het gevaar in zich van een te mechanistische benadering van het werk. Een op te zetten systeem van kwaliteitszorg kan alleen goed functioneren wanneer alle medewerkers niet alleen worden betrok ken bij kwaliteitszorg, maar wanneer zij daarbij ook betrokkenheid voelen. Ook de uitvoerende medewerkers zullen daarom actief moeten worden ingeschakeld bij het continue proces van kwaliteits verbetering. In de praktijk zal dit veel tijd kosten en het nodige geduld eisen van het management. Kwaliteit en ongeduld verdragen elkaar slecht. technische oriëntatie marktoriëntatie managementoriëntatie Fig. 2. Trends in hel kwaliteitsdenken. In de industrie is het kwaliteitsdenken in de afgelopen jaren langs een duidelijke lijn verlopen (fig. 2). De aandacht was daarbij aan vankelijk sterk gericht op de kwaliteit van het eindprodukt. Controle van dit eindprodukt, al of niet met statistische technieken, was het belangrijkste hulpmiddel. Later werd daarbij ook de gehele proces gang betrokken en kwam de nadruk sterker te liggen op het voor komen van fouten. Deze technisch georiënteerde fase van het kwaliteitsdenken was vooral intern gericht. Een volgende fase gaf een meer extern gerichte markt-oriëntering te zien. Kwaliteit is dan vooral „fitness for use", waarbij de klant in sterke mate bepaalt of er kwaliteit wordt geleverd. Een moderne visie op kwaliteitszorg is sterk management-georiën- teerd. Kwaliteitszorg is hierbij vooral een beoordeling van de organi satie: de kwaliteit wordt bepaald door alle aspecten van het onder nemen. Bovengenoemde ontwikkeling van het kwaliteitsdenken is een logisch gevolg van de maatschappelijke ontwikkelingen in de geïn dustrialiseerde wereld van de afgelopen tientallen jaren. De ontwikkeling van het kwaliteitsdenken is bij het Kadaster (en de overheid in zijn algemeenheid) niet op dezelfde wijze verlopen als in de industriële sector. De uitgangssituatie en de randvoorwaarden zijn trouwens ook sterk verschillend. Bij het Kadaster is de kwaliteits benadering steeds sterk technisch georiënteerd geweest. De nadruk lag daarbij vooral op het proces en in mindere mate op het produkt. De belangrijkste reden hiervoor is natuurlijk de complexiteit van het informatiesysteem met zijn vele deelprodukten en het deels dienst verlenende karakter van het kadastrale werk. Deze „technische" oriëntatie geldt ook voor de administratieve werkzaamheden. Met name in de administratieve sector was con trole steeds een belangrijk instrument en dat is het nog steeds. Wel is het karakter veranderd, doordat een deel van de controle is over genomen door geautomatiseerde systemen. In de landmeetkundig-kartografische sector is controle eveneens steeds belangrijk geweest. Een oud voorbeeld daarvan is de „verifi- catielijn" die op diverse oude kadastrale minuutplans is te vinden. Enkele jaren geleden is een moderne variant ontwikkeld van deze verificatielijn in de vorm van het systeem Kaartverificatie. Ook met dit systeem is het mogelijk de ligging van objecten in het terrein en op de kaart (bestand) steekproefsgewijs te vergelijken. In de technische sector heeft preventie altijd een belangrijke rol gespeeld. De lange en complexe processen maakten het noodzake lijk toetsingen uit te voeren in diverse stadia van de produktie. Voor dat doel zijn in de loop der jaren veel geautomatiseerde procedures ontwikkeld, waarbij goed gebruik is gemaakt van de aan de Techni sche Universiteit Delft ontwikkelde statistische technieken. De fase van marktoriëntering van de kwaliteitszorg is tot nu toe bij het Kadaster veel minder duidelijk zichtbaar dan in de industrie. Men zou het streven naar bestuurlijke en financiële zelfstandigheid overigens wel als een stap in die richting kunnen beschouwen. Voor het merendeel van de kadastrale werkzaamheden leidt het dwin gende karakter van de wetgeving, alsmede de daarmee samen hangende monopolistische situatie, tot een zeer imperfecte markt. Bij de vervaardiging van de GBKN is wel sprake van een duidelijke marktoriëntering. Daarbij is trouwens ook gebleken hoe moeilijk het is vorm te geven aan een dergelijke marktoriëntering in een dienst die moet opereren binnen de bestaande, vaak knellende, regels van de rijksoverheid. Er zijn enkele aanzetten gegeven tot een verbeterde oriëntering op de markt. Er is een bescheiden begin gemaakt met het onderzoeken van nieuwe afzetmogelijkheden voor kadastrale produkten. Daar naast mag worden verwacht dat een sterkere marktoriëntering zal plaatsvinden, wanneer netwerken ter beschikking komen, waarmee de dienstverlening aan afnemers verder kan worden verbeterd. In tern is bovendien een begin gemaakt met het opstellen van (interne) klantenmodellen als hulpmiddel voor een meer consistente kwali teitsbenadering binnen de Dienst. Dit is met name van belang voor de vele interne leveringen die de kadastrale produktieprocessen kenmerken. De gebrekkige werking van het marktmechanisme voor een groot deel van de produkten en diensten betekent overigens niet, dat er geen goede contacten met de klanten van het Kadaster zouden bestaan. Het tegendeel is het geval. De administratieve sector heeft dagelijks intensief contact met het notariaat. In de technische sector worden jaarlijks meer dan 100 000 metingen uitgevoerd, waarbij via de procedure van de aanwijzing van nieuwe grenzen („aanwijs" in kadastraal jargon) de bedoeling van koper en verkoper en de inhoud van de betreffende koopakte worden vergeleken. Dit contact met partijen is van groot, praktisch belang voor de kwaliteit van de in formatie over subjecten, objecten en rechten in het kadastrale infor matiesysteem. Ook in landinrichtingsprojecten zijn er vele proceduremomenten met intensieve contacten met belanghebbenden. In alle sectoren be staan bovendien bezwarenprocedures, die goede mogelijkheden bieden voor terugkoppeling met klanten. In enkele sectoren van de Dienst (met name binnen de directie Rijks driehoeksmeting, Fotogrammetrie en Automatisering) is gestart met een management-georiënteerde kwaliteitsbenadering. Zo is bij de afdeling Fotogrammetrie de sterk toegenomen uitbesteding aan leiding geweest een nieuw en sterk management-gericht kwaliteits systeem op te zetten [4], Bij de afdeling Informatie-architectuur en Projecten is een begin gemaakt met het uitvoeren van een kwaliteits- audit en het opstellen van een programma voor de kwaliteitsverbete ring van systeemontwikkeling. Hierbij wordt gewerkt op basis van de richtlijnen van NEN-ISO 9004. De resultaten van deze beide initia tieven zijn veelbelovend. In beginsel passen deze voorbeelden van management-georiën teerde kwaliteitszorg goed in het beleid van de Dienst voor de komende jaren. De draagwijdte van een keuze voor deze vorm van integrale kwaliteitszorg voor de gehele Dienst kan echter op dit moment niet goed worden ingeschat. Gekozen is daarom voor een fasegewijze aanpak en het uitvoeren van diverse onderzoeken. Hier op wordt verder in dit verhaal ingegaan. BESTURING EISEN RESULTAAT PROCES Fig. 3. Kwaliteitsmodel. Actuele ontwikkelingen Kwaliteitszorg is een belangrijk instrument voor het management van een organisatie. Het te voeren kwaliteitsbeleid moet dan ook passen in de managementvisie. Dit geldt eens te meer wanneer men kiest voor een management-georiënteerde vorm van kwaliteitszorg (fig- 3). Bij het Kadaster zijn onlangs enkele belangrijke keuzen gemaakt met betrekking tot het management van de Dienst. Deze keuzen zijn vastgelegd in een ondernemingsplan, dat in september 1991 is vast gesteld. De voornaamste uitgangspunten van dit plan zijn: zich richten op de kerntaken; bedrijfsvoering op basis van bedrijfseconomische uitgangspun ten; inkrimpen omvang hoofddirectie en provinciale directies; snelle afronding automatisering; deconcentratie van taken en bevoegdheden. De doelstellingen van dit voor het management van de Dienst in grijpende plan moeten in een periode van vijf jaar worden gereali- NGT GEODESIA 91-11 475

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 7