bij monde van ing. M. J. van Bracht het gebruik van informatiesyste men OLGA (On Line Grondwater Archief) en REGIS (REgionaal Geo- hydrologisch Informatie Systeem). Ir. W. van Duijvenbooden daar entegen was minder „commercieel" in zijn aanpak met betrekking tot de bodem- en grondwaterkwaliteitgegevens die bij het RIVM beschikbaar zijn. Dagvoorzitter drs. E. Romijn (Provincie Gelderland) sloot daarna de rij voordrachten met de constatering dat de waarde van het bestand aan aardkundige gegevens in Nederland wordt geraamd op onge veer één miljard gulden en dat in de SAG-II de vraag aan de orde komt of en hoe het maatschappelijk nut van dit kapitaal kan worden verhoogd door het beter beschikbaar stellen van aardkundige ge gevens aan de gebruiker. In de aansluitende discussie werd uiteraard verder ingegaan op de prijs-aspecten van de levering van de aardkundige gegevens. Verder werd er wat twijfel opgeroepen bij de definitie van aardkundig: zouden er niet meer disciplines vertegenwoordigd moeten zijn in SAG-II? De voorzitter meldde echter dat het nu al moeilijk genoeg was geweest vier diensten op één lijn te krijgen, ondanks alle goede wil, maar dat voor de toekomst er toch wel aan werd gedacht, met name in de richting van de meteorologie (KNMI), de oppervlakte wateren (Rijkswaterstaat/RIZA) en de topografie (Topografische Dienst). Ik vind juist dit laatste een noodzaak, vooral ook gezien de vele malen dat het begrip „digitale topografie als ondergrond" viel! Van de studiedag is een publikatie verschenen: ,,Geo-informatie in Nederland", rapport no. 25 CHO-TNO, te bestellen via telefoon 015 - 697281Aanbevolen! Frits J. J. Brouwer BIJEENKOMST COMITÉ PERMANENT FIG Het Finse FIG-bureau, dat als dagelijks bestuur van de FIG dit jaar zijn laatste bestuursjaar kent, heeft een ambitieus werkprogramma gehad. Op de laatstgehouden jaarlijkse bijeenkomst van het Comité Permanent (PC, het orgaan van de FIG waarin de vertegenwoordi gers van de bij de FIG aangesloten landen zitting hebben) te Beijing (20 - 25 mei 1991) is op de PC-bijeenkomsten en de buitengewone algemene vergadering de kroon op het werk gezet (oogstjaar). Te noemen zijn in dat verband de succesvolle afronding en aanvaarding van: FIG-verklaring over landmanagement inzake het belang van landmanagement voor de ontwikkeling van landen en over de rol die de landmeter kan spelen in het landmanagement, een verkla ring die is ontworpen door prof. mr. ir. J. L. G. Henssen en die geheel is afgestemd op en spoort met het beleid van de VN/ HABITAT; FIG-verklaring over het milieu, inzake het belang van een duur zame ontwikkeling en over de rol die landmeters kunnen spelen in het realiseren van deze duurzame ontwikkeling, een ontwikke ling waarin zowel ruimte is voor economische groei als voor mi lieubescherming; de verklaring is afgestemd op en spoort met het beleid van met VN/UNEP (milieuprogramma VN); rapport verhouding FIG-leden van de aangesloten verenigingen over hoe de leden beter op de hoogte kunnen zijn van het FIG- gebeuren, o.a. dat de verenigingen beter hun best moeten doen om de FIG-activiteiten voor het voetlicht te brengen, iets waaraan de NVG ten behoeve van het Nederlandse beroepsveld serieus tracht inhoud te geven; rapport inzake de ondersteuning voor ontwikkelingslanden die het vakgebied ter plekke trachten te bundelen door het oprichten van beroepsverenigingen; de statutaire toelating van zgn. sponsorleden ten einde de finan ciële basis van de FIG te verbeteren; publikatie van aanbevelingen op basis van het rapport „Uitwisse ling Landmeetkundig en Kartografisch Personeel tussen Lan den" ten einde minder ontwikkelde landen te ondersteunen (trai ningen „on the job"); publikatie van de definitie van landmeter ten einde nationaal en internationaal het landmetersberoep te duiden en te promoten (NGT Geodesia 1991 no. 6, p. 274); goed verlopende onderhandelingen met de UNESCO, de ILO en het Statistisch Bureau van de VN over de opname van de defini tie van landmeter in de VN-classificaties, zoals: Int Standard Industrial Class ISIC; Unesco's Int Stand Class on Education ISCED; ILO's Intern Stand Class of Occupations ISCO; goedkeuring van de NGO-status bij UNEP (niet gouvernementele organisatie-status); goede vorderingen bij het bereiken van de NGO-status bij de UNESCO; NGT GEODESIA 91-12 ontwikkeling van een eenjarig opleidingsprogramma surveying voor ontwikkelingslanden op verzoek van de UNESCO; verzoek van de VN of de FIG een lijst wil vervaardigen en bijhou den van experts die gekwalificeerd zijn het landmetersberoep uit te oefenen in ontwikkelingslanden, met de aanwijzing van een verbindingspersoon per land; afronding van de aanvraag van de FIG om lid te worden van de International Council of Scientific Unions, waardoor erkenning plaatsvindt, visa-problemen worden voorkomen en raadpleging verzekerd is; aanvaarding van de aanbevelingen uit het FIG-rapport over de uitwisseling van landmeetkundig en kartografisch personeel tussen landen door het VN Departement of Technical Coopera tion for Development. In Beijing heeft het FIG-bureau haar werkprogramma afgerond. De mening van ondergetekenden is, dat in de afgelopen vier jaar, de bureautermijn, zeer goede vorderingen zijn gemaakt, die gunstig zijn voor de wereldgemeenschap in het algemeen en voor het beroeps veld van de geodeten in het bijzonder. Namens Nederland is zulks aan de president medegedeeld onder overbrenging van de compli menten. J. L. G. Henssen en P. van der Molen 1000 JAAR VADERLANDSE GESCHIEDENIS IN HONDERD STUKKEN en de rol van de kaart hierin Bomvol was de Nieuwe Kerk in Amsterdam, toen prins Willem Alexander op 9 oktober 1991 de tentoonstelling van de Vereniging van Nederlandse Archivarissen opende. In honderd stukken moest het volk kennis kunnen nemen van het feit dat een archief niet dood maar springlevend is, dat het het heden met het verleden verbindt. En dat is goed gelukt. Een wat merkwaardige aanblik gaf de kerk: de kooromgang gevuld met spandoeken, vitrines en tentoonstellingspanelen, de preekstoel bezet door televiesiecameramensen, op een podium voorin de kerk het muzikaal gezelschap „Nederlands Koper Quintet" en achterin, tegen het koorhek aan, stonden dienbladen met sherry gereed. De trompetten schalden toen Zijne Koninklijke Hoogheid de kerk be trad met een aantal hoogwaardigheidsbekleders. Prof. mr. J. Th. de Smidt (voorzitter van de vereniging) gaf als eerste spreker nog de toelichting dat met die honderd „stukken" een grote variatie van objecten wordt bedoeld, dit in tegenstelling tot het modern Nederlands, waarbij hiermee ook personen kunnen worden aangeduid. De openingshandeling werd voorafgegaan door een boeiend verhaal van Hella Haasse. Zij wist de honderden aanwezigen te boeien met haar persoonlijke ervaringen in het graven in archieven, waardoor haar boeken zo waardevol konden worden. Steeds meer kwam zij Overhandiging oorkonde door Graaf Willem II aan het Hoogheem raadschap van Rijnland. 557

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 33