VNBG berichten VVL THEMA-AVOND „VASTGOED WERKT" De extra activiteitencommissie van de Vereniging van Landmeetkun digen organiseert een aantal thema-avonden gericht op MBO-ers over vastgoedinformatie. Er zijn talrijke artikelen geschreven over vastgoedinformatiesyste men, maar hoe kan een vastgoedinformatiesysteem er in de praktijk uitzien? Op bestuurlijk en beleidsniveau wordt veel onderzoek gedaan naar vastgoedinformatiesystemen, maar wat is nu de bijdrage van de MBO-er bij het opstarten en bijhouden van een vastgoedinformatie systeem De eerstvolgende avond vindt plaats in Arnhem. Op deze avond zul len twee sprekers vanuit hun eigen achtergrond het onderwerp vast goed belichten. P. A. H. Vermeulen, docent landmeetkunde aan de MTS Arnhem, behandelt de betekenis van vastgoed en M. Putmans, hoofd afdeling Vastgoed gemeente Zevenaar, bespreekt de prakti sche invulling van vastgoedinformatie. Deze thema-avond wordt gehouden op dinsdag 10 maart 1992 van 19.30 tot 22.00 uur in de MTS Arnhem, Thorbeckestraat 6 te Arnhem, telefoon 085 - 456669. Deelname aan deze extra activiteit is kosteloos, doch men wordt wel verzocht zich telefonisch aan te melden vóór 3 maart 1992 bij André de Wit, telefoon 040 - 534366 (tussen 19.00 en 21.00 uur). RAADGEVERS OOK LID VAN DE VNBG In de ledenvergadering op 26 november 1991 heeft de VNBG be sloten het lidmaatschap met ingang van 1992 open te stellen voor, in Nederland gevestigde, zelfstandige raadgevers (consultants) in de geodesie. Inlichtingen: VNBG, telefoon 03403 - 51444. JAARVERSLAG RIJKSCOMMISSIE VOOR GEODESIE 1988/1990 Sinds 1 januari 1990 is de Nederlandse Commissie voor Geodesie de opvolger van de Rijkscommissie voor Geodesie. Zij ressorteert onder de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) te Amsterdam. Het verslag omschrijft uitvoerig haar (brede) samenstelling, haar taak en haar verrichtingen in de verslagperiode. Vergaderingen waren in 1988 gericht op GIS en in 1989 op kwaliteits zorg; een buitengewone vergadering is besteed aan het advies van de RAWB inzake het geodetisch onderzoek in Nederland. Zes subcommissies zijn bezig geweest met de uitvoering van de taken. De subcommissie Bodembeweging hield zich onder andere bezig met hervereffening van nauwkeurigheidswaterpassingen, verdich ting van het primaire zwaartekrachtnet en de bepaling van de hoog- precieze geoïde voor Nederland. De subcommissie Mariene Geodesie heeft onder meer aandacht besteed aan de Electronic Chart Display Systems en de voor trekkersrol van Nederland daarin. Subcommissie GIS constateert dat er een verschuiving optreedt naar de geïntegreerde vastlegging en verwerking van geometrische en niet-geometrische gegevens. Overal worden meer of minder geavan ceerde systemen ingevoerd zoals computerondersteunde kartogra- fie, vastgoedinformatiesystemen en geografische informatiesyste men. Spraakverwarring dreigt. De subcommissie GIS is ingesteld om een en ander in goede banen te gaan leiden. De subcommissie NEREF is doende geweest met het ontwikkelen van een gemeenschappelijke strategie voor onderzoek en ontwikke ling en heeft ook aandacht geschonken aan het inrichten van een nieuw driedimensionaal referentiestelsel voor Nederland (NEREF- stelsel). Het verslag geeft verder nog informatie over de werkgroepen Ge schiedenis der Geodesie en die van de Toegepaste Ruimtegeodesie. Ook een aantal ambtshalve leden heeft zitting in de commissie: de hoofden van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat, Kadas ter, Hydrografische Dienst, Topografische Dienst, KNMI en Staatstoezicht op de Mijnen. Ook hiervan zijn enkele verslagen op genomen. NGT GEODESIA 92 - 2 Het Kadaster vermeldt alleen activiteiten van de Rijksdriehoeks meting, waarin vooral GPS-metingen een grote rol spelen. De Meetkundige Dienst heeft meer dan twintig pagina's nodig om haar activiteiten toe te lichten met betrekking tot NAP, bodembe weging en zeespiegelrijzing, alsmede toepassing van GIS-pakketten en GPS. De Hydrografische Dienst noemt activiteiten op het gebied van plaatsbepalingssystemen, kartografie en mariene geodesie. Ook de automatische vervaardiging van de hydrografische kaart wordt vermeld. De Topografische Dienst vestigt uiteraard nogmaals de aandacht op haar 175-jarig bestaan en de geslaagde publiciteitsactiviteiten daar in. Theo Scheeie JAARVERSLAG OSL 1990 Het jaarverslag 1990 van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw (OSL) verwijst naar de regeringsbeslissingen welke na de inspraakronden tot stand zijn gekomen, met name de regerings beslissingen Natuurbeleidsplan en de Structuurnota Landbouw, welke beide grote betekenis hebben. De agrariër wordt verscherpte aandacht voor zijn concurrentiepositie voorgehouden; hij zal vooral moeten inspelen op nieuwe ontwikkelingen op de markt en rekening moeten houden met een kritische houding van de consument ten opzichte van de kwaliteit van de produkten. Ook de verscherpte maatschappelijke opvattingen ten aanzien van het milieu vragen om meer verantwoorde produktieprocessen. In het verslagjaar zijn daarvoor grote aanpassingen gedaan voor de agrari sche sector, met name de investeringsregelingen. Het verslag om schrijft hoe de diverse, bestaande regelingen worden toegepast of zijn aangepast, zoals door middel van het Besluit Structuurverbete ring Landbouwbedrijven, bedoeld om de produktie-omstandigheden op bedrijven te verbeteren. De bijdragen welke worden verstrekt, zijn bedoeld voor investeringen welke onder andere zijn gericht op: verbetering en bescherming van het milieu; verbetering van de kwaliteit van de produktie. Bedrijven die in aangewezen probleemgebieden liggen, komen in aanmerking voor een bijdrage voor investeringen welke zijn gericht op het behoud van de natuurwaarden. Jonge agrariërs kunnen een bijdrage ontvangen voor het stichten van een zelfstandig landbouwbedrijf. In het verslagjaar zijn enkele toepassingsregelingen aangepast. Ook de bestaande, complementaire regeling voor investering in land bouwbedrijven is enigszins aangepast. De stimuleringsregelingen innovatieve ontwikkelingen kregen een formele grondslag. Het doel van deze regeling is het introduceren van nieuwe technieken en methoden. Ook voor de mestproblematiek is een bijdrageregeling ontworpen, welke ten doel heeft ondernemers te ondersteunen bij het invoeren van technieken om de mestproduktie te verlagen. Daarboven bestaat sinds 1987 de tweede bijdrageregeling ter stimulering van mestopslag, waarvoor een maximale bijdrage van f 24 000,— kan worden verstrekt. Ook deze regeling werd in 1990 enigszins aan gepast. Verder doet het jaarverslag melding dat de hoogte van de uitkering bij bedrijfsbeëindiging, waarbij landbouwers een eenmalige uitkering kunnen ontvangen, is verhoogd van maximaal f 110 000,tot f 170 000,welke regeling door zesendertig belangstellenden werd aangevraagd in het verslagjaar. Tenslotte bevat het jaarverslag de jaarrekening over 1990. Theo Scheeie M GEODESIE IN „WERKEN AAN WERK" De educatieve omroep RVU heeft een mediaserie „Werken aan Werk" met een gelijknamig magazine. In oktober/november 1991 was een aantal uitzendingen gewijd aan de Grond-, Water-, Spoor- en Wegenbouw (GWSW) en dat gold ook voor het magazine „Werken aan Werk" 1991-4. In deze uitgave staan bijdragen over wat een landmeter bijvoorbeeld doet, over de arbeidsmarkt voor geo deten inclusief de „substantiële verlaging van de streefformatie" van het Kadaster en over de opleidingen. Het magazine is gratis verkrijgbaar bij: RVU educatieve omroep, Postbus 1950, 1200 BZ Hilversum, telefoon 035 - 40551. ADRESWIJZIGING VAN ROEKEL Van Roekei Landmeetkunde en Vastgoedinformatie is verhuisd naar: Kelvinstraat 21, 6716 BV Ede, Postbus 87, 6710 BB Ede, telefoon 08380 - 31138, telefax 08380 - 31027. 59

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 19