Vr
62
75
105
245
67
72
73
93
14
band 3
band 2
bandl
Fig. 8. De opbouw van een geomorfologische kaart. Tijd, geometrie
en attributen (materiaal) hangen nauw met elkaar samen. Bron: L. W.
S. de Graaf e.a., A geomorphological mapping system at scale
110 000 for mountainous areas. Z. Geomorph. N.F. 31(1987)2,
p. 229 - 242.
eigenschappen. Deze hebben onderlinge verbanden, zij nemen niet
zomaar willekeurige waarden aan. Of, zoals Duitsers dat zo onver
taalbaar mooi kunnen zeggen: „Raume sind keine Flachen, sondern
dreidimensionale Wirkungsgefüge", ofwel „Ruimten zijn geen vlak
ken, maar driedimensionale krachtenvelden".
Zo zijn we weer aangekomen bij het „denken uit verbondenheid", de
levenshouding van Van Lent aan wiens nagedachtenis dit verhaal is
opgedragen. Kwaliteit van onderwijs en onderzoek bij de vakgroep
Landmeetkunde van de LUW moet daaruit voortvloeien [7], De ene
medewerker zal het synergie noemen, de ander objectgerichtheid,
weer een ander systeemdenken of een ecologische zienswijze. Maar
wat allen bindt, en wat we als kwaliteit aan de studenten willen mee
geven, is het idee dat je objecten of systemen of hoe je ze ook maar
noemen wilt, moet bekijken naar de drie dimensies tijd, geometrie en
niet-geometrische ofwel thematische attributen, en dat voortdurend
in hun onderlinge samenhang (fig. 9). We zien weinig in het „platte
denken", waarin als het ware aparte deeltekeningen van de werke-
TIJD
GEOMETRIE
NIET-GEOMETRISCHE
ATTRIBUTEN
Fig. 9. Een driedimensionale kijk op goede betrekkingen.
NGT GEODESIA 91-11
lijkheid worden geanalyseerd zonder besef van de hechte betrek
kingen met andere dimensies. Een student uit onze school zal zich
moeten verbazen wanneer hij ontdekt dat kadastrale informatie
systemen als LKI en AKR vrijwel onafhankelijk van elkaar zijn ontwik
keld en worden beheerd, terwijl ze toch nauw samenhangende
aspecten van een zelfde werkelijkheid moeten beschrijven. Deze
samenhang gaat veel verder dan alleen het kadastrale perceel
nummer, en er zou gebruik van kunnen worden gemaakt om tot een
hogere kwaliteit van beschrijving te komen.
Goede betrekkingen tussen GIS en remote sensing
In mijn inleiding heb ik gezegd, dat de produkten van onze univer
siteit ingenieurs en doctors in de landbouwwetenschappen zijn. Om
iets te laten zien van de eigenschappen en kenmerken van zo'n
produkt in wording, heb ik een van onze assistenten in opleiding,
Lucas Janssen, gevraagd om heel in het kort iets over zijn onderzoek
te vertellen. Hij kan dat beter dan ik, het is immers zijn motorfiets.
Het prettige van onze produkten is, dat ze van huis uit vaak al heel
wat kwaliteit bezitten en dat de groei verder haast vanzelf gaat. Zo
iets mag je verwachten in de landbouwwereld. Op tijd wat sproeien
en snoeien is meestal voldoende.
In dit hoofdstuk behandelt hij de toepassing van kennis over de
samenhang van tijd, geometrie en attributen om daarmee tot kwali
teitswinst in de attribuutbeschrijving te komen. Eén opmerking voor
af: de geometrie komt slechts tweedimensionaal aan de orde, maar
de andere dimensies zijn volop aanwezig.
Fig. 10. Remote sensing resulteert in rasterbestanden, waarbij voor
elke pixel een stralingswaarde voor een aantal golflengtebanden is
opgeslagen.
Inleiding
Er wordt al enkele jaren geschreven over de „integratie van geo
grafische informatiesystemen en remote sensing". Deze integratie
zou naar twee kanten moeten werken. Enerzijds zou bestaande (digi
tale) geografische informatie moeten worden gebruikt om de kwaliteit
van de remote sensing-beeldverwerking te verbeteren; anderzijds
zou remote sensing vaker moeten worden toegepast als techniek
voer gegevensinwinning voor geografische informatiesystemen.
Remote sensing is een techniek waarbij een scanner elektromag
netische straling, afkomstig van het aardoppervlak, meet en vastlegt.
Afhankelijk van de toestand op het aardoppervlak wordt meer of
minder straling gereflecteerd of uitgezonden. Meestal wordt in een
aantal golflengtebanden gemeten, omdat elke golflengte specifieke
informatie bevat.
De waargenomen straling wordt bepaald en vastgelegd voor zoge
naamde pixels. Elke pixel representeert een stukje aardoppervlak.
De afmeting van een pixel varieert meestal tussen de 5 en 30 meter
en is afhankelijk van het type scanner en de hoogte van het platform
waaraan de scanner is bevestigd (vliegtuig of satelliet).
Remote sensing resulteert in rasterbestanden, waarbij voor elke
pixel (raster-element) de waargenomen straling voor een aantal golf-
lengtebanden is opgeslagen (fig. 10). Het digitale karakter van deze
bestanden leent zich prima voor automatische verwerking.
Een belangrijke toepassing van satelliet remote sensing is het
481
ELEMENT
OBJECT
SYSTEEM
PROCES
WIRKUNGSGEFÜGE