GBKIM-Brabant De Topografische Dienst; van de ISIV PNEM en haar topografiebeheersysteem [TBS] Doel door P. Hooiveld en A. Vogels, respectievelijk chef en coördinator automatisering van de Topografische Dienst van de NV PNEM Facilitair Bedrijf te 's-Hertogenbosch. SUMMARY Large Scale Base Map Brabant The authors describe how they succeeded to map over 80% of the area of Brabant, a Dutch province, within 10 years. Noticeably, the digital database has been created largely by terrestrial surveying. The contents of the database is narrowed down to the topography relevant to the participants, resulting in the nickname: „street-wall map". Introductie De Landmeetkundige Dienst van de PNEM is in het kader van de herstructurering per 1 januari 1991 een onderdeel van de NV PNEM Facilitair Bedrijf geworden en her- noemd in Topografische Dienst (TD). De TD heeft een vaste formatie van veertien medewer kers en een inleenformatie van elf medewerkers. Tevens verzorgt de afdeling de werktechnische begeleiding van zeven medewerkers van de PTT. De afdeling bestaat uit drie groepen: een binnendienst, een buitendienst en een automatiseringsgroep. A. Vogels is de coördinator van de automatisering in zowel de binnen- als de buitendienst en heeft een belangrijke rol gespeeld in de totstand koming van het TBS. Alle medewerkers zijn landmeet kundig geschoold en hebben als zodanig een taak binnen de PNEM-structuur. De TD is gehuisvest op een aparte locatie: Helftheuvel- passage 18 (flat 7e etage) in 's-Hertogenbosch. Zij vormt samen met de geografische netregistratie de business unit Kaartvervaardiging binnen het Facilitair Bedrijf. De TD beschikt over vier zelfregistrerende, elektronische tachymeters en vijf interactief-grafische werkstations. Alle overige middelen en mogelijkheden zijn ruimschoots aanwezig. De ontwikkeling en bijhouding van de benodigde pro grammatuur geschiedt binnen het eigen bedrijf of wordt uitbesteed. Historie Vanaf 1956 kende de PNEM een meetmethodiek, waarbij topografie door middel van meetlijnen-verbanden werd opgemeten. Hierbij werden de hoeken van de meetlijnen met behulp van meetveer en jalon gemeten, waarna ver lengden van gevels op de meetlijn werden ingemeten. Door middel van omcirkeling en eigenmaat werden de gebouwen op kaart getekend. Er werd als het ware van klein naar groot gewerkt, hetgeen uiteindelijk resulteerde in onderling niet meer aan te sluiten kaartbladen. Plakken en knippen werd steeds meer noodzakelijk. De motivatie van de tekenaar daalde, met als gevolg dat daarvoor een oplossing moest worden gevonden. Deze oplossing diende zich in 1974 aan door de komst van de GBKN. De PNEM nam deel in de proefprojecten en maakte aan vankelijk gebruik van deze analoge kaarten. Echter, gelijktijdig met de GBKN-ontwikkeling werd door de toenmalige Tekenkamer een onderzoek gestart naar de mogelijkheden om tot automatische leidingenregistra tie te komen. Apparatuur werd aangeschaft, studies werden gevolgd en programmatuur werd ontwikkeld. Dit leidde tot het opzetten van een proefgebied in Het Land van Heusden en Altena. Al spoedig bleek de capaciteit van de apparatuur te gering en werd na uitvoerig onder zoek een grotere computer aangeschaft. In 1979 werden op basis van de verkregen resultaten de volgende stel lingen geformuleerd: Het doel is het in kaart brengen en actueel houden van de gekozen topografie, volgens vooraf vastgestelde crite ria, in de provincie Noord-Brabant. Dit geschiedt door: opstellen en bewaken van procedures voor planning, voorbereiding, verzameling, verwerking en levering van digitale topografie; coördineren van landmeetkundige activiteiten waarbij wordt voldaan aan het aanwezig zijn van voldoende kwalitatieve en kwantitatieve informatie voor de ge bruiker (registratie van bedrijfsmiddelen). automatisering van de teidingenregistratie is haal baar en op den duur goedkoper; een goede leidingenregistratie staat of valt met een goede ondergrond; de ondergrond moet een nauwkeurige digitale kaart zijn; de digitale kaart dient alleen de topografie te be vatten die voor de leidingenregistratie noodzake lijk is; de digitale kaart moet in een tijdsbestek van onge veer drie maanden volledig worden bijgehouden. 86 NGT GEODESIA 92 - 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 2