bewonderen, zoals de prachtige luchtfoto van Emmen die diende
voor registratie van verkeersborden.
Het pad langs de westkant leidt de bezoekers langs de stands van
Prime (vastgoedregistratie, o.a. met System 9) en Pol Geotechniek,
waar werd gedemonstreerd met het nieuwste Nikon-totalstation en
het Psion-veldboek met de variabele programma's, maar vooral het
nieuwe registrerende waterpasinstrument met de „lampjesbaak",
die het zelfs nog blijft doen als alle elektronika uitvalt. Alleen als er
iemand in de vizierlijn staat, doet-ie het steeds nog niet, bleek bij de
demonstratie.
Verder viel in dit straatje de aandacht op de achterwand van Van
Steenis, waar de eenvoudige (logo) jalons nog steeds goed blijken te
kunnen dienen om aandacht te vestigen op de meer ingewikkelde en
computergestuurde werkzaamheden van een ingenieursbureau.
De laatste stand in dit rijtje was door de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat gevuld met enkele beelden van het Wadgis, een geo
grafisch systeem dat enkele gegevens van de Waddenzee bevat.
Hopelijk is er op het systeem minder bezuinigd dan op de stand,
want daar straalde de (overheids)bezuiniging wel erg van af.
Het andere uiterste was te vinden in het middenblok. Op de geza
menlijke stand van Leica en Oranjewoud was allesbehalve bezui
nigd. Naast een fraai staaltje van samenwerking tussen deze twee
bedrijven was het vooral de massa die indruk maakte: Leica met een
massale hoeveelheid gele driepoten (met uiteraard daarop zeer
geavanceerde meetinstrumenten), weergevende de inwinningstech-
nieken, en Oranjewoud met een groot netwerk van computers waar
mee de verwerking en het beheer (GEOVAS) werden gedemon
streerd.
De kwaliteitsvraag werd goed verwoord in de tekst „Hoezo kwaliteit?
Door Oranjewoud wordt al 40 jaar kwaliteit exact in kaart gebracht".
Ook de oranje tulpenbollen bleken trouwens weer van goede kwali
teit te zijn.
Buurman KLM Aerocarto slaagde erin door een handige opstelling
van een mooie stereopresentatie veel bezoekers binnen te lokken.
De laatste in dit vak, Logisterion/Kramers/GRC moest het van de
beeldschermen hebben om de vastgoedsystemen gebaseerd op
Arc/Info en AVS te laten zien.
Opvallende overbuurman, Topcon/Van Biezen/GTC, had het erg
druk. In de goed verzorgde stand waren de nieuwste Topcon foto-
grammetrische en landmeetkundige instrumenten uitgestald (GTS
300 en 400 serie) en GTC demonstreerde de zelf ontwikkelde LKI-
applicatie binnen MicroStation.
De wat donkere, maar zeer deskundig gebouwde, B&S/Grontmij-
stand daarnaast kwam duidelijk in het voetlicht toen de naam offi
cieel werd gewijzigd in Geogroep, waarbij alle aanwezigen een (of
meer) borrel(s) werd aangeboden.
Zeiss verheugde zich in een grote belangstelling. Om de uitslag van
de kijkerloterij te weten te komen, moest men plaats nemen achter
een Ree Elta, meestal om te zien dat er geen kijker was gewonnen.
Kontek was voor het eerst op de tentoonstelling en zeer tevreden met
de belangstelling voor het vastgoedsysteem ORSYS met ORMIS
(van KV Van Alphen).
In dit straatje kwamen we Geo-Meetdienst tegen, het enige „land
meetkundige" bureau, Eurosense met een videofilm die de activitei
ten van dit bedrijf vertoont en helemaal achterin de hoek de rustige
stand van Mabeg, waar met de eindprodukten werd getoond wat er
met computers kan worden gemaakt.
Het zuidelijk gedeelte bevatte een aantal interessante leveranciers,
waaronder ADAM, M&R en Tebodin.
Het middenpad volgend, ontving Heidemij Geodesie ons hartelijk om
uitleg te geven over een toegepast conversieproject in Breda. En
toen wenkte RAET ons binnen haar zeer fraaie vesting. De belang
rijkheid van PC of werkstations werd onderstreept door de opstelling
op speciaal geconstrueerde stellingen, waarvan de kostprijs vast niet
ver beneden die van de computer zelf zal liggen. In een rustige
contactruimte binnen dat centrum kregen we beknopte, maar duide
lijke uitleg van het GUNIM-systeem (gemeentelijk universeel
integratiemodel) dat verbindingen legt tussen Kadis, GHA en GBA.
In de deftige blauwe ruimte van Intergraph was natuurlijk het foto-
grammetrisch uitwerkingsinstrument „Image Station" de tophit.
Daar recht tegenover had Osiris zoveel mogelijk uitgestald op een
klein plekje. Enkele knalrode computers nodigden uit tot gebruik
(aanraken mocht). Desondanks bleven ze geruime tijd onberoerd.
De Kadaster-stand zag er net zo uit als in 1989 en leek, ondanks de
afslanking van de dienst, niets ingekrompen. Wat getoond werd, is
wel veranderd. De vorderingen in de automatisering waren duidelijk
in beeld gebracht. Een „filmzaaltje" bracht uitleg over de voortgang
van het landinrichtingssysteem LIN, dat relaties legt tussen de karto-
grafische gegevens in het subsysteem KAS (opgebouwd rondom
FINGIS) en de administratieve gegevens in het vastgoedregistratie
systeem VRL.
De opvallend mooie, groene Rocomp-stand kon je niet missen; velen
vielen letterlijk over de onopvallende drempel de stand binnen, maar
werden daar met open armen ontvangen bij de Geodimeters waar
met name het „one man system" voorzichtige aandacht kreeg (want
dat kost mensen). Om niet te veel af te schrikken, vertelde Rocomp
zelf dat je er „eventueel met één man mee zou kunnen werken".
Nog even de hoek om, waar Controlec een heel grote ruimte had
ingericht om te laten zien hoe kwaliteit in conversie wordt bereikt, om
vervolgens in de bekende gele stand van Hansa Luftbild kennis te
maken met het pas ontwikkelde TIGRIS-programma, waarmee mani
pulaties, selecties en analyses mogelijk zijn in velerlei bestanden.
Ook de bekende gele Hansa Luftbild kalenders puilden uit veel
congresgangerstassen.
Er bleek nog even tijd te zijn om een blik op de stands van Neitraco,
Bruka en ReproTop te werpen, om dan via de meetauto van Hoekstra
en de instrumenten van Gadella terug te keren in de NGL stand,
waar Hennie juist omriep dat de tentoonstelling ging sluiten en over
vijf minuten de stroom zou worden afgesloten.
Met excuses aan de standhouders die wij niet meer konden be
zoeken, maar waar hopelijk anderen voldoende interesse hebben
getoond.
Het is waar, als je alle lezingen wilt aanhoren en alle stands wilt
bezoeken, is drie dagen te kort. Maar waarschijnlijk zal niemand dit
willen verlengen, dus op naar de volgende driedaagse dan maar.
Dank aan voorzitter J. Schoemakers van ir. J. Lahuis namens de ex
posanten.
Postersessie-impressie
Aangemoedigd door de stem van Hennie, die elke dag omstreeks
11.00 uur opwekte om de posterpresentatie te gaan bewonderen,
begaf een bescheiden aantal bezoekers zich richting ontvangsthal.
In tegenstelling tot de Expozaal was het daar echt rustig. Je kon op
je gemak kijken en zelfs verstaanbaar met medekijkers converseren.
Daaruit bleek waardering voor het gebodene. De eerste interesse
ging bij veel bewonderaars uit naar de uit vier ramen bestaande,
prachtige postzegelverzameling waar geodesie-postzegels en first
day covers uit de gehele wereld waren uitgestald. Een kostbare ver
zameling die veiligheidshalve elke avond werd opgeborgen.
In vergelijking met 1989 was de postersessie nu kleuriger en vrolijker
van aanzien, waardoor zij ook duidelijk meer aandacht kreeg van de
bezoekers.
Het onderwerp kwaliteit was gevarieerd in beeld gebracht. De groot
ste oppervlakte werd door de TU Delft ingenomen, allereerst door
een paneel waarop de kalibratietechniek (samen met de MD) in
NGT GEODESIA 91 - 12
549