VVI STUDIEDAG WET WOZ
De waarde van onroerende zaken is van groot belang voor de heffing
van verschillende belastingen. Tot op dit moment stelt iedere be-
lastingheffende instantie zelf de waarde vast.
In mei 1991 hebben de staatssecretarissen van Financiën en van
Binnenlandse Zaken overeenstemming bereikt met vertegenwoordi
gers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Unie
van Waterschappen en het Interprovinciaal Overleg (IPO) over de
hoofdlijnen van een wetsvoorstel Waardering Onroerende Zaken
(WOZ). In de wet WOZ worden algemene regels gegeven voor de
waardebepaling en waardevaststelling van onroerende zaken ten
behoeve van de heffing van belastingen. De wet zal gelden voor de
heffing van onroerend- goedbelastingen, de waterschapsomslag ter
zake van gebouwde zaken en, wat de Rijksbelastingen betreft, voor
de toepassing van het huurwaardeforfait en de waardering van de
eigen woning voor de vermogensbelasting.
De gemeenten worden belast met de waardebepaling en de waarde
vaststelling. Een in te stellen raad voor de waardering van onroeren
de zaken, een zelfstandig bestuursorgaan waarin Rijk, gemeenten
en waterschappen zitting hebben, houdt toezicht op de uitvoering
van de wet WOZ door de gemeenten.
Invoering van de wet WOZ brengt veel veranderingen met zich mee
voor gemeenten, waterschappen en de Rijksbelastingdienst. Tijdens
de door de VVI georganiseerde studiedag over deze wet op 21
november 1991 in het Congres- en Expositiecentrum Agora te Lely
stad zal vanuit diverse invalshoeken een beeld worden geschetst
van de verwachte effecten van de invoering ervan.
Inlichtingen: secretariaat VVI, telefoon 015 - 784548.
CONGRES BESCHERMING KOPER ONROEREND GOED
Wanneer iemand een stuk grond koopt om daarop een huis te bou
wen of een bedrijf te starten, is hij gedupeerd als na de koop blijkt
dat zijn plannen worden vertraagd of misschien zelfs niet kunnen
doorgaan door een overheidsmaatregel die het eigendoms- en/of
gebruiksrecht van zijn nieuw verworven grond beperkt. Te denken is
onder meer aan een monument-aanwijzing, een bouwverbod en
diverse gedoog- en onderhoudsplichten. En wat te doen als de grond
vervuild blijkt?
De kenbaarheid van de door de overheid opgelegde beperkingen
kan worden verbeterd in het belang van makelaars, notarissen,
advocaten, aannemers, projectontwikkelaars, burgers en bedrijven.
Op 11 november 1991 organiseren de voorlopige Raad voor Vast
goedinformatie (RAVI), de Koninklijke Notariële Broederschap (KNB)
en het Instituut Bouwrecht (IBR) een congres over dit onderwerp,
waarbij verschillende aspecten van een verbeterde kenbaarheid
worden belicht.
Inlichtingen: Vermande Studiedagen, telefoon 03200-22944.
KADASTER PAREERT VNG
In NG-magazine no. 23 van 7 juni 1991 pleitte drs. R. A. M. Meijer
voor een decentralisatie van Kadastertaken naar de gemeenten, in
no. 7/8 van NGT Geodesia werd daaruit geciteerd.
Hieronder de reactie van mr. J. W. J. Besemer, hoofddirecteur van
het Kadaster en de Openbare Registers, zoals die ais ingezonden
stuk is geplaatst in NG-magazine no. 34/35 van 23/30 augustus
1991.
De heer Meijer acht de decentralisatie van Kadastertaken in het
belang van de burger en in het belang van een goede informatievoor
ziening over vastgoed binnen de overheid. Hij mag dat vinden. Het
is alleen jammer dat het artikel ontsierd wordt door onjuistheden over
het Kadaster, te weten: de kwaliteit van de kadastrale gegevens zou
bij de gemeenten bezwaren oproepen! De gegevens zouden ver
ouderd zijn! Voor gecorrigeerde gegevens zouden de gemeenten
opnieuw moeten betalen! Er worden eenzijdig wijzigingen aange
bracht! Gemeentelijke activiteiten veroorzaken de meeste mutaties
in vastgoedinformatie! (tenminste als daar de kadastrale registratie
mee wordt bedoeld). De huidige stagnatie in de vervaardiging van de
Grootschalige Basiskaart van Nederland wordt vooral veroorzaakt
door geldgebrek!
Een paar dingen wil ik hierover kwijt:
Er bestaat reeds lange tijd een goed functionerende overleg
groep Kadaster/gemeenten (SKG), waarin zaken als massale
output uit de geautomatiseerde kadastrale registratie (AKR) wor
den behandeld. De voorgenomen wijzigingen in de gegevens
verstrekking worden daar besproken, alsmede de verdere gang
van zaken. Tot tevredenheid van de deelnemers van gemeente
zijde!
Klachten over fouten in de gegevens zijn incidenteel in het ver
leden wel voorgekomen, maar dat betrof de nasleep van de
conversie naar het geautomatiseerde bestand. Tijdens de recent
gevoerde vergaderingen van genoemde overleggroep is van
klachten niet meer gebleken. Wel is op verzoek van de gemeen
ten door het Kadaster een programma ontwikkeld, dat kan con
troleren of de mutaties bij de gemeenten goed zijn verwerkt in de
loop der jaren.
De schrijfwijze van de adressen is met de gemeenten besproken.
Het Kadaster moet de PTT-schrijfwijze wel hanteren, om straks
de conversie mogelijk te maken naar de „BiZa-schrijfwijze".
Mutaties die het gevolg zijn van een door de gemeenten gemelde
wijziging zijn kosteloos! (Artikel 8a, 2e lid, Besluit kadastraal
recht.)
In het rapport van het Instituut voor Onderzoek van Overheidsuit
gaven inzake openbare registers wordt de betrouwbaarheid van
de gegevens van het Kadaster zeer hoog aangeslagen. (De heer
Meijer besprak dit rapport in NG-magazine van 12 april 1991no.
15.)
De meeste mutaties in vastgoedinformatie (als daar tenminste
mutaties in de kadastrale registratie mee worden bedoeld)
worden veroorzaakt door de wijzigingen die uit de openbare
registers blijken, met andere woorden niet de gemeentelijke
activiteiten veroorzaken de meeste mutaties in de kadastrale
registratie.
Oorzaak van de huidige stagnatie bij de vervaardiging van de
GBKN is niet alleen geldgebrek, maar vooral ook het feit dat
gemeenten veelal niet participeren. Een planmatige landelijke
vervaardiging wordt daardoor ernstig belemmerd. Het binnen
enkele maanden te publiceren Gemeentelijk Functioneel Ont
werp (GFO) Basiskaart, waarover de heer Meijer rept, leidt trou
wens zeer waarschijnlijk tot een veel duurder produkt.
Ter aanvulling merk ik op dat de discussie over de GBKN een nieuwe
fase is ingegaan, nu in opdracht van het Ministerie van VROM wordt
onderzocht of de vervaardiging en bijhouding op basis van een
Public Private Partnership (PPP) kan worden gerealiseerd. In een
PPP zouden de meest belanghebbende partijen (Kadaster, gemeen
ten en nutsbedrijven) op basis van gelijkwaardigheid moeten deel
nemen. Doel is om in PPP-verband overeenstemming te bereiken
over het produkt, het vervaardigingstempo, de kostenverdeling, de
financiering en de bijhouding. Ook de VNG participeert in dit
onderzoek.
De argumenten die de heer Meijer aandraagt voor decentralisatie
van het Kadaster acht ik, gezien het bovenstaande, geen hout te
snijden.
VAN GFO NAAR GEMEENTELIJK BELASTINGSYSTEEM
(bericht in NGT Geodesia, mei 1991, p. 221 -224)
KV Van Alphen realiseert een objectgebonden heffingensysteem
binnen de gemeente Nijmegen. De relatie met het vastgoedinforma
tiesysteem is groot. De geometrie en thematiek van een belasting
object worden bepaald door de wetgeving, jurisprudentie en taakui
toefening met betrekking tot de gemeentelijke belastingen. De ob
jectdefinitie en -beschrijving komen voor het overgrote deel overeen
met de definities en beschrijvingen die elders binnen de gemeente
Nijmegen worden gebruikt voor vastgoedobjecten.
Bij het bepalen en begrenzen van belastingobjecten wordt gebruik
gemaakt van verschillende informatiebronnen binnen de gemeente.
De topografische kaart, de kadastrale kaart en bouwtekeningen zijn
daarbij hulpmiddelen. Taxateurs en andere medewerkers „vertalen"
deze informatie naar het begrip belastingobject. De uiteindelijke
vastlegging vindt plaats in het GH systeem. Verzending van aan
slagen en inning van gelden volgen hieruit.
Ook andere afdelingen in een gemeente werken met het begrip vast
goedobjecten. Coördinatie vastgoed is een activiteit die ervoor moet
zorgen dat de onderlinge definities, beschrijvingen en systemen zo
goed mogelijk op elkaar aansluiten. De druk op het objectgebonden
heffingenproject is terecht, gezien het grote belang. Dit behoeft
echter geen belemmering te zijn voor coördinatie-activiteiten. Vast
goedcoördinatie is een optimalisatievraagstuk dat op praktische
wijze moet worden ingevuld met behulp van systemen die ook hier
mee rekening houden. Het voordeel hierbij is, dat deze systemen vol
doen aan de GFO's van de VNG. Op deze wijze kan, zonder dat van
een eenzijdige belichting sprake is, een informatievoorziening wor
den opgebouwd, die efficiënter werken mogelijk maakt en waarmee
de bedrijfsstrategie van Nijmegen wordt gerealiseerd.
ir. L. van Alphen,
directeur KV Van Alphen Informatica
440
NGT GEODESIA 91 - 10