eerste volgt hieronder een overzicht van de meest rele
vante objecten van registratie.
Er zijn twee hoofdgroepen onderscheiden, „gebieden"
en „objecten" (zie fig. 3 en 4), min of meer aansluitend
op het spraakgebruik. Gebieden worden veelal alleen
aangegeven op kaarten, objecten komen zowel op kaar
ten als in administratieve registraties voor. Bepalend voor
de plaats van een object van registratie in dit overzicht is
de informatiebehoefte van de registratiehouder, dus de
reden waarom een object wordt geregistreerd.
Grondgebruiksclassificaties
Er bestaat een aantal registraties waarin het grondge
bruik is vastgelegd. Het bekendste voorbeeld hiervan is
wel de CBS Bodemstatistiek. In deze statistiek worden 35
grondgebruikscategorieën onderscheiden. Per 500 x 500
meter vierkant is de oppervlakte van de voorkomende
categorieën vastgelegd. Voor een kartografische pre
sentatie van de statistiek dient de topografische kaart
1:10 000 als ondergrond.
De Rijksplanologische Dienst (RPD) gebruikt voor de
beschrijving van het grondgebruik haar eigen registratie,
genaamd Functioneel Bodemgebruik. De oppervlakte
elementen in deze registratie komen gedeeltelijk uit de
CBS Bodemstatistiek. Daarnaast kent de RPD nog ande
re bronnen voor deze registratie. De RPD hanteert een
ander detailniveau dan het CBS in de Bodemstatistiek; zo
is de standaard kaartschaal voor de gegevensinwinning
bij de RPD 1 25 000. Tevens zien we dat de RPD 27
vormen van grondgebruik onderscheidt. Een aantal vor
men zijn verfijningen en andere zijn samenvoegingen van
categorieën uit de CBS Bodemstatistiek.
Voor studies op regionaal niveau over het grondgebruik
in het landelijk gebied kan sinds enige tijd gebruik worden
gemaakt van de Landelijke Grondgebruiksgegevens
bank. In deze gegevensbank wordt het grondgebruik be
schreven, zoals dat kan worden afgeleid uit LANDSAT-
TM satellietbeelden. De objecten van registratie zijn vier
kante vlakken van ongeveer 25 x 25 meter. De opge
stelde grondgebruiksklassen hebben hoofdzakelijk be
trekking op de belangrijkste landbouwgewassen. Daar
naast worden stedelijk gebied, water, heide, naaldbos en
loofbos onderscheiden.
Tenslotte kan nog worden gewezen op de AKR, de ge
automatiseerde kadastrale registratie, waarin het grond
gebruik is opgenomen volgens de beschrijving in de aan
geboden notariële akten, en op de Landbouwtelling waar
in per agrarisch bedrijf de oppervlakte per categorie
grondgebruik is opgenomen volgens opgaven van de
ondernemers.
Er blijkt geen afstemming te zijn tussen de onderschei
den grondgebruiksklassen in bovenstaande registraties.
Een vergelijking van de gegevens uit deze registraties, nu
of in de toekomst, wordt daardoor bemoeilijkt.
Bedrijfsterreinen en aanverwante locaties
Er bestaan geen algemene bedrijfsterreinenregistraties
waarin een aantal verschillende kenmerken van bedrijfs
terreinen is opgenomen.
Vanuit de informatiebehoefte in het beleidsveld econo
mische zaken zijn door de RPD en de provincies op basis
van enquêtes specifieke registraties van bedrijfsterreinen
opgezet. Hierin komen gegevens voor over die terreinen
waar nog uitgeefbare gronden beschikbaar zijn. Deze
registraties kennen een administratieve oorsprong; er is
sprake van kleine verschillen tussen de provinciale
428
registraties en die van de RPD in verband met de ge
wenste detailniveaus. De RPD is actief om nu ook de
geometrie van bedrijfsterreinen vast te leggen.
In het beleidsveld milieuhygiënisch beheer zijn registra
ties aangetroffen met onder andere gegevens over be
drijfsterreinen, waar zogenaamde A-inrichtingen zijn toe
gelaten (de grote lawaaimakers in het kader van de Wet
Geluidhinder).
Zowel de provincies als het Rijk (VROM/DGM) beheren
over deze terreinen gegevens, onder andere op basis van
opgaven van de gemeenten. Het betreft administratief-
georiënteerde registraties. In hetzelfde beleidsveld ko
men we op basis van provinciale afvalstoffenplannen bij
het RIVM en de RPD (administratieve) registraties tegen
van afvalverwerkings-, autowrakkenopslag- en stortplaat
sen.
In de CBS Bodemstatistiek zijn van nagenoeg alle
bovengenoemde terreinen geometrische gegevens opge
nomen.
Bedrijfsterreinen komen op alle bestuursniveaus in regis
traties voor op het moment dat we ze (potentiële) bodem
saneringslocatie zijn gaan noemen, maar ook dan is er
geen enkele sprake van uniformiteit.
In het kader van de integrale milieuzonering bestaan met
name bij DGM plannen voor verdere uitbouw van vast
goedinformatiesystemen.
Gegevens over bedrijfsterreinen komen vanzelfsprekend
ook voor bij de gemeenten; daar vormen deze gegevens
evenwel onderdeel van de grondbedrijfsregistraties, van
bedrijvenregisters of zijn ze, op globaal niveau, onderdeel
van het bestemmingsplan.
Verschillen in de begripsdefinities van de hier genoemde
terreinen lijken in beginsel overkomelijk. Een eenduidige
identificatie van deze objecten maakt het mogelijk ge
gevens van de terreinbeheerder, de gemeente, andere
vergunningverleners en de Kamer van Koophandel in
verband te brengen, bijvoorbeeld ten behoeve van het
bodemsaneringsbeleid.
Registraties in het beleidsveld natuurbescherming
In dit beleidsveld zijn inmiddels initiatieven ontwikkeld
voor verbetering van de informatievoorziening. Binnen
het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is
ten behoeve van de informatievoorziening een onderzoek
uitgevoerd over het landelijk gebied, waarin alle activi
teiten zijn beschreven van de betrokken organisaties, de
informatiestromen en de benodigde gegevens. De struc
turering van deze gegevens heeft geleid tot een zoge
naamde informatie-architectuur. Tegelijkertijd wordt op
het vlak van de geometrische gegevens het gebruik van
hetzelfde digitale basisbestand bevorderd en is binnen dit
ministerie de Landinrichtingsdienst de proeftuin ten aan
zien van het gebruik van dezelfde GIS-programmatuur.
Deze ontwikkelingen, te zamen met initiatieven binnen
het Rijksinstituut voor Natuurbeheer en de RPD, zijn in
het rapport als aandachtspunt opgenomen.
Grondgebruikers
In het onderzoek is geconstateerd dat bij diverse over
heden behoefte bestaat aan informatie over grondgebrui
kers in het landelijk gebied in relatie tot de gebruikte
gronden. Voor deze informatiebehoefte is geen systema
tische, voor ieder toegankelijke, registratie beschikbaar.
De relatie grondgebruiker-grondgebruik is van belang in
het kader van het bodembeschermingsbeleid, onder
andere voor de schadevergoedingen door waterleiding
maatschappijen aan in het gebruik beperkte agrarische
NGT GEODESIA 91 - 10