OMB ten einde de federale activiteiten te coördineren op het ge bied van landmeten, kartografie en locatiegebonden gegevens bestanden. De algehele coördinatie ligt in handen van de US Geo logie Survey, die valt onder het Department of the Interior, terwijl de verantwoordelijkheid voor deelgebieden ligt bij diverse federale diensten. De FGDC, die de opvolger is van een eerdere commissie voor digi tale kartografie, kent vooralsnog tien categorieën waarvoor sub commissies zijn ingesteld. Daarnaast zijn er drie werkgroepen standaarden, technologie en liaison die ook weer in de sub commissies terugkeren. Deze omvangrijke organisatie is weerge geven in fig. 2 en 3. De commissie richt zich op het maken en vaststellen van standaar den, procedures, samenwerkingsovereenkomsten tussen federale organisaties en andere middelen ten dienste van de coördinerende taak. Een andere belangrijke doelstelling van de FGDC is het bevorderen van samenwerking tussen federale, staats- en lokale overheden en tussen de publieke en private sector. Daarvoor is de werkgroep Liaison in het leven geroepen. Een inleider, voorzitter van de werk groep Liaison en zelf werkzaam bij de Federale Milieudienst, lichtte toe dat de meeste milieu-informatie zich bij de lokale overheden bevindt en dat hij dringend om suggesties verlegen zit voor de aan pak van die enorme Liaison-activiteiten. Standaardisatie In de negentiger jaren is standaardisatie een van de hoofdonder werpen van URISA, aldus diverse inleiders. In sommige staten respectievelijk provincies is men daarmee op diverse manieren ver gevorderd. Zo is in de Canadese provincie New Brunswick een bij wetgeving vast te stellen handboek met standaarden gereed op basis van het zogeheten Cabot-report. In Californië is deze zomer de laatste hand gelegd aan een memorandum of understanding, te tekenen door alle staatsdiensten, maar in grote delen van de USA is nog niets voorhanden. Bij de ASTM (American Society for Testing and Methods, te vergelijken met het Nederlandse NNI) is in een sectie onder commissie D18 (On Soil and Rock) de standaardisatie voor „GIS and mapping" ondergebracht. Daar ligt momenteel een ontwerp-standaard gebaseerd op eerdergenoemde SDTS. Hoewel er stevig commentaar ligt van de Defence Mapping Agency, het Bureau of Land Management en de Federal Highway Administra tion verwacht men eind 1991 de standaard vast te stellen en daar- Category Responsible Organization Base Mapping and Digital Cartographic Data National Mapping Division U.S. Geological Survey Cadastral Support Services Bureau of Land Management Cultural and Demographic Geography Division Bureau of the Census Geodetic Office of Charting and Geodetic Services National Oceanic and Atmospheric Administration Geologic Geologic Division U.S. Geological Survey Ground Transportation Highway Performance Analysis Branch Federal Highway Administration International Boundaries Cartographic Division Office of the Geographer Soils Soil Geography Program Soil Conservation Service Vegetation Forest Inventory, Economics, and Recreation Research Staff U.S. Forest Service Wetlands Fish and Wildlife Enhancement Direc torate U.S. Fish and Wildlife Service Fig. 3. Subcommissies FGDC en betrokken federale diensten. 444 mee vervolgens snel naar ISO te gaan (waar voorlopig nog geen Europees antwoord ligt). Dat men overigens nog zoekende is, bleek wel uit de naamgeving van de sessie ,,What do we standardize?", waarbij een inleider ervoor waarschuwde dat standaardisatie ook innovatiebelemmerend kan werken. Vergelijking met Nederland en Europa Alles overziende dringt zich de vergelijking met de situatie in Neder land en Europa op. De brede omschrijving van het vakgebied GIS, namelijk klein- en grootschalig inclusief LIS en AM/FM, leidt in de USA tot een meer geïntegreerde aanpak dan tot dusver in Nederland het geval is. De structuurschets vastgoedinformatie, die thans door de RAVI wordt opgesteld, zal wél het brede gebied omvatten. Op het gebied van coördinatie en standaardisatie voor de uitwisseling van locatiegebonden overheidsgegevensbestanden slaat Nederland be paald geen slecht figuur. De standaardisatie in Europa is de laatste tijd in een stroomversnel ling geraakt. In Nederland (NEN-1878) en in Engeland zijn al natio nale standaarden voor uitwisselingsformaten in concept gereed; ze worden eind 1991 waarschijnlijk vastgesteld. Frankrijk heeft een eigen concept ontwikkeld en voorgesteld in de Europese normalisa tiecommissie CEN een technische commissie voor geo-standaarden te installeren. Ook landen als Duitsland, Denemarken en Zweden hebben standaarden ontwikkeld. Daarnaast is MEGRIN (Multi purpose European Ground Related Information Network) als visie op de toekomst ontwikkeld door de CERCO (het comité van de Euro pese topografische diensten). De Europese commissie heeft een project op het gebied van uitwisseling van overheidsgegevens bestanden en de automobiel- en elektronische industrie werkt aan voertuignavigatiesystemen. Als Europa niet adequaat reageert op de Amerikaanse SDTS, zal voor de geografische uitwisselingsformaten wellicht dezelfde situatie ontstaan als voor de niet-compatibele televisiesystemen van de USA/Japan en Europa, met alle gevolgen van dien voor bijvoorbeeld de voertuignavigatiesystemen en de wereldwijde informatiesyste men van de Wereldgezondheidsorganisatie. Overigens zal in Europa nog een lange weg zijn af te leggen, voordat op Europees niveau een coördinatie tot stand komt, die vergelijkbaar is met de FGDC- activiteiten. Nadere informatie is te verkrijgen via het RAVI-secretariaat, telefoon 055 - 285825. mr. ir. C. J. Remijnse NGL RAYONBIJEENKOMST ZUID-WEST NEDERLAND Houden de buiten de regio Zuid-West Nederland opererende rayons zich doorgaans bezig met het organiseren van een jaarlijkse avond bijeenkomst met één spreker, de rayoncommissie Zuid-West Neder land heeft het wat moeilijker: zij dient telkenmale weer zo'n vier vijf sprekers op te sporen, die bereid zijn op de jaarlijkse congresdag in Goes hun kennis over een landmeetkundig onderwerp uit te dragen. Op donderdag 18 april 1991 opende de voorzitter, D. v.d. Velde, het congres met het bedanken van de leden van de NGL rayon commissie Zuid-West Nederland ing. D. van der Steenhoven en ir. N. Koopman en introduceerde de nieuwe commissieleden. Tevens deelde hij mee dat op dezelfde dag een vergadering bij het Kadaster plaatsvond over het Kadaster Ondernemingsplan. In de ogen van de nieuwe voorzitter dreigen de bezuinigingen bij de overheid het onderzoek op het gebied van landmeetkunde te verarmen. Gelukkig was daar op de rayonbijeenkomst nog niets van te merken. Met de volgende vijf sprekers is het een interessante en aangename dag ge worden. De heer A. M. den Boer, onderzoeksmedewerker bij de Meetkun dige Dienst van de Rijkswaterstaat, beet de spits af met een lezing getiteld Geografisch Informatie Systeem". Om het algemene be grip gestructureerd te lijf te gaan, ging Den Boer in op drie vragen 1wat is het probleem Tijdens de probleemanalyse dient een toe passingsmodel te worden gedefinieerd en de probleemhebber te worden geïdentificeerd. In de volgende fase vinden de gegevens analyse en procesanalyse plaats: wat moet in het GIS worden in gevoerd om welk resultaat te krijgen Een tip die Den Boer hier bij gaf, was: denk breed en begin klein. De verleiding om te veel gegevens op te nemen, is erg groot. Nadenken over GIS be tekent nadenken over de totale informatievoorziening van een organisatie; 2. wat kan GIS? Het ordenen, beheren en integreren van massale gegevens met een ruimtelijke component, beschikbaar stellen bij meerdere gebruikers, analyseren van ruimtelijke informatie en presenteren van informatie; 3. is GIS ideaal Een GIS heeft een terugverdientijd van vijf tot tien jaar. GIS is duurzamer dan programmatuur op maat. GIS kent NGT GEODESIA 91 - 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 28