Terreinobject-klassen object klasse attribuutwaardenlijst attributenlijst Fig. 2. Klassestructuur van objecten. relatie tussen de objecten en hun klassen. Doorloopt men zo'n hiërarchie van beneden naar boven, dan geeft deze een steeds verdergaande generalisatie van de object beschrijving; in omgekeerde richting geeft deze een steeds verdergaande specialisatie. Naast deze klasserelaties is er een tweede soort van rela ties tussen objecten in de vorm van hun topologische betrekkingen. Deze kunnen worden afgeleid uit hun geo metrische beschrijvingen en geven aan hoe objecten al of niet ruimtelijk zijn verbonden. Over dit onderwerp is al veel geschreven; daarom zullen we er in dit artikel niet veel aandacht aan besteden; zie [6] [7] [8] en de daarin gegeven referenties. Een derde soort van objectrelaties wordt gevormd door aggregatie-, desaggregatiehiërarchieën. Deze beschrij ven de betrekkingen tussen elementaire en samenge stelde objecten. Die zijn gebaseerd op zowel thematische als geometrische criteria. Een vierde soort objectrelaties zijn de wat zwakker gede finieerde associaties. Die worden gevormd door groepen van objecten die bijvoorbeeld bepaalde gemeenschappe lijke karakteristieken hebben of een bepaalde functionele of administratieve relatie. De volgende hoofdstukken zullen het begrip terreinobject vanuit een informatie-theoretisch perspectief behande len. Daarbij worden de hierboven genoemde begrippen verder uitgewerkt. Op basis van hun thematische kenmerken worden ter reinobjecten vaak ingedeeld in verschillende klassen. Fig. 2 laat zien dat iedere klasse wordt geïdentificeerd door een label of een klassenaam en dat aan iedere klasse een lijst met attributen is toegevoegd. Deze lijst bevat de attribuutnamen van de klasse. De pijl geeft aan dat meerdere objecten tot een klasse behoren. Al die objecten hebben dan dezelfde attribuutstructuur, welke ze erven van hun klasse. Dit betekent dat aan ieder object een lijst is toegevoegd, die voor ieder attribuut van de klasse een waarde bevat. Deze waarden moeten behoren tot het waardedomein van de betreffende attributen (fig. 3). attribuutnaam domein waarden Fig. 3. Relatie: attribuut-domein-waarde. 200 De rivier de Rijn behoort als terreinobject tot de klasse van rivieren. De relevante attributen zijn bijvoorbeeld: diepte, breedte, minimum debiet, maximum waterver plaatsing van de schepen, maximum verkeersintensiteit. De IJssel is ook een rivier en kan daarom met dezelfde attributen worden beschreven, alleen de waarden zullen verschillen. Een aantal van deze attributen is ook zinvol voor de be schrijving van kanalen. Tot deze klasse behoren bij voorbeeld het Noordzeekanaal en het Merwedekanaal, maar het attribuut maximum debiet heeft geen betekenis voor kanalen. Daarentegen zijn kanalen aangelegd, zo dat het jaar van aanleg of ingebruikname hier wel een zinvol attribuut kan zijn, terwijl dat voor rivieren geen betekenis heeft. We zien dat, hoewel rivieren en kanalen een aantal ge meenschappelijke attributen hebben, ze ook een aantal verschillende attributen hebben. Daarom is het vanuit een informatie-theoretisch oogpunt zinvol om deze twee groepen terreinobjecten als onderscheiden klassen te beschouwen met ieder hun eigen attribuutstructuur. We kunnen in dit geval nog verder gaan in de definitie van een klassestructuur door op te merken dat zowel rivieren als kanalen beide behoren tot hogere klasse of super klasse van waterwegen. Deze constatering is zinvol, als we daarmee aanduiden dat ze gemeenschappelijke kenmerken hebben. Deze hebben ze inderdaad in de vorm van hun gemeenschappelijke attributen; die kunnen dan ook worden ondergebracht in de attribuutstructuur van de superklasse in plaats van die van de afzonderlijke klassen. Hierdoor ontstaat de classificatiehiërarchie van fig. 4a. superklasse klasse object superklasse-attributen superklasse-attribuutwaarden, klasse-attribuutwaarden klasse-attributen Fig. 4a. Een classificatie-hiërarchie voor terreinobjecten. Deze figuur kan naar boven toe worden uitgebreid, als het zinvol is om boven de superklassen nog een hoger niveau van superklassen toe te voegen. Stel dat we naast de waterwegen ook nog verkeerswegen en spoorwegen hebben, dan zou daarboven een superklasse van trans portwegen kunnen worden gedefinieerd, waarin de ge meenschappelijke kenmerken van al deze verschillende typen wegen worden beschreven. Voor al de klassen in een hiërarchie geldt dat ze zich van de andere onderscheiden door hun eigen attribuutstruc tuur. Binnen een hiërarchische lijn wordt deze structuur van boven naar beneden overgedragen of vererfd. Dit betekent dat de objecten die tot een bepaalde klasse behoren, de attributen van deze klasse erven, maar ook die van alle boven geordende superklassen. In een strenge hiërarchie is de relatie van klassen op een niveau naar die van het niveau daarboven altijd „veel op NGT GEODESIA 92 - 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 12