Platgeslagen werkelijkheid Achtergrond, inhoud en doelstellingen GFO's Gemeentelijke Functionele Ontwerpen (GFO's) worden op gesteld onder verantwoordelijkheid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Bij de afdeling Informatie beleid, Beleidsanalyse en Automatisering wordt gewerkt aan het systematisch in kaart brengen van de gemeentelijke ge- gevenshuishouding. Voor elk stukje van de gemeentelijke in formatievoorziening worden minimale eisen geformuleerd en in een GFO-rapportage vastgelegd. Voorbeelden hiervan zijn het GFO Bevolking (1985), het GFO Personeelsinformatie (1989), het GFO Basisregistratie Vastgoed: administratief (GFO- BRVG, 1990) en het GFO Objectgebonden Heffingen (1990). Voor de uit te brengen GFO's wordt door de VNG een vaste vorm en inhoud nagestreefd. Belangrijkste elementen in een GFO zijn een beleidsanalyse en de definitie van een aantal relevante, gemeentelijke produkten en gegevens. Deze ele menten worden hier nader beschreven aan de hand van een aantal voorbeelden uit reeds verschenen GFO's. In de beleidsanalyse wordt ingegaan op de ontwikkelingen van een specifiek gemeentelijk taakveld. Vooral de informatievoor ziening ter ondersteuning van de gemeentelijke taken komt hierbij aan de orde. Zo komen in het GFO Objectgebonden Heffingen zaken aan de orde als de overdracht van taken op het terrein van de onroerend-goedbelastingen, de waarde bepaling van onroerende zaken en de tendens bij gemeenten tot integratie van de verschillende heffingen. Het taakveld zelf wordt in beeld gebracht aan de hand van de verschillende pro dukten die kunnen worden onderscheiden. Zo wordt in het GFO-BRVG een opsomming gegeven van al die produkten die betrekking hebben op de gemeentelijke vast goedtaken. Voorbeelden van deze produkten zijn de bouwver gunning, het bestemmingsplan en het reinigingsrecht. Produkten kunnen worden beschouwd als de rekeneenheid waaraan gegevens kunnen worden gerelateerd. In een GFO draait het juist om de gegevens. Voor een stukje van het ge meentelijke takenpakket worden eenduidige definities gegeven en vastgelegd in een gegevenswoordenboek. Het betreft hier zowel de semantiek (wat stelt het gegeven voor) als de syntax (hoe kan een gegeven worden opgeslagen in een digitaal bestand). Slechts een beperkte set van gegevens wordt per GFO gedefinieerd. Zo zijn in het project GFO-BRVG zo'n honderd basisgegevens op het terrein van de gemeentelijke vastgoedinformatievoorziening gedefinieerd. Uiteraard komt in een gemeente een veelvoud aan vastgoedgegevens voor, maar slechts voor een harde kern van gegevens worden een duidige afspraken voorgesteld in het GFO-BRVG. Met het opstellen van GFO's probeert de VNG structuur aan te brengen in de gemeentelijke informatievoorziening. Belangrijk is ook dat gemeenten met een GFO collectieve wensen/eisen formuleren richting mede-overheden (met name de Rijksover heid) en richting leveranciers van informatiesystemen. De VNG wijst er nadrukkelijk op dat een GFO geen blauwdruk is voor een te ontwikkelen informatiesysteem. Aspecten als functionaliteit, procedures, organisatie en financiën komen in een GFO nauwelijks aan de orde. De benaming Functioneel Ontwerp is dan ook niet helemaal terecht. Beter zou het zijn om te spreken van een Gemeentelijk Gegevenswoordenboek. winning, de vastlegging en het gebruik van geometrische informatie. In het GFO-GBK zijn de objecten opgenomen, waarvan in het GFO-BRVG administratieve kenmerken zijn gedefinieerd (bijvoorbeeld bouwwerk en kadastraal perceel). Er blijken ook vastgoedobjecten te zijn, waarvan niet de administratieve, maar wel de geometrische be schrijving als basisgegeven wordt gezien (bijvoorbeeld telefooncel en muur). Iedere gemeente zal zelf de verza meling geometrische basisgegevens moeten definiëren, opbouwen en beheren, maar dan wel met de objectbe schrijvingen uit het GFO-GBK als voorzet en referentie kader. Het resultaat van de informatie-analyse door de VNG (het GFO-GBK) is het startpunt voor een analyse binnen een specifieke gemeente. Uiteraard zal, voorafgaand aan het besluit tot het uitvoeren van een analyse, de gemeente moeten beslissen of een geometrisch basisbestand wordt NGT GEODESIA 92 - 2 opgezet. Er kan ook worden besloten om (nog) geen geo metrisch basisbestand te gaan opzetten. Door middel van het GFO-GBK wordt geen blauwdruk ge geven met betrekking tot zaken zoals de manier waarop het beste gegevens kunnen worden ingewonnen of vast gelegd (opslagstructuur). Het GFO-GBK en de handlei ding bieden wel de nodige handvatten hiervoor, zoals het onderkennen van samengestelde objecten en de indica tie van de grafische primitieven. Eigenlijk hebben we te maken met een soort vertaal proces. De werkelijkheid, zoals die zich via onze zin tuigen manifesteert, wordt door ons verstand in vakjes gestopt. Door verschillende „brillen" wordt naar deze werkelijkheid gekeken. Als we door een „vastgoedbril" kijken, zien we vastgoedobjecten. Elk object kunnen we in zijn vakje stoppen. Zo kunnen er met het GFO-BRVG in de hand, gebouwen, panden en verblijfseenheden worden onderkend en geregistreerd. De geometrie van een object is daarmee echter nog niet beschreven. Dit vorm- en liggingsaspect van ieder vastgoedobject wordt door het GFO-GBK in „kaart" gebracht. Het vertalen van de driedimensionale geometrie van een vastgoedobject naar een modelmatige beschrijving (bij voorbeeld tweedimensionale kaartvervaardiging) kan worden gezien als het „plat slaan van de werkelijkheid". Ergens in dit proces gaat een dimensie verloren. Overi gens gebeurt dit heel bewust bij het bepalen van de in houd en presentatievorm van de kaart. Het zal duidelijk zijn dat het „verticale" om ons heen voldoende bekend moet zijn om het te kunnen modelleren. In het GFO-GBK wordt bij de inhoud van het geometri sche basisbestand vooralsnog uitgegaan van een twee dimensionale beschrijving (de z-coördinaat wordt niet expliciet genoemd). Het objectenmodel is gebaseerd op de hiërarchische relaties tussen vlakken, lijnen en pun ten. De manier waarop deze relaties kunnen worden vastgelegd, is onder meer afhankelijk van de gekozen op slagstructuur en de gebruikte inwinningsmethode. Deze keuzen zijn geheel aan de gemeente; het GFO-GBK doet op dit „vlak" geen uitspraken. Het vertaalproces met betrekking tot de geometrie van een vastgoedobject kan worden opgedeeld in zeven stappen: bepaal aan de hand van de objectdefinitie om welk object het gaat (objectafbakening); 53

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 13