Nederland krimpt; kosten [2]. Hieronder wordt verstaan de kosten van preventie en beoordeling, alsmede de kosten die optreden als gevolg van ge maakte fouten (faalkosten). De ervaring leert dat deze kosten bijna altijd hoger zijn dan men denkt. Inzicht in aard en omvang van kwaliteitskosten is onder andere nodig om prioriteiten te kunnen stellen bij het uitvoeren van verbeterings acties. Op dit moment kunnen nog geen resultaten worden gemeld. Er zijn knelpunten zowel bij de definiëring als bij de berekening van de kwaliteitskosten. De definiëring van de verschillende soorten preventie-, beoordelings- en faalkosten is met name moeilijk bij de vele geautomatiseerde processen. Verder moet de berekening van de omvang van de kwaliteitskosten nog op ad hoe basis gebeuren. Een kosteninformatiesysteem voor de gehele Dienst als onderdeel van een integraal bedrijfsinformatiesysteem zal eerst medio 1992 gereed zijn. Perspectief In de huidige fase van onderzoek naar een nieuwe benadering van kwaliteitszorg in de Dienst is de aandacht vooral gericht op intro ductie en voorlichting en op het ontwikkelen van instrumentarium. Naar verwachting zal de nu lopende fase nog in 1991 worden afge rond, zodat begin 1992 kan worden gestart met de volgende fase waarin een begin kan worden gemaakt met de doorlichting van de bestaande kwaliteitssystemen. Na deze doorlichting kan worden begonnen met het uitvoeren van verbeteringsacties. Kwaliteit is bij het Kadaster in het verleden steeds een continu ge beuren geweest. Ook in de toekomst zal dit het geval moeten zijn (fig. 5). Dit betekent onder andere dat kwaliteitszorg in beginsel procesmatig en als onderdeel van het algehele beheersingsproces moet plaatsvinden. Kwaliteitsverbeteringen zullen via een groot aan tal relatief kleine stappen tot stand worden gebracht. Vanzelfspre kend worden deze initiatieven voor kwaliteitsverbetering wel project matig opgepakt. keuze voor managementoriëntatie projectmatig opstarten en verbeteren beheersing via de lijnorganisatie fasering (stap voor stap) Fig. 5. Kadastrale beleidsuitgangspunten. In een volgende fase, waarin de doorlichting van kwaliteitssystemen in de gehele Dienst zal plaatsvinden, speelt ook de omgeving een rol. De invloed van de omgeving komt overigens nu al tot uiting bij een aantal lopende normalisatieprojecten. Normalisatie is een van de voornaamste instrumenten voor kwali teitszorg [3], Normalisatie is niet alleen voor de interne beheersing noodzakelijk (bedrijfsnormalisatie), maar ook voor een goede, ex terne kwaliteitsborging. Het Kadaster communiceert als landelijk opererende Dienst met veel afnemers en toeleveranciers. Als toe leveranciers treden niet alleen de ingenieursbureaus op, maar ook veel gemeenten en andere overheidsdiensten. Bovendien is het notariaat niet alleen de belangrijkste afnemer van informatie, maar tegelijkertijd de voornaamste toeleverancier van gegevens. Deze situatie eist goede en betrouwbare normen om dubbel werk zoveel mogelijk te vermijden. Flecentelijk is bij het NNI de commissie Kartografische Informatie ingesteld, die in samenwerking met veel betrokkenen de normalisa tie in de landmeetkundige en kartografische sector ook meer formeel gestalte moet geven. Veel voorbereidend werk wordt daarbij verricht door de RAVI. Vooralsnog zijn de initiatieven van het NNI produktgericht. In dit geval betekent dit, dat enkele functionele normen worden ontwor pen, die zijn gericht op het doelmatig en doeltreffend uitwisselen van kartografische informatie. In twee lopende projecten wordt aandacht besteed aan respectievelijk een standaarduitwisselingsformaat en aan symbolen voor grootschalige kaarten. Te verwachten is verder, dat initiatieven zullen worden genomen voor het opstellen van normen voor classificatie en voor (metrische) kwaliteit van gegevens. De genoemde normalisatie-acties zijn nog geheel gericht op de gegevens zelf en moeten prioriteit hebben, omdat in de praktijk al diverse knelpunten zijn gerezen met betrekking tot het uitwisselen van digitale gegevens. De normalisatie dient zich echter niet te beperken tot de gegevens alleen. Op niet al te lange termijn zullen normen moeten worden ontwikkeld voor gehele kwaliteitssystemen. Ook het Kadaster heeft dergelijke normen nodig als hulpmiddel bij uitbesteding of samen werking. De problematiek van kwaliteitsbeheersing bij uitbesteding of samen werking wordt in de Nederlandse landmeetkundige wereld meestal nog bilateraal geregeld (als het al wordt geregeld). Het is noodzake lijk dat deze externe kwaliteitsborging zoveel mogelijk gebaseerd gaat worden op algemeen geldende en geaccepteerde afspraken en normen. Slot Voor kwaliteitszorg bestaan geen toverformules, ook al suggereren de vele wervende brochures voor cursussen op dit gebied weieens anders. Zoals in het voorgaande is betoogd, bepalen zorgvuldigheid en mentaliteit het succes van acties ter verbetering van kwaliteit. Zorgvuldigheid kan worden bevorderd met behulp van goede nor men en procedures. Mentaliteit kan niet „even" worden geregeld, maar wel worden beïnvloed, onder andere met het uitvoeren van verbeteringsacties. Deze continue stroom van verbeteringsacties moet worden gestimuleerd en ondersteund door de leiding op alle niveaus. Kwaliteitszorg is een taak voor het management. Dit geldt zeker ook voor het Kadaster, dat zijn bestaansrecht in de toekomst zal moeten blijven ontlenen aan het leveren van kwaliteit. Literatuur 1. Mulder, F. A., Manager en produktkwaliteit. Kluwer, 1989. 2. Heer, A. de, C. T. B. Ahaus, A. M. A. M. Vos, Kwaliteitskosten, wat baat het? Kluwer, 1988. 3. Koen, L. A., Normalisatie, een noodzaak. NGT Geodesia 1991 no. 1. 4. Witmer, R. C. J., Kwaliteitszorg bij de afdeling Fotogrammetrie van het Kadaster. NGT Geodesia 1990 no. 9. 5. Volmac, Kwaliteitszorg. Interne uitgave, 1991. 6. NEN-ISO 9000. NNI, Delft. Nederland is vorig jaar een flink stuk kleiner gewor den. Ten opzichte van 1989 nam de totale oppervlakte van ons land af met 29 002 hectare, vergelijkbaar met ruim vier maal de oppervlakte van de gemeente Den Haag of een vijfde deel van de provincie Utrecht. Of, in sporttermen uitgedrukt: ongeveer 39 458 voetbal velden. Daarmee komt de totale oppervlakte van Nederland in 1990 uit op 4 157 428 hectare. Volgens een woordvoerster van het Centraal Bureau voor de Statistiek in Voorburg heeft dit te maken met het nauwkeurig in kaart brengen van de coördinaten. Vroeger waren die metingen veel minder nauwkeurig en vaak werd van veronderstellingen uitgegaan. Dat geldt met name voor het kustgebied en de Wadden zee. Omdat de kustlijn echter ieder jaar in beweging is en verandert, zal het CBS elk jaar met een ander oppervlaktecijfer komen. (Het Binnenhof, 19 mei 1991) NGT GEODESIA 91-11 477

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 9