Koppeling
Hoe veilig is veilig?
We gaan weer terug naar de actieve console. De „JAJA"
is een heel stuk verder gekomen en koerst aan op de
plaats waar hij een loods aan boord moet krijgen. Op een
ander klein beeldschermpje roept de operator een over
zicht op. Dit is het IVS, een database die op schijven is
opgeslagen en een grote hoeveelheid administratieve
gegevens bevat. De schepen die binnenkomen, zijn
meestal al enkele dagen geleden aangemeld per telex of
fax en opgeslagen in het IVS. Alle relevante gegevens
van dat schip staan erin, zoals tonnage, lengte, breedte,
diepgang, bestemming en lading, maar ook wanneer hij
ongeveer het walradargebied zal binnenkomen. Deze
gegevens zijn als het ware sluimerend opgeborgen. Acht
enveertig uur voor de berekende binnenkomst in het
gebied maakt het systeem de gegevens actief en zes uur
voor het berekende tijdstip van binnenkomst wordt het
schip op de lijst van binnenkomende schepen gezet en
aangemeld aan de loodsdienst. De loods kan zich dus
tijdig gereed maken.
Toen de JANJAAP zich voor het eerst meldde, schakelde
de operator zijn IVS-scherm in en koppelde het IVS aan
het radarsysteem. „Oké, JANJAAP, je werd al verwacht,
we weten wie je bent". Door de label aan de stip te han
gen, „vaart" nu de bak met gegevens vanzelf mee en is
op elk moment zichtbaar te maken; bovendien wordt deze
steeds geactualiseerd. Volgens de huidige berekeningen
zal het schip 's avonds om zeven uur in Antwerpen zijn.
Als de radarmetingen uitwijzen dat hij zijn snelheid heeft
gewijzigd, wordt dat tijdstip automatisch aangepast.
Loods exit?
Een eindje voor de „JAJA" vaart een vierkantje met een
streepje onder de eerste letter. Die heeft al een loods aan
boord. Op het moment dat hij aan boord stapte, gaf de
loodsboot het nummer van de loods door. De gegevens
van die loods zitten in het bestand en daardoor weet het
systeem nu precies te vertellen welke loods er aan boord
is, met al zijn antecedenten, opleidingen, bevoegdheden
en ervaring.
Een tegemoetkomende boot, de Nina, is door een letter
,,i" gemerkt. Die heeft gevaarlijke lading aan boord, ver
klaart Waleson. De operator leest op zijn IVS-scherm af
dat het hier om 20 000 ton ammoniak gaat. Als de JAJA
nu in aanvaring zou komen met de Nina, weet men on
middellijk welke maatregelen moeten worden getroffen
Loods exit
en welke instanties moeten worden ingeschakeld. Het
zou best interessant zijn voor de lezers als het nu zou
gebeuren, maar zo op het lekenoog te zien blijven ze op
voldoende afstand van elkaar en zelfs ter wille van dit
verhaal was dat niet te regelen.
„We kunnen de schepen vanaf hier best begeleiden",
zegt Waleson, „maar we sturen ze niet. Dat is voor ver
antwoording van de loodsen". Een soort samenwerkings
verband? Waleson aarzelt even en glimlacht. „Een
samenwerkingsverband? Nee, dat niet zo direct. Kijk, zo
wel de loodsen als wij zijn verantwoordelijk voor een vei
lige en vlotte doorvaart. Maar de loods is aan boord en die
stuurt het schip. Wij kunnen hier wel zien als er wat ver
keerd gaat, als er plotseling van koers wordt veranderd,
maar ingrijpen doen we toch niet zo gauw. De Schelde is
erg grillig en bochtig. De koers van een schip verandert
van minuut tot minuut. De loods zoekt de beste en vei
ligste weg. Als wij iedere keer zouden ingrijpen en vragen
stelden, zouden ze of zenuwachtig worden of geïrriteerd.
Als er echt wat verkeerd gaat, bijvoorbeeld door een me
chanische storing of zo, en dat gebeurt vaak genoeg, dan
zie je een schip ineens wegschieten. Maar de loods ziet
dat zelf ook en neemt direct maatregelen. Voorlopig blijft
de loods dus nog wel werk houden".
Loodsen en radarsysteem zorgen samen voor een veilige
doorvaart. Dubbele veiligheid dus. Maar juist de afge
lopen maanden stonden de kranten vol berichten over
aanvaringen en bijna-aanvaringen.
Begin november 1991 werd Vlissingen bijna vergiftigd,
toen de bulkcarrier Ipanema tegen de Britse naftatanker
Britisch Esk aandreef. Een week later werd voor Terneu-
zen de kustvaarder Suzanne door het vrachtschip Nicole
de grond ingeboord, vlakbij de gevaarlijke leidingen van
DOW-chemical en eind november waren er bij Vlissingen
twee aanvaringen binnen een uur tijd. Vier schepen
waren daarbij betrokken, alle vier met een loods aan
boord. Een van hen kwam door de aanvaring in het
ziekenhuis terecht.
Van die aanvaringen wisten ze alles af, daar op de ver
keerspost in Vlissingen; ze hebben het van minuut tot
minuut gevolgd. Ze zagen het aankomen. Ze hebben er
nu nog dagelijks mee te maken. Halverwege zijn uitleg
daarstraks werd Poelstra opgepiept: „Er komt een me
neer uit België naar je toe om de film te bekijken van de
Suzanne".
Poelstra heeft nog net tijd om me uit te leggen dat het
bewakingssysteem ingeval van „incidenten" de gebeur
tenissen vastlegt. Het geheugen wordt weggeschreven
naar een videogeheugenband. Een soort black box dus,
Een landmeter bepaalt de plaats van de gezonken Susanne ten
opzichte van de DOW-leidingen.
50 NGT GEODESIA 92 - 2