Kwaliteitszorg bij de [Meetkundige Dienst van de] Rijkswaterstaat door dr. ir. F. J. J. Brouwer, hoofd van de afdeling TN-Onderzoek van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft. SUMMARY Quality management at the (Survey Department of) Rijkswaterstaat This article describes how the Survey Department of Rijkswaterstaat deals with the quality issue in relation to its output. Two examples illustrate quality projects in the non-geodetic sector of Rijkswaterstaat. Subsequently knowing that quality management has primarily to do with organization and attitude the specific organizational philosophy of the Survey Department, which goes under the motto 'Made to measure, on time' is discussed, illustrated by some examples as well. Next, a review of activities which now take place at the Survey Department to constitute an overall quality policy is given. The article concludes with some personal theses by the author. 1. Kwaliteit In de eerste lezing [1] van dit congres is uiteengezet wat kwaliteit en kwaliteitszorg zijn. In deze lezing zal worden getracht uiteen te zetten hoe de Rijkswaterstaat (RWS) omgaat met het kwaliteits denken. Voordat ik hier echter toe overga, is het nuttig even kort twee essen tiële punten rond kwaliteit naar voren te halen. Allereerst moet kwaliteit niet worden vergeleken met een licht schakelaar [2], die alleen aan of uit kan staan: er kan veel of weinig kwaliteit zijn; de kwaliteit kan (ruim) voldoende of juist voldoende zijn. De grens tussen acceptabel en niet acceptabel is moeilijk te trekken. Of de consument het produkt goed vindt en conform de beschreven eisen en wensen, is onder meer afhankelijk van de nauwkeurigheid en volledigheid waarmee deze eisen en wensen zijn vastgelegd. Het is echter praktisch onmogelijk om alle eisen en wensen eenduidig op papier te zetten. Zo ontstaan dan situaties waarin consument en producent aan het einde van de rit beiden met een „kater" blijven zitten, zoals is weergegeven in de anekdote in het kader. Kwaliteitszorg een anekdote naar [2] Het regent. De koning vraagt de Tovenaar: „Kun je de regen laten stop pen?" De Tovenaar tovert wat en het begint te sneeuwen. De koning kan dat bepaald niet waarderen en zegt: „Sodemie ter, het sneeuwt!11" En de Tovenaar antwoordt: „Wat wilde U nu eigenlijk???" Waarop de koning schreeuwt: „Je bent ontslagen!!!" In deze anekdote is duidelijk een manco aanwezig met be trekking tot de kwaliteit. De opdrachtgever had niet duidelijk genoeg aangegeven wat hij wilde; hij had alleen aangegeven wat hij niet wilde, overigens zonder het zelf te beseffen. Aan de andere kant was het voor de tovenaar blijkbaar onduidelijk aan de hand van welke criteria zijn functioneren werd beoordeeld. Dat de werkelijkheid soms toch verdacht veel op sprookjes en anek dotes lijkt, mag blijken uit het kader op p. 533. Goede afspraken maken is dus een eerste vereiste voor goede kwaliteit! Hiermee ben ik ook direct beland bij het tweede (en laatste) essen tiële punt van kwaliteit dat hier naar voren dient te komen, namelijk de uitsplitsing van het begrip kwaliteit in: technische kwaliteit, met de aspecten: volgens afspraken/specificaties; voldoen aan behoeften; management-kwaliteit, met de aspecten: op tijd/volgens planning; binnen budget. Lezing gehouden op 23 oktober 1991 te Utrecht tijdens het 16e NGL congres. NGT GEODESIA 91-12 Hierbij moet worden bedacht dat de techniek meestal niet de „bottle neck" vormt. Zo is uit een onderzoek van de American Society for Quality Control gebleken dat 90% van de kwaliteitsproblemen een organisatorische oorzaak heeft. Ruwweg tweederde daarvan heeft te maken met verantwoordelijkheden en bevoegdheden. En daarmee gaat het dus om de mens en zijn of haar plaats in de organisatie. Algemeen erkend is dan ook dat de introductie/verbetering van kwaliteitszorg in een organisatie alleen succesvol kan verlopen, in dien deze „top-down" (vanuit de directie naar de werkvloer) plaats vindt, via onderstaande globale fasering: Fase 1er zal begrip moeten worden gekweekt voor kwaliteitszorg. Fase 2er zal een verandering in werkhouding moeten worden ge creëerd. Fase 3: het werkgedrag zal daadwerkelijk moeten veranderen. Fase 4het nieuwe werkgedrag zal moeten worden bestendigd, zo dat het een permanent karakter krijgt. Het hogere doel van deze aandacht voor kwaliteit is uiteraard de zorg voor de continuïteit van de organisatie, zowel bij het bedrijfsleven als in de publieke sector. Daarvoor moet je beter zijn dan je concurren ten, beter, maar wel voor dezelfde prijs. Want het is geen kunst beter te zijn voor een veel hogere prijs 2. Rijkswaterstaat Kwaliteitsdenken De Rijkswaterstaat verzorgt voor de Nederlandse samenleving droge voeten en een begaanbaar land. In de afgelopen periode heeft er veel politieke besluitvorming plaatsgevonden over vraagstukken waarbij de beleidsvoorbereiding (ook) bij de Rijkswaterstaat lag. Hierdoor wordt nu energiek gewerkt aan de uitvoering van de plan nen uit bijvoorbeeld het Structuurschema Verkeer en Vervoer (SVV) en de Derde Nota Waterhuishouding (NW3). Gezien dit belangrijke takenpakket en het jaarlijkse budget van ongeveer 4 miljard gulden is het bij de Rijkswaterstaat altijd al zo geweest, dat de kwaliteit van produkten en diensten voorop stond. Kwaliteit was dan echter vaak wel gedefinieerd als technische kwali teit; de bekende budgetoverschrijdingen bij de bouw van de Storm vloedkering Oosterscheldewerken zijn voldoende om te weten dat de andere kant van kwaliteit weieens onder de techniek lijdt. Sinds enige jaren is het regeringsbeleid dat van een terugtredende overheid. Zo is de Rijkswaterstaat in de afgelopen jaren in perso neelsomvang teruggelopen van ongeveer 12 000 naar 10 000 man, en volgens de huidige plannen van de Grote Efficiency Operatie (GEO!) moet dit aantal met nog eens zo'n 900 terug. In zo'n situatie is het van uitermate groot belang dat de toezichthoudende en contro lerende functie van de overheid nauwkeurig wordt vastgelegd en waar mogelijk taken worden overgedragen aan het bedrijfsleven. Dit betekent dat er een verschuiving zal gaan ontstaan in taakgebieden. Het zal ertoe leiden dat er minder mensen beschikbaar zijn voor de gebruikelijke en welbekende kwaliteitsbewaking „oude stijl". Het daarvoor in de plaats voorschrijven en toepassen van kwaliteits borging blijkt echter ook bepaalde risico's met zich mee te brengen. Zo moet worden voorkomen dat er verstarring optreedt en dat bureaucratie de overhand krijgt. Aandacht voor de feitelijke produk ten en diensten blijft dan ook noodzakelijk [3]. De Rijkswaterstaat 531

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 7