Technische Universiteit De opleiding aan de Faculteit der Geodesie van de Technische Uni versiteit Delft kent een 2-jarige basisstudie die voor alle studenten gelijk is. Bij de eindstudie van 2 jaar kan de student een keuze maken uit een breed vakkenpakket. In het begin van de zeventiger jaren was de inhoud van het studieprogramma nog aanleiding tot verhitte discussies op landelijke NLF-studiedagen. Later is de aan passing van het studieprogramma, wellicht door de toegenomen democratisering binnen de faculteit, een geheel interne aangelegen heid geworden. Zo zijn met ingang van 1991, te beginnen met het eerste studiejaar, het programma en de studie-opzet na interne discussie en besluitvorming geheel herzien. De invulling van de afzonderlijke vakken is een zaak van de medewerkers van de univer siteit. Hierbij speelt de persoonlijke belangstelling van hoogleraren en docenten een belangrijke rol. In de universitaire wereld heeft de kwaliteit van het onderwijs ook de aandacht. Onlangs is in Rotterdam een studiebijeenkomst over dit onderwerp gehouden, waarbij 150 Rectores Magnifici uit 30 Euro pese landen aanwezig waren. De bestuurskundige, prof. Van Vught, heeft gepleit voor een kwaliteitsbeoordeling van het hoger beroeps onderwijs op Europees niveau. In de tijd van de studentenrevoluties, begin zeventiger jaren, namen de studenten voor het eerst het ini tiatief om de docenten en het lesprogramma te beoordelen. In het rapport dat hierover door hen werd geschreven, werden boute uit spraken gedaan en de opstellers maakten zich door de kritische toon niet echt populair. Een aantal jaren geleden is de vereniging van geodesiestudenten „Snellius" samen met andere studieverenigin gen opnieuw gestart met een dergelijk consumentenonderzoek van de basisstudie. De rapportage verschijnt binnenkort voor de vijfde keer [2], Het is niet alleen bedoeld als kritiek op de docenten, maar ook een handleiding voor de student hoe bepaalde vakken moeten worden bestudeerd. Het diploma van de Technische Universiteit wordt door het Ministerie van Onderwijs officieel en door het geodetisch bedrijfsleven in de praktijk erkend. Volgend jaar zal een zogenaamde breed samen gestelde visitatiecommissie, door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen ingesteld, het onderwijs aan de Faculteit der Geo desie beoordelen. certificeert College v. beroep RvC heeft een certificatie-overeenkomst met de certificaathouder van een vakgebied d.i. de certificatie-instelling kwaliteitssystemen van opleidingsinstellingen kwaliteitssystemen van toetsingsinstellingen opleidingen toetsingen vakbekwaamheid Secretariaat Beoordelingsteams (systeem- en vakdeskundigen) Certificatie-instelling Bestuur College(s) van deskundigen Organisatieschema van instellingen, die bij de certificatie van op leidingen en vakbekwaamheid een rol speten [7], Bedrijfsopleidingen In de zeventiger jaren kwam er in Nederland een landmeetkundige schoolopleiding op middelbaar niveau. De twee grote overheids diensten, het Kadaster en de Meetkundige Dienst van de Rijkswater staat, hadden voordien vele jaren via het CTO en de Basisopleiding in hun eigen behoefte aan middelbaar personeel voorzien [3], Vele honderden leerlingen haalden hier hun bedrijfsdiploma's, die de basis vormden voor een carrière in de landmeetkundige wereld. Sommigen studeerden verder of vertrokken na verloop van tijd naar andere werkgevers. In personeelsadvertenties uit die tijd werd het bezit van een van deze diploma's vaak als functievereiste genoemd. Het Kadaster is het langst met de eigen opleiding doorgegaan. De Meetkundige Dienst gaf het eigen personeel verder nog cursussen in de fotogrammetrie, die opleidden tot de P5 en P8 diploma's van het ITC te Enschede. In 1990 heeft de Stichting NGL onder 37 bedrijven in de geodesie een schriftelijke enquête gehouden om een beeld te krijgen van de interne bedrijfsopleidingen voor eigen personeel. Het blijkt dat deze opleidingen vooral bedrijfsgericht en bedrijfsgebonden zijn. Grotere en kleinere ingenieursbureaus leiden personeel op voor specifieke taken, waar geen volledige geodetische scholing voor nodig is, bij voorbeeld voor digitaliseerwerk. Deze scholing is vaak sterk gericht op de eigen werkmethoden, apparatuur en programmatuur en wordt soms afgesloten met een certificaat. Buiten het bedrijf is een der gelijk getuigschrift van veel beperktere waarde, omdat daar niet bekend is welke eisen er aan het behalen werden gesteld. Vrije opleidingscircuit Het grootste en bekendste particuliere opleidingsinstituut op land meetkundig terrein is PBNA met de Basis Opleiding Landmeten (BOL) en de Middelbare Opleiding Landmeten (MOL). Deze laatste, tot voor kort uitsluitend theoretische opleiding, kent tegenwoordig ook een praktijkgedeelte [4], De opleidingen kennen een leerplan commissie met vertegenwoordigers uit de geodetische wereld. Het praktijkgedeelte is er gekomen op aandringen van deze commissie en zij heeft onlangs aangegeven dat de lesprogramma's BOL en MOL moeten worden geactualiseerd. Naast de leerplancommissie is er ook nog een examencommissie met rijksgecommitteerden. Door het geodetische bedrijfsleven wordt het PBNA MOL-diploma gelijk gesteld aan het diploma dat door de MBO-colleges wordt afgegeven. Een aantal jaren geleden kende PBNA ook de opleiding tot hoger landmeetkundige (HOLA). Door het sterk verouderde lessenpakket boette het diploma van deze cursus in waarde in. Onlangs is een cursus gestart, die een groep HOLA-gediplomeerden bijschoolt tot het niveau van de afgestudeerden aan de Hogeschool Utrecht. Het is de bedoeling dat zij aan het eind van de cursus ook hetzelfde examen afleggen. Deze opleiding wordt verzorgd door de docenten die ook het dagonderwijs geven. Ook over andere onderwerpen worden door docenten van de studie richting Landmeten en Geo-informatica van de HU post-HBO cur sussen verzorgd, bijvoorbeeld in de waarnemingsrekening. Ook deze worden vaak afgerond met dezelfde examens als in het dag onderwijs. In 1990 volgde in Rotterdam een groep herintredende vrouwen en werkeloze mannen een speciale landmeetkundige basisopleiding [5], Daarna traden zij in dienst bij de afdeling Landmeten en Vast goedinformatie van Gemeentewerken Rotterdam. Voor deze groep en mogelijk andere geïnteresseerden wil men een deeltijd-opleiding starten, die de stof behandelt voor het volledige MBO-examen landmeten. Speciale cursussen Naast de hierboven genoemde cursussen die opleiden tot algemeen erkende diploma's, komen er steeds meer andere korte en lange cursussen op verschillende niveaus, die vaak inhaken op actuele onderwerpen zoals GIS of GPS. Soms gaat het om cursussen over het gebruik van een bepaald programmapakket of wordt het mana gement aangesproken. De rubriek 'Berichten' in NGT Geodesia getuigt hier maandelijks van. Gezien het groeiende aantal van dit soort cursussen en de hoogte van het lesgeld, zal het wel een lucratieve markt zijn, die in een behoefte voorziet. Meestal is het erg onduidelijk welke eisen worden gesteld aan het behalen van het eindcertificaat van een dergelijke cursus. Een duidelijker structuur in dit soort onderwijs is noodzakelijk om de zelfde reden als eerder bij de bedrijfsopleidingen is gesteld. Het is van belang voor de opleidingsinstituten, de werkgevers, de werk nemers en de opdrachtgevers. NLF-examens In de veertiger jaren, toen er nog geen MTS en HTS landmeetkunde waren, bestond de behoefte examens voor technisch personeel in te stellen, waar een duidelijke normering van de vakbekwaamheid werd vastgelegd [3], Hiertoe werd door de Nederlandse Landmeetkundige Federatie (NLF) een serie examens opgezet. Ondanks dat zij geen wettelijke status hebben, worden zij door de geodetische bedrijven erkend en werd de gewenste normstelling bereikt. De soorten examens zijn in de loop van de tijd gegroeid en weer afgenomen, afhankelijk van de belangstelling uit de praktijk. De komende jaren wordt alleen het examen Landmeetassistent nog afgenomen. 492 NGT GEODESIA 91-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 24