Rocomp, one-man Den Helder en de geodetische show door Theo Scheele, redacteur. SUMMARY Rocomp, Den Helder and the geodetic one-man show The Geodimeter, together with the Gl-system TopoCAD, is called a „perfect couple". The city of Den Helder demonstrated its capabilities. The author presents a report. De Helderse meetploeg vond het koud genoeg die winter se dag, daar bovenop de zeedijk bij Huisduinen. „Tot vijf entwintig graden onder nul kan hij meten", zei de Rocomp-deskundige, „en als het moet met één man". Het was nog geen tien graden onder nul, maar wat de meetploeg betrof zou hij het ook best gehéél zelfstandig mogen doen, afgaand op het geblaas in de koude handen. Die „hij" was een splinternieuwe Geodimeter, type 4000, het zogenaamde „one man-system", door Rocomp op proef ter beschikking gesteld aan de Landmeetkundige Dienst van de gemeente Den Helder. Onder toezicht van „Lange Jaap", de knalrode vuurtoren die al jaren boven Den Helder uitrijst, en een duidelijk ver veelde fietser, volgde een tiental belangstellenden de min of meer magische verrichtingen van landmeter Co. De gemeente Den Helder heeft de Geodimeter nog niet gekocht, maar ze zijn wel geïnteresseerd, en deze dag kan hij worden uitgeprobeerd. Co mag het proberen. Met een knopje kan hij het doos niveau laten inspelen. Het is zo gebeurd. Automatisch grijpt hij naar de knoppen om het instrument een halve slag te laten draaien, maar voordat hij dat doet, komt het instrument al geheel zelfstandig in beweging. Na enkele piepjes draait het toestel weer terug. Twee servo- gestuurde motoren zorgen voor deze automatische ver richtingen. Co activeert het menu, maar merkt dan even op dat hij toch niet de commerciële man is. Hij mag doorgaan van de Rocomp-mensen, het gaat goed. „Je programmeert het menu", vervolgt Co, „dat wil zeggen dat je aan het instrument opgeeft wat jij wilt dat hij doet. Ik hoef niet te „createn", want dat is al gedaan, dus zeg ik „select" en een paar keer „yes" op de vraag van het menu. Zo loopt hij het hele programma door en meldt tenslotte dat er kan worden gemeten. Omdat het ging om de bediening op afstand, wordt RPU geactiveerd (Remote Processing Unit). Eerst moet de sector waarin wordt gewerkt, worden afgebakend: kijker naar linker grens van de sector, piep, dan de rechter grens, piep, en dan is alles gereed. Met het (wat uitgebreide) prisma loopt Co, en het hele gezelschap dat het goed wil zien, naar het eerste op te meten punt. Hij kijkt door het prismavizier naar de tachy- meter en drukt de knop in. De kop van de eenzame tachy- meter komt vanzelf in beweging en zoekt de prisma richting, een piep bewijst dat hij is gevonden. Met een volgende druk op de knop worden de gemeten hoek en afstand zichtbaar op het prismadisplay en vastgelegd in het geheugen. Alles wat het instrument op deze manier meet, zendt hij over naar de display van het prisma en daar wordt de meting in het geheugen geregistreerd. Om de Geodimeter uit te testen, loopt Co even buiten de sector. Verontwaardigd draait de Geodimeter een aantal keren van links naar rechts en weer terug door zijn inge stelde sector, maar vindt niets. Omdat het een fatsoenlijk instrument is, horen we geen scheldwoorden, alleen een paar driftige piepjes. Wanneer er geen sector is inge steld, blijft hij als een radarantenne steeds de gehele cirkel ronddraaien tot hij zijn prisma heeft gevonden; de meting duurt dan wel wat langer. Hoeveel de nieuwe Geodimeter 4000 kan, is daar in Den Helder wel duidelijk geworden en ook hoe plezierig dat werkt. Ze willen hem best aanschaffen, maar ze zullen er eerst nog een poosje voor moeten sparen, want honder duizend gulden hebben ze hier ook niet zomaar in een la liggen en per slot van rekening koop je er twee „gewone" Geodimeters voor. Maar toch Sectie landmeten, de gangmaker in de automatisering De Landmeetkundige Dienst is een sectie van de afdeling Stadsbeheer, vertelt J. van 't Hof in het gebouw van Stadsontwikkeling en Beheer, sectie Landmeten dus. Er wordt voor de hele dienst gewerkt, alle andere afde lingen maken gebruik van de diensten. Wij hebben een basiskaart 1 500 van het stedelijk gebied en een 1 1000 van het landelijk gebied van de hele gemeente gemaakt, welke als ondergrond dient voor de andere afdelingen. Die maken daarop hun ontwerpen of plannen. Wij zijn verantwoordelijk voor de basiskaart, de andere afde lingen alleen voor hun eigen werk. Als de afdeling „Plan ontwikkeling" bijvoorbeeld een rotonde ontwerpt, dat is tegenwoordig „in", wordt dat door „Weg- en Water bouw" verder uitgewerkt en tenslotte komt het bij ons terug om de uitzetmaten te berekenen en deze in het terrein uit te zetten. We houden ook het hoogtemerken- net en het grondwaternet bij en doen allerhande water- 94 NGT GEODESIA 92 - 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 10