nvk
berichten
LANDMETERS ZIJN GEEN KARTOGRAFEN
17 maart 1992
NGL rayonbijeenkomst te Arnhem. Onderwerp: „Scannen en
digitaliseren", door ir. H. T. Uitermark. Zie bericht op p. 58 van
het februarinummer.
17-20 maart 1992
SIG-GIS'92 te Parijs. Inlichtingen: tel. 09(1)202 - 775 - 9556.
18 maart 1992
NGL rayonbijeenkomst te Delft in het ITC-gebouw. Onderwerp:
„Midden-Delfland". Zie bericht op p. 58 van het februari
nummer.
20 maart 1992
NVG jaarvergadering, Faculteit der Geodesie, TU Delft. Zie
bericht op p. 58 van het februarinummer.
23 - 26 maart 1992
EGIS'92 te München. Zie bericht op p. 499 van het november
nummer 1991.
24 - 25 maart 1992
AM/FM Nederland te Groningen. Zie bericht op p. 499 van het
novembernummer 1991.
15 april 1992
Presentatie derdejaarsproject „Bijhouding van digitale, geo
metrische bestanden". Faculteit der Geodesie, TU Delft. Aan
vang: 14.00 uur. Inlichtingen: tel. 015 - 782612.
22 april 1992
NGL rayonbijeenkomst Zuid-West Nederland te Goes. Zie be
richt op p. 58 van het februarinummer.
19 - 22 mei 1992
„Refraction of Transatmospheric Signals in Geodesy". Sympo
sium Nederlandse Commissie voor Geodesie te 's-Gravenhage.
25 - 27 mei 1992
Fi3G-conferentie te Straatsburg (F.). Inlichtingen: tel. 0931(1)
43988312.
3 juni 1992
VVL voorjaarsexcursie naar de Delta-Expo/Neeltje Jans.
4 juni 1992
NGL studiemiddag. Onderwerp: „Hoe zwaar weegt zwaarte
kracht?" Bericht volgt.
2-14 augustus 1992
17e ISPRS in Convention Center Washington DC. Inlichtingen:
tel. 09 (703) 648 5110.
3 - 7 augustus 1992
Vijfde Internationale Symposium „Spatial Data Handling".
Charleston, South Carolina (USA).
16-19 september 1992
VVL buitenland-excursie naar o.a. de Kanaaltunnel.
4(r Onder deze titel heb ik een aantal jaren ge-
nvk leden lezingen gehouden voor rayonbijeen
komsten van het NGL. De titel van die voor
drachten werd als prikkelend ervaren. Dat zegt op zich al
iets over het proces dat was gestart en dat intussen
steeds verder is gegaan. We zaten toen al dicht bij een
omslagpunt in het eeuwenoude proces van aantrekken
en afstoten tussen landmeters en kartografen.
Er is niet altijd een verschil geweest. Het waren militairen,
artsen en rijke hobbyisten die in de 16e en 17e eeuw
kaarten maakten en daarvoor alle taken in het produktie-
proces uitvoerden. Later is er specialisatie opgetreden.
Dit heeft lange tijd niet tot problemen geleid. Landmeters
en kartografen hadden hun eigen werkgebied en ook hun
eigen klanten. Beide beroepsgroepen waren tevreden
met deze scheiding in taken en verantwoordelijkheden.
114
Er werd zelfs sterk de nadruk gelegd op de verschillen in
aanpak. Iedere groep maakte zich sterker door af te
geven op de andere. „Kartografen zijn mooimakers" en
„landmeters zijn pietlutten" zijn een paar van de beelden
die we jaren over elkaar hebben gekoesterd vanuit onze
eigen autoritaire en onaantastbare posities. Te lang heb
ben we niet begrepen dat we daarmee niet alleen het
beeld van de andere groep bepaalden, maar ook van ons
zelf een heel beperkt beeld presenteerden.
Nu heeft dat image zich tegen ons gekeerd. Vaak wordt
gezegd dat het door de automatisering komt dat andere
beroepen zich met ons werkterrein bezighouden. Ik ge
loof daar niet in. Automatisering heeft het proces onge
twijfeld versneld, maar de emancipatie van de gebruiker
van wat nu ruimtelijke gegevens heet, was al veel eerder
begonnen. Die gebruiker liep ertegen aan dat onze pro-
dukten niet zo ideaal waren voor zijn toepassing als wij
altijd hadden doen voorkomen. Vaak had hij geen be
hoefte aan grote nauwkeurigheid of een esthetische
vormgeving. Omdat dat de kwaliteiten waren, waar we
ons zo lang op hadden voorgestaan, lag de weg vrij naar
de conclusie dat hij dus ook geen behoefte had aan land
meters en kartografen om uit gegevens informatie te ver
krijgen en die te presenteren.
Om voor onszelf een plaats te behouden, moeten we nu
naar buiten brengen dat we meer zijn dan dat beeld. Nee,
landmeters zijn geen kartografen, maar allebei weten we
wel heel veel van ruimtelijke gegevens. We weten hoe je
gegevens kunt manipuleren tot non-informatie. We kun
nen aangeven, ieder vanuit onze eigen invalshoek, wat er
gebeurt als geen rekening wordt gehouden met de nauw
keurigheid, de actualiteit en de betrouwbaarheid van de
oorspronkelijke gegevens of als te nonchalant wordt om
gesprongen met regels over vormgeving. De erkenning
van de kwaliteiten in de ander, gecombineerd met de ont
kenning van het belang ervan door de gebruikers van de
gegevens, brengt ons dichter bij elkaar. Het wordt hoog
tijd dat we samen aan onze image-building gaan werken
en de markt ervan overtuigen dat er behoefte is aan ons
produkt: inzicht in de processen die zich afspelen bij de
verwerving van ruimtelijke gegevens, bij het verkrijgen
daaruit van ruimtelijke informatie en bij de presentatie
daarvan.
Ik ben erg blij dat de redacties van NGT Geodesia en
Kartografisch Tijdschrift als eersten over de drempel zijn
gekomen en hebben besloten tot een vorm van samen
werking door over en weer in eikaars tijdschriften co
lumns te schrijven. Ik denk niet dat het daarbij blijft.
U hoort er vast nog meer van.
drs. W. J. M. Hoogendoorn-Beks,
voorzitter Nederlandse Vereniging voor Kartografie
VERVOLGONDERZOEK OVERLAP
KARTOGRAFISCHE RIJKSDIENSTEN
Mede naar aanleiding van de motie uit 1990 van kamer
leden van D'66 werd een onderzoek ingesteld naar bun
deling en reductie van geodetisch-kartografische rijks
diensten. Dit als onderdeel van de Grote Efficiency
operatie. (Zie het bericht in NGT Geodesia 1991-4, p.
173/174.)
Nadien maakte de Contactcommissie Landmeetkunde en
Kartografie (CCLK) een notitie over deze materie. De vier
NGT GEODESIA 92 - 3