geboden en als minuutprodukt digitaal op tape gezet. Het
voert binnen dit kader te ver uitgebreider stil te staan bij
alle werkzaamheden binnen het SV.
Inleiding TBS
In 1980 waren bij de PNEM nog geen grafische pakketten
voor zowel leiding- als topografiebeheer voorhanden, die
voldeden aan de door de PNEM gestelde eisen. Wel was
door de PNEM op basis van SICAD een aanvang ge
maakt met de ontwikkeling van een „eigen" applicatie
ANR (Automatische Net Registratie). Met name door het
ontwikkelen van een zelf gedefinieerde gegevens- en
commandostructuur, welke geheel in Fortran is ge
schreven, is een systeem ontstaan dat naast een grote
gebruikersvriendelijkheid tevens een goede verwerkings
snelheid bood en deels nog altijd biedt.
Op basis van dit ANR-pakket wordt tot op heden de digi
tale GBKN-B gedeeltelijk beheerd. Het ANR bevat echter
ook een aantal beperkingen, die een efficiënt beheer
enerzijds en communicatie met derden anderzijds in de
weg staan. Enkele van deze beperkingen zijn:
de opslag is bladgeoriënteerd;
er wordt gebruik gemaakt van een zelf gedefinieerde
curve;
er is geen mogelijkheid om alfanumerieke gegevens
op te nemen;
het heeft beperkte piotfaciliteiten;
het uitleveren van SUF2-, DUF- en DXF-bestanden is
alleen mogelijk na tussenkomst van derden;
er is geen mogelijkheid mutatiebestanden te leveren;
er is geen mogelijkheid aantallen punten te gene
reren;
het vergt een te hoge onderhoudsinspanning door
„maatwerk";
het biedt onvoldoende mogelijkheden controles uit te
voeren op leveranties van derden.
Daar het accent voor de GBKN-B steeds meer van ver
vaardiging op bijhouding komt te liggen en dus met name
het beheer een belangrijke rol gaat spelen, heeft de TD
ongeveer drie jaar geleden groen licht gekregen van haar
directie om een aanvang te maken met de ontwikkeling
van een Topografie Beheer Systeem (TBS).
Het TBS zou naast het wegnemen van eerder genoemde
knelpunten tevens een efficiënte bijhouding en een actief
kwaliteitsbeheer van de digitale topografie mogelijk moe
ten maken.
Uitgangspunten bij de ontwikkeling
Met betrekking tot de ontwikkeling zijn de volgende uit
gangspunten gehanteerd:
de ontwikkeling voortzetten met SICAD;
de ontwikkeling binnen drie jaar afronden;
de conversie optimaliseren in verband met de omvang
van het reeds vervaardigde gebied;
ontwikkel een systeem waarbij de kwaliteit van zowel
de gegevens als de bijbehorende geometrie aantoon
baar wordt „beheerd";
sla de topografie objectgeoriënteerd op en maak de
toegang via adres mogelijk;
realiseer een administratie van mutatiegegevens bin
nen de gegevensbank;
ontwikkel het uitwisselingsformaat SUF2 en DXF
naast het PSF (PNEM Standaard Formaat);
zorg dat het systeem een goede verwerkingssnelheid
bezit.
Structuur van een object:
OBJECT
lijn lijn lijn
AAA
pnt pnt pnt
lijn
A
pnt
lijn
A
pnt
tekst
tekst
pnt
Voorbeeld van een object: GEBOUW
Bestaat uit: 7 lijnstukken en twee teksten.
<E5> 33
KERK
(16)
(H5)
(16)
(85)
(16)
(E5)
(16)
Het gebouw is opgebouwd uit 8 detailpunten, elk punt heeft zijn
kenmerk.
verklaring
E5
16
H5
eindpunt van een gebouw,
buitenhoek van een gebouw,
binnenhoek van een gebouw,
gemeten punt
gemeten punt
gemeten punt
Bij elk detailpunt zijn de volgende gegevens opgeslagen:
Laag 10
X 166361.2541
Y 366248.9514
PKZ 16 (kwaliteit)
PNR 0 (nummer)
Het PKZ is opgebouwd uit twee karakters. Het eerste karakter
geeft aan wat de puntsoort is, bv. gemeten of gedigitaliseerde
punten, maar ook: wegen, gebouwen en binnen- en buiten
hoeken van gebouwen. Het tweede karakter geeft aan welke
precisie aan het punt toegekend kan worden.
In het volgende schema is de relatie aangegeven tussen de
door de TDP gehanteerde klassen en de door het Kadaster in
haar Handboek LKI-extern gebruikte klassen. (Precisie in cm).
TBS
LKI
precisie
1
5
19
2
4
13 19
3
3
9 13
4
3
7—9
5
2
5—7
6
2
3—5
7
2
1,5 3
8
1
0 1,5
Fig. 2. Structuur van een object.
SICAD
Voor de ontwikkeling van het TBS heeft de TD gekozen
voor het GDB-concept van Siemens in relatie tot de door
deze firma aangeboden grafische pakketten. Het GDB-
concept biedt de mogelijkheid om zowel de grafische als
alfanumerieke gegevens van de topografie digitaal op te
slaan. Deze opslag geschiedt bladrandloos, zodat wille
keurige uitsneden uit de gegevensbank kunnen worden
gepresenteerd op plotter of beeldscherm. Met name de
Tafel- en de Lagenstructuur biedt ruimschoots de moge
lijkheid om de topografie in een later stadium te combine
ren met systemen voor leidingenregistratie. De meest
recente SICAD-versie bevat naast de grafische primitie
ven punten, lijnen, bogen, symbolen en teksten tevens
een grafisch element „object" (fig. 2). Dit object is door
de gebruiker min of meer vrij definieerbaar.
SICAD-Grund biedt onder andere de mogelijkheid om
88
NGT GEODESIA 92 - 3