bedrijven in grondwaterbeschermingsgebieden. In land-
inrichtingsverband worden telkens registraties opge
bouwd, die alleen voor landinrichtingsdoeleiden worden
gebruikt (Cultuurtechnische Inventarisatie en Pacht(ers)-
registratie). De komende Waterschapswet regelt de in
richting van pachtersregistraties door de waterschappen
ten behoeve van belastingheffing en verkiezingen. Op
grond van de regelgeving in de Landbouwwet (basis voor
meitellingsgegevens, welke onder andere worden ge
bruikt in Cultuurtechnische Inventarisatie), de Pachtwet
en de Waterschapswet kunnen initiatieven voor de op
bouw van openbare registraties met gegevens uit deze
bronnen geen doorgang vinden.
Conclusies
Object van registratie
De diversiteit van objecten van registratie in de onder
zochte terreinenregistraties heeft duidelijk gemaakt dat
het zinloos is verder te zoeken naar een algemeen
geldende definitie voor het begrip terrein, indien deze zou
dienen om een uniforme kleinste eenheid van registratie
vast te leggen. De materie op dit deelgebied van de vast
goedinformatievoorziening is wezenlijk anders dan die bij
woonverblijven en niet- woonverblijven. Bij de advisering
over basisregistraties voor gebouwen ging het om unifor
mering van definities van overigens nagenoeg gelijke
begrippen (codificatiegedachte). In het geval van terrei
nenregistraties is enkel uniformering van definities niet
aan de orde, omdat de inhoud die met de bestaande
definities wordt aangeduid het begrip) zo verschillend
is.
De uitwisseling van gegevens over terreinen is door het
gebrek aan een definitie voor het begrip terrein overigens
niet onmogelijk. De wijze van gegevensuitwisseling komt
hierna nog aan de orde en dan blijkt dat een algemene
definitie zelfs in het geheel niet nodig is.
Niettemin heeft de RAVI in de geest van het voort
bouwen aan vastgoedindelingen als denk- en communi
catiemodellen in het rapport een aanbeveling opgeno
men voor de plaats van het begrip terrein.
Terreinen zijn dan reële, bebouwde of onbebouwde
objecten, ter onderscheiding van de virtuele objecten
„kadastraal perceel" en „gebied". Deze keuze is vooral
ingegeven door de voortgang in het denken over basis
registraties in het vakgebied, onder andere door de VNG
in het kader van de GFO's. Voorkomen moest worden dat
met een nieuw rapport bestaande indelingen als het ware
op de kop zouden worden gezet.
Over terreinen is verder opgemerkt dat ze naar gelang de
functie qua indelingscriteria kunnen verschillen en dat ze
niet noodzakelijk landsdekkend behoeven voor te komen.
Hiermee is de gedachte van een paraplubegrip gehand
haafd. Het voorgaande houdt tevens in dat terreinen
elkaar kunnen overlappen.
Deze plaatsbepaling van het begrip terrein leidt tot de
volgende aanpassing van het schema met de onder
verdeling van de vaste objecten (fig. 5). Hier zijn ook de
virtuele objecten vermeld.
Uitwisseling van gegevens over terreinen
Er zijn twee manieren voor de uitwisseling van gegevens,
die elkaar aanvullen en in onderlinge samenhang moeten
worden bezien:
1objectdefinities voor gelijksoortige objecten. Voor een
aantal gelijksoortige objecten van registratie, die in
NGT GEODESIA 91 10
het onderzoek nader zijn aangeduid, wordt nagegaan
of de objectdefinities zodanig met elkaar overeen
komen, dat één objectdefinitie en één wijze van identi
ficatie mogelijk zijn. De gegevensuitwisseling kan dan
ook langs administratieve weg plaatsvinden;
2. gegevensuitwisseling op basis van de geometrie. Voor
de evident verschillende objecten van registratie kun
nen geen gelijke objectdefinities worden vastgesteld.
In dat geval worden gewenste relaties tussen registra
ties ad hoe gelegd, op basis van een combinatie van
de liggingsgegevens van de verschillende objecten.
Dit is het principe van het hanteren van kaartoverlays.
De geometrische gegevens van de objecten treden
hier in de plaats van de, niet te definiëren, algemeen
geldende kleinste eenheid van registratie.
Deze methode is in beginsel niets nieuws. Wanneer
we kijken naar de geavanceerde mogelijkheden die de
informatietechnologie ons biedt, vinden we deze
functionaliteit met name in de geografische informatie
systemen.
Hoewel er dus een substituut bestaat voor een algemeen
geldende kleinste eenheid van registratie, betekent dat
niet dat geen andere inspanningen meer nodig zijn voor
een doeltreffende en doelmatige gegevensuitwisseling.
Het is nodig na te gaan op welke wijze de administratieve
gegevens, of niet-geometrische gegevens, van de met el
kaar te vergelijken registraties zijn gedefinieerd. Immers,
de combinatie van de geometrie, om een doorsnede van
twee kaartbeelden te maken, zal vaak worden gevolgd
door een combinatie van de thema's uit de registraties.
Wanneer mocht blijken dat in verschillende registraties
gelijke thema's door verschillend gedefinieerde admi
nistratieve gegevens worden gerepresenteerd, dan wel
L- overige
overige
- terreinen
gebouwen
- gebieden
bouwwerken
- kunstwerken
lig-/stand-
plaatsen
vastgoed
overige topografie
kadastrale percelen
onbebouwde
terreinen
bebouwde
terreinen
technische installaties
reëel
vastgoed
object
virtueel
vastgoed
object
- ondergrondse infrastructuur
Fig. 5. Overzicht vastgoedobjecten terreinen".
429