105
mandaten van elke organisatie op de diverse overheids
niveaus (te zamen met de geïnstitutionaliseerde coördi
natie en regels voor samenwerking) worden vastgelegd.
Aandacht moet worden gegeven aan het leggen van
bestuursmacht en verantwoordelijkheid bij dat overheids
niveau, dat het nauwst is betrokken bij de werkzaam
heden en activiteiten, met andere woorden een recht
vaardige decentralisatie moet worden uitgevoerd. Als de
verantwoordelijkheden en de mandaten duidelijk zijn,
moet de uitvoering van activiteiten niet worden gehinderd
door te veel onnodige regels. Daarom moet deregulering
in overweging worden genomen, zodat beslissingen kun
nen worden genomen op de plaats waar alle factoren met
elkaar kunnen worden gewogen.
Aandacht moet worden gegeven aan de mogelijkheid om
de private sector bij activiteiten te betrekken vanwege het
gebruik van de vernieuwingen, doelmatigheid en de
marktoriëntatie van de particuliere sector.
Naast het uitbesteden van werkzaamheden is er de zo
genaamde PPP. Deze afkorting staat gewoonlijk voor
Publieke Private Participatie, maar er wordt betoogd dat
„Public Private Partnership" de bedoeling beter weer
geeft. De term betekent, dat de publieke en de private
sector samenwerken als partners in de realisering van
een gemeenschappelijke onderneming met wederzijdse
betrokkenheid voor wederzijds profijt. Dit wordt gedaan
op basis van de eigen verantwoordelijkheid van elk van
de partijen, met als doel het optimaliseren van zowel eco
nomische als sociale voordelen.
Het partnerschap houdt in de inbreng van financiële en
andere middelen, het delen van het risico door alle
partijen en het delen van de voordelen evenredig met
het aandeel van de inbreng en de regeling van het
risico zoals die door partijen in het partnerschap is aan
vaard.
Informatie-communicatie
Om landmanagement te laten werken, moeten alle be
trokken ambtenaren en andere betrokkenen bij de werk
zaamheden zich er volledig van bewust zijn wat er staat
te gebeuren en waarom. Daarom moet een informatie
communicatie scenario worden ontwikkeld, dat de vol
gende vier elementen bevat:
algemene publiciteit: informeren van de mensen over
(bijvoorbeeld) de bedoeling van de komende werk
zaamheden;
instrumentele publiciteit: verzekeren dat gebeurt wat
gebeuren moet;
dienstverlening, hetgeen betekent dat de mensen
worden bijgestaan in het toepassen van die zaken, die
voor hen zijn bedoeld;
public relations, ten einde het vertrouwen van de
mensen in de overheid in het algemeen en in het land
management in het bijzonder te bevorderen.
Hier moet worden opgemerkt dat de leefgemeenschap
pen en de families, vooral die met de lage inkomens, een
van de sterkste krachten zijn voor verandering en ver
betering; daarom is de deelname van deze mensen van
het grootste belang.
Communicatie is geen eenrichtingsverkeer! Het is essen
tieel dat er een dialoog komt tussen bijvoorbeeld planners
en samenleving, in plaats van een monoloog waarin de
planners het volk vertellen hoe ze moeten denken.
Binnen een goede communicatie moet worden voor
komen dat de mening van de meest luidruchtige en in
vloedrijke personen wordt beschouwd als de algemene
mening.
NGT GEODESIA 92 - 3
Training
Het is duidelijk dat het welslagen van welke politiek van
landmanagement dan ook zal afhangen van de beschik
baarheid van deskundig personeel op elk niveau, daarbij
inbegrepen personeel „in het veld", dat de werkzaam
heden moet uitvoeren. Daarom moet de overheid voorzie
ningen treffen voor formele en informele training van per
soneel op alle niveaus. Daarom:
moeten trainingsprogramma's tegemoetkomen aan
de behoeften van beleidsmakers aan de top, van des
betreffende beroepsbeoefenaars, bestuurders van
middelbaar niveau en uitvoerend personeel;
moeten trainingscursussen gericht zijn op speciale
vragen (probleemoplossing) en niet voornamelijk op
de algemene theoretische benadering;
zal nadruk moeten worden gelegd op training met het
oog op probleemoplossing, inclusief „mid-career"-
cursussen en kortlopende cursussen;
moeten trainingsinstituten hun beleid en energie rich
ten op het tegemoet komen aan de behoeften van
mensen met lage inkomens;
moet menskracht en trainingsmateriaal beschikbaar
zijn en moeten de docenten de gelegenheid hebben
hun kennis en ervaring op peil te houden, vooral op
het gebied van de nieuwe technologieën (computers).
Verder moet aandacht worden gegeven aan:
behoeften op een lager uitvoerend niveau, waaraan
kan worden tegemoet gekomen door training „on the
job";
literatuurvoorziening voor personeel in de verschillen
de werkgebieden;
bevorderen van contacten met experts of desbetref
fende instituten.
Onderzoek
Om tegemoet te komen aan de wereldbehoefte aan land
management, is onderzoek tot op heden ontoereikend.
Dat speelt vooral met betrekking tot de behoeften van
ontwikkelingslanden. Naast het onvoldoende volume is
het niet voldoende gecoördineerd en is het onvoldoende
gericht op de kritische factoren.
Meer onderzoek is nodig op alle hierboven genoemde ge
bieden, van puur technisch tot wettelijk, sociaal, econo
misch, financieel en fiscaal. Eveneens vragen de toe
gankelijkheid en de geschiktheid van de kennis en erva
ring van ontwikkelde landen voor de ontwikkelingslanden
meer aandacht. Vooral het onderzoek noodzaakt tot
nauwe coördinatie en samenwerking tussen de desbe
treffende disciplines.
Meer aandacht is nodig voor low-cost" technologie en
-benadering, voor de ontwikkeling van een allesomvat
tende basis voor de integratie van alle beschreven onder
werpen vanuit een verscheidenheid aan disciplines.
Consultancy en (technische) hulp
Uitvoering van alle besproken activiteiten zou de moge
lijkheden van ontwikkelingslanden te boven kunnen
gaan. Daarom zal het in een aantal gevallen noodzakelijk
zijn te voorzien in consultancy en (technische) hulp door
de ontwikkelde landen, internationale instituten en instel
lingen.
Consultants van ontwikkelde landen, internationale insti
tuten en instellingen zijn nodig om personeel te trainen en
te stimuleren om landmanagement-activiteiten uit te voe
ren en om mensen, officiële instellingen en personeel be-