Van verticaal naar digitaal Gebruik van het; GFO Basisregistratie Vastgoed: geometrisch door ir. H. B. J. Genee en ir. P. van Tienhoven, respec tievelijk projectsecretaris en projectleider van het VNG- project Gemeentelijk Functioneel Ontwerp (GFO) Basis registratie Vastgoed: geometrisch. SUMMARY From vertical to digital The Association of Dutch Municipalities (VNG) is working on an ambitious project to define and model the vast number of municipal data. The project (GFO-GBK) focusses on standardization of geo metric data in a municipal landinformation system. A standard on the definition, organization and use of geometric data is proposed. The implementation of this standard is complex and time consuming. The GFO-GBK marks off the VNG-view on this matter. This project does not provide a blueprint for setting up a municipal geometric data base. It is, however, a useful frame of reference. In practice there is still a long way to go. Aanleiding De aanleiding voor onderstaand artikel is het verschijnen van het Gemeentelijk Functioneel Ontwerp Basisregistra tie Vastgoed: geometrisch. Dit wordt ook wel aangeduid als GFO Gemeentelijke Basiskaart (GFO-GBK). Het GFO- GBK is een uitwerking van het reeds in 1990 door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) uitge brachte GFO Basisregistratie Vastgoed (GFO-BRVG). In het GFO-GBK wordt een „geometrisch basisbestand" gezien als een onderdeel van de gemeentelijke basis registratie vastgoed. Inleiding De titel van dit artikel lijkt onmogelijk. Hier worden im mers appels met peren vergeleken, of, om dichter bij het onderwerp te blijven, een richting met een principe van gegevensvastlegging. Het aardige van deze onmogelijke „stelling" is, dat je hem niet hoeft te bewijzen om hem te kunnen gebruiken. De titel kan in het kader van het GFO- GBK op drie manieren worden uitgelegd. Een eerste invalshoek is het gebruik van het GFO- rapport. De GFO-map zal vanuit zijn verticale positie in de boekenkast moeten worden opengeslagen op de werk tafel, om bij het vormen van een digitaal geometrisch basisbestand te kunnen worden gebruikt. Een tweede in valshoek heeft betrekking op de „vertaling" van de zich om ons heen verheffende werkelijkheid in een model met geordende getallen. De vorm en ligging van vastgoed objecten worden immers in coördinaten vastgelegd. Ten derde kan er door een etymologische bril worden ge keken naar veranderingen in de organisatiecultuur. Dan blijkt de stelling ook toepasbaar. Op deze drie invalshoeken wordt nader ingegaan. Ook wordt aandacht besteed aan de toepasbaarheid van het GFO-GBK op concrete praktijkproblemen, waarbij de kwaliteit van de geometrische informatie bij de vorming van beheerobjecten een belangrijke rol speelt. In een De heer Genee is thans werkzaam als vastgoedadviseur bij ingenieursbureau Oranjewoud BV (vestiging Almere), terwijl de heer Van Tienhoven werkt als adviseur bij CMG Utrecht BV. 52 aantal kaders wordt de algemene context van het GFO- GBK geschetst. Uit de boekenkast Iedere keer wanneer in VNG-verband een Gemeentelijk Functioneel Ontwerp (GFO) is afgerond, wordt er een exemplaar naar de gemeenten gestuurd. Op het terrein van de vastgoedinformatievoorziening heeft de gemeente al een aantal GFO's in de brievenbus gekregen. De GFO's Gemeentekadaster en Objectgebonden Heffingen zijn van toepassing op een specifiek terrein van beleid en uitvoering, terwijl het GFO Basisregistratie Vastgoed (GFO-BRVG) een meer overkoepelend karakter heeft. De standaardiserende werking van GFO's met betrekking tot de definitie van gegevens wordt door veel gemeenten onderkend. Een GFO vindt een plaatsje in een geordende boekenkast tussen andere belangrijke documenten en niet in een stoffige bureaulade. Het nut van een GFO wordt echter op de werktafel bewezen. Pas bij gebruik in de organisatie blijkt de waarde. In de handleiding GFO-GBK is aangegeven dat het GFO- GBK met name geschikt is voor gebruik als referentie kader bij het definiëren van de geometrie van vastgoed objecten. Een gemeente die besloten heeft om van vast goedobjecten niet alleen administratieve kenmerken vast te leggen, maar daarnaast van dezelfde objecten ook de vorm en ligging te beschrijven, zal hierover intern afspra ken moeten maken. Zo zal er moeten worden bekeken welke uniformering noodzakelijk is ten aanzien van de in- NGT GEODESIA 92 - 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 12