985 tot het SSLNO.
In het SSLI 1984 staat dat de regering ernaar streeft om
gemiddeld 36 000 ha per jaar aan integrale landinrichting
in uitvoering te nemen.
Op de beleidskaart 9 staan de gebieden aangegeven, die
de regering voor landinrichting in aanmerking wil laten
komen. De beleidskaart is voor de regering toetssteen
voor de provinciale voorstellen tot plaatsing van gebieden
als herinrichting of ruilverkaveling op het Voorbereidings
schema Landinrichting. De beleidskaart is enerzijds indi
catief (voor de provinciale besturen, die bij hun aanvraag
tot plaatsing op het voorbereidingsschema rekening kun
nen houden met de beleidskaart) en anderzijds limitatief.
Dit laatste houdt in dat er, behoudens het navolgende,
geen herinrichting of ruilverkaveling buiten de op de kaart
opgenomen gebieden kan worden voorgesteld.
De twee uitzonderingen die kunnen leiden tot plaatsing
op het voorbereidingsschema zijn:
359