bepaal de geometrische kenmerken van het object (karakteristieke punten); win de geometrie zodanig in, dat de gegevens (een duidig) in het gekozen model kunnen worden gepast; denk hierbij aan inhoud, omtrek, grondvlak, hoogte en elementen van het model (grafische primitieven); identificeer het object eenduidig en praktisch bruik baar (objectidentificatie); sla de gegevens op in een structuur die is gericht op de verdere verwerking en het gebruik; let hierbij na drukkelijk op de vastlegging van de ruimtelijke relaties tussen de objecten; bepaal de grafische presentatie(s) van vastgelegde objecten (presentatievorm); bepaal hoe geometrische informatie wordt uitgewis seld (uitwisselingsformaat, protocollen, enz.). GFO Gemeentelijke Basiskaart Het rapport GFO Basisregistratie Vastgoed: geometrisch heeft als subtitel meegekregen: GFO Gemeentelijke Basiskaart. Uit het oogpunt van herkenbaarheid is gekozen voor deze subtitel, hoewel de titel GFO Basisregistratie Vastgoed: geometrisch beter de lading dekt. In het GFO-GBK worden geometrische kenmerken van vastgoedobjecten gedefinieerd. Dit GFO kan worden beschouwd als de pendant van het GFO-Basisregis- tratie vastgoed: administratief (GFO-BRVG). Uit het rapport worden kort de beleidsanalyse, de produktdefinities en het objectenwoordenboek behandeld. In het onderdeel beleidsanalyse wordt de rol van de kaart in de gemeentelijke vastgoedinformatievoorziening beschreven. Ook wordt de ontwikkelgang geschetst van een analoge kaart, via een digitaal bestand met tekeninstructies, naar een geo metrisch basisbestand. Een geometrisch basisbestand wordt gedefinieerd als: Een (digitaal) bestand, waarin de geometrie is beschreven van vastgoedobjecten die binnen de gemeentelijke organisatie zijn gedefinieerd ais basisobjecten. De inhoud bevat minimaal het minimumpakket" aan objecten, zoals gedefinieerd in het GFO-GBK. De structuur van het geometrisch basisbestand is zodanig, dat de objecten apart kunnen worden onderscheiden. Net als in overige GFO's wordt de gemeentelijke vraag in de vorm van produkten in beeld gebracht. Bij de analyse van de gemeentelijke vraag is uitgegaan van de gemeentelijke pro- duktenlijst die een complete beschrijving geeft van het ge meentelijke takenpakket. Uit deze lijst zijn de produkten gese lecteerd, die op een of andere wijze gebruik maken van de vorm- en liggingsgegevens van vastgoedobjecten. Anders gezegd, er wordt gekeken naar al die gemeentelijke taken, waarbij grootschalig kaartmateriaal een (belangrijke) rol speelt. Per produkt wordt een definitie gegeven en een vertaalslag gemaakt naar de kaart. Kern van het GFO-GBK vormt het objectenwoordenboek. In tegenstelling tot overige GFO's wordt gesproken over objecten en niet over gegevens. De beschrijving van objecten sluit beter aan bij de praktijk. Immers coördinaten vormen slechts het laagste beschrijvingsniveau en objecten zijn opgebouwd uit relaties tussen coördinaten. Objecten zijn die zaken uit de werkelijkheid, die als eenheid worden beschouwd en waarbij het, uit het oogpunt van informatievoorziening, relevant is om de geometrie vast te leggen. Het GFO-GBK beperkt zich tot de eerste vier stappen, waarbij in stap vier alleen de problematiek wordt ge schetst. Er wordt wel een indicatie gegeven van de op lossingsrichting. Hoewel de titel van deze paragraaf suggereert dat het geometrische basisbestand alleen plaats biedt aan x- en y-coördinaten, is de gemeente uiteraard vrij om hoogte informatie door middel van de z-coördinaat aan het bestand toe te voegen. Met betrekking tot de basis gegevens blijkt de „platgeslagen werkelijkheid" voor lopig voldoende houvast te bieden. De derde dimensie blijft daarmee voorlopig „boven" het GFO-GBK hangen. Vingers aan één hand Het woord „verticaal" heeft doorgaans betrekking op een richting die wordt bepaald door de zwaartekracht. Ety mologisch gezien is „verticaal" terug te voeren op „ver tex". Woorden als draaikolk en een zich hoog verhef fende kruin van een boom hebben daarmee te maken. Ook het beeld van een zuil past daarbij. Als metafoor wordt dit „zuilen-beeld" nogal eens gebruikt voor een organisatie waarbinnen sterke grenzen bestaan. Overi gens duidt het woord „organisatie" juist op een (samen)- werkend geheel. „Digitaal" is afgeleid van „vinger" in zijn aanwijzende functie. Dit speels omspringen met woorden maakt duidelijk dat de betekenis van woorden niet vaststaat, maar juist in Groeimodel en vastgoed-GFO's GFO's zijn onderling vaak sterk gerelateerd. Deze relaties manifesteren zich op het terrein van produkten en gegevens. Om de onderlinge consistentie van GFO's te bewaken, is door de VNG het Gemeentelijk Informatie Groeimodel (GIG) op gesteld. Dit model wordt uitgebreid beschreven in de VNG- publikatie „Gemeentelijke informatievoorziening: beheerste dynamiek". In het GIG wordt met name aandacht besteed aan de gemeentelijke produkten in onderlinge samenhang. De op genomen produktenlijst, ingedeeld naar produktgroepen en hoofdfuncties, kan hierbij worden beschouwd als het bedrijfs model van de gemeente. In het GIG wordt een onderscheid gemaakt naar basisregistra ties en produktgroep-registraties. Onderscheiden worden de basisregistraties personen, maatschappelijke objecten en vast goed. In een basisregistratie worden die gegevens opgeno men, die bij meerdere gemeentelijke taken en produkten van belang zijn en waarover eenduidige afspraken zijn gemaakt met betrekking tot bijvoorbeeld definitie, actualiteit en beschik baarheid. In een registratie worden gegevens bijgehouden die, ten behoeve van een specifieke produktgroep, relevant zijn voor een bepaald gemeentelijk taakveld. Zo zijn in een systeem voor gemeentelijke belastingen gegevens opgenomen met betrekking tot de heffings- en invorderingstaken. Ten behoeve van de vastgoed-GFO's heeft in 1988 een apart vooronderzoek plaatsgevonden. Het gaat hier om het rapport „Een concept voor de gemeentelijke vastgoedinformatievoor ziening". Dit rapport is tot stand gekomen in samenwerking met bedrijfsleven en gemeenten. Het rapport kan worden be schouwd als het beleidsstuk dat voorafging aan het opstellen van de GFO's op vastgoedgebied. In dit concept en een daarop gebaseerd plan van aanpak, wordt aangegeven dat eerst de vastgoed-basisgegevens middels het GFO-BRVG in beeld moeten worden gebracht. Vervolgens kunnen op basis van deze algemene voorloper specifieke GFO's worden opgesteld, zoals het in 1991 verschenen GFO Basisregistratie Vastgoed: geometrisch. Bij de totstandkoming van de vastgoed-GFO's is ruim gebruik gemaakt van deskundigheid bij gemeenten en bedrijfsleven. De VNG heeft ten behoeve van de GFO-ondersteuning het bedrijfsleven verenigd in het Parallel Platform voor Vastgoed informatie. Per GFO-project wordt een projectgroep ingesteld onder voorzitterschap van de VNG en bestaande uit vertegen woordigers uit gemeenten en uit het Parallel Platform. Tussen resultaten van elk GFO-project worden kritisch bekeken door een klankbordgroep van gemeentelijke deskundigen. In verband met veranderende wet- en regelgeving, afstemming met andere GFO's en gewijzigde inzichten zullen de uitge brachte GFO's moeten worden onderhouden. Dit zal door de VNG in samenspraak met gemeenten en bedrijfsleven worden uitgevoerd. Verder wordt binnen de VNG gestudeerd op de mogelijkheden van certificering van programmatuur aan de hand van GFO's. Aan de hand van certificering kan worden vastgesteld in welke mate gegevens en produkten uit een GFO in een ontwikkelde applicatie terugkomen. Opgemerkt dient te worden dat toe passing van dergelijke certificering slechts betrekking heeft op een beperkt gedeelte van een ontwikkelde applicatie. 54 NGT GEODESIA 92 - 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 14