seerd. Duidelijk is dat dit ondernemingsplan een aantal bijzondere eisen stelt aan het te voeren kwaliteitsbeleid. Het ondernemingsplan is sterk gericht op de beheersing van de Dienst in kwantitatieve zin. Het is daarom van belang dat parallel met de realisering van het ondernemingsplan een op kwalitatieve beheersing gericht systeem van kwaliteitszorg wordt opgebouwd. Het daartoe ter beschikking staande instrumentarium zal moeten worden verbeterd en uitge breid. Bij het opzetten van een dergelijk systeem is het nodig verschillende niveaus te onderscheiden. Om praktische redenen kunnen we ons daarbij beperken tot een drietal niveaus, namelijk het landelijk niveau, het provinciale niveau en het proces- of projectniveau. Op elk van deze niveaus zal de kwaliteit moeten worden beheerst met behulp van adequaat instrumentarium. In de afgelopen jaren is op dat gebied al veel gebeurd. De Kadaster- wet en de daarbij behorende beschikkingen vormen een belangrijk fundament voor een evenwichtige opbouw van de regelgeving binnen de Dienst. Mede door de automatisering zijn methoden en technieken sterk verbeterd. Er is een grote hoeveelheid technische handleidingen vervaardigd en er zijn procedures ontwikkeld voor kwaliteitsbeheersing bij uitbesteding. Dit alles neemt niet weg, dat door de snelle ontwikkelingen ook onevenwichtigheden zijn ontstaan. In de naaste toekomst is het gevaar aanwezig van een verder toenemen van deze onevenwichtig heden, onder andere door de nadruk op de decentrale verantwoorde lijkheid en door de nadruk op scherpe produktienormen. fase 1vertaling ISO 9000 naar Kadaster fase 2: uittesten op 10 deelprocessen fase 3uittesten in 3 pilot-provincies fase 4: evaluatie en opstellen handleidingen Fig. 4. Fasering van het onderzoek bij het Kadaster volgens de systematiek van ISO 9000. De noodzaak van een betere kwaliteitsbeheersing en van een grote re consistentie en systematiek met betrekking tot de kwaliteitszorg werd al enige jaren geleden onderkend. Na enkele voorbereidende studies is in 1990 besloten tot een meer gerichte aanpak. Ter voor bereiding hiervan werd een projectgroep Kwaliteitszorg ingesteld. De projectgroep kreeg de volgende taken: introductie van kwaliteitszorg in de Dienst; ontwikkeling en uittesten van instrumentarium: opstellen van een beleidsvisie; opstellen van een landelijk plan van aanpak. De werkzaamheden van de projectgroep zijn nog niet afgerond. Voor wat betreft de beide laatste taken dient verdere afstemming plaats te vinden met het onlangs vastgestelde Kadaster Ondernemings Plan. Hierover zal begin 1992 worden gerapporteerd. In de volgende para graaf wordt verslag gedaan van de bevindingen van de projectgroep met betrekking tot de beide eerstgenoemde taken. Acties In maart 1991 organiseerde het Kadaster een management-confe- rentie, die geheel was gewijd aan kwaliteitszorg. Aan deze twee daagse conferentie werd deelgenomen door alle directeuren en afdelingshoofden van de Dienst. De managementconferentie had een tweetal doelen. Via voordrach ten en documentatie werd informatie verstrekt over enkele belang rijke ontwikkelingen met betrekking tot kwaliteitszorg binnen en buiten de Dienst. Daarnaast is getracht door middel van discussie groepen een beeld te verkrijgen van het draagvlak voor een meer gerichte benadering van kwaliteitszorg. De voornaamste uitkomsten van deze discussies waren: er is meer gerichte aandacht nodig voor kwaliteitszorg; kwaliteitsaudits zijn nodig om de uitgangssituatie in kaart te brengen; er dient gefaseerd te worden toegewerkt naar integrale kwali teitszorg; produktverbetering en kostenverlaging dienen prioriteit te krij gen; verbeteringsprojecten moeten decentraal worden aangestuurd door het lijnmanagement. Uit het bovenstaande kan de conclusie worden getrokken, dat er bij het leidinggevende kader voldoende draagvlak aanwezig is voor een meer integrale en management-gerichte vorm van kwaliteitszorg. Het vorm geven van een nieuw kwaliteitsbeleid dient te starten met het beoordelen van het bestaande kwaliteitssysteem. Hieronder wordt verstaan de organisatorische structuur, verantwoordelijk heden, procedures, processen en voorzieningen voor het ten uitvoer brengen van kwaliteitszorg. Belangrijke hulpmiddelen voor bovenbe doelde beoordelingen zijn het zogenaamde kwaliteitskostenonder- zoek en de NEN-tSO 9000 normenserie [6], In beginsel kunnen beide hulpmiddelen ook van groot belang zijn in de kadastrale situatie. Besloten is daarom deze hulpmiddelen uitgebreid te toetsen op hun praktische toepasbaarheid. NEN-ISO 9000 is een door de ISO ontwikkelde en door het NNI over genomen serie normen. De voornaamste functie van deze normen serie is het harmoniseren van de vele bestaande en vaak onderling verschillende benaderingen met betrekking tot de opbouw van kwa liteitssystemen. De NEN-ISO 9000 normen hebben een generiek karakter en zullen dus voor praktisch gebruik moeten worden ver taald naar de specifieke situatie in bedrijf of bedrijfstak. Argumenten om ook in de kadastrale situatie te kiezen voor deze normenserie, zijn: de algemene opzet, de grote mate van systematiek en het grote aantal in de norm genoemde kwaliteitsaspecten maken de serie geschikt voor „intern" gebruik in de complexe kadastrale situa tie; de status van nationale en internationale norm is een goede basis voor het ontwikkelen van goede „externe" kwaliteitsbor ging- De serie bestaat uit vijf onderdelen. NEN-ISO 9000 is geen norm in de eigenlijke betekenis, maar geeft slechts de richtlijnen voor de keuze en de toepassing van de overige vier normen. NEN-ISO 9001 tot en met NEN-ISO 9003 zijn gericht op de externe kwaliteitsborging en kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor certificering. NEN-ISO 9004 is in feite ook een richtlijn die vooral is gericht op de interne kwaliteitszorg in een organisatie. Deze richtlijn omvat het gehele scala aan aspecten, dat ook in 9001 tot en met 9003 wordt genoemd en besteedt bovendien meer aandacht aan de bestuurlijke, economische en commerciële aspecten van een modern kwaliteits beleid. In de huidige, interne fase van ontwikkeling wordt door het Kadaster NEN-ISO 9004 als instrument verder uitgewerkt en ge bruikt. Dit ontwikkelen en uittesten van een op deze norm geba seerde systematiek van kwaliteitsbeoordeling vindt in fasen plaats (fig- 4). In de eerste fase zijn de in de norm genoemde kwaliteitsaspecten getoetst op hun relevantie. Tegelijkertijd zijn de in de norm gehan teerde begrippen vertaald naar de kadastrale situatie. In de tweede plaats heeft een globale toets op praktische bruikbaar heid plaatsgevonden. Op een tiental plaatsen in de Dienst is de in de vorige fase ontworpen „checklist" gebruikt om de relevante kwali teitsaspecten van enkele onderdelen van de kadastrale hoofd- produktieprocessen te beoordelen. De belangrijkste conclusie aan het einde van deze tweede fase luidt, dat het ontworpen model in beginsel goed toepasbaar is voor het doorlichten van het kwaliteitssysteem in alle sectoren van de Dienst. Wel werd geconcludeerd dat het nodig is veel aandacht te besteden aan voorlichting en introductie en aan het maken van instructies voor het gebruik van de checklist. Verder werd geconstateerd dat het nodig is het ontworpen model verder in de praktijk te ontwikkelen en dat in enkele provincies ervaring moet worden opgedaan met een kwaliteitsaudit van de voornaamste produktieprocessen. Deze laatste conclusie heeft geleid tot de start van de nu lopende derde fase. Het belangrijkste doel hiervan is het opstellen van een in alle sectoren toepasbaar model en het maken van een algemene procedurebeschrijving voor uit te voeren kwaliteitsaudits. Hoewel deze derde fase nog niet is afgerond, kunnen wel al enige conclusies worden getrokken. De aanwezigheid van een goede procesbeschrijving blijkt erg be langrijk. De procesbeschrijvingen van de kadastrale produktie processen zijn weliswaar gedetailleerd aanwezig, doch bleken juist door hun gedetailleerdheid in hun huidige vorm ongeschikt voor het gestelde doel. Elke procesbeschrijving is daarom teruggebracht tot een beperkt aantal modules. Elk van de modules is zodanig geko zen, dat eisen en verwachtingen met betrekking tot invoer en uitvoer van elk van de procesonderdelen scherp kunnen worden geformu leerd. Dit interne leverancier-klant model voldoet uitstekend. Een andere belangrijke conclusie is, dat het nuttig is ook het uit voerende niveau intensief te betrekken bij de beoordeling van het kwaliteitssysteem. Dit nut is er aan twee kanten. Enerzijds komen door inschakeling van de uitvoerenden veel praktijkknelpunten aan het licht. Anderzijds wordt door de systematiek van de vraagstelling het kwaliteitsbewustzijn van de medewerkers aangescherpt. In deze derde fase wordt ook onderzoek gedaan naar de kwaliteits- 476 NGT GEODESIA 91-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 8