mmm
Compressie
Een compressietechniek die vrijwel altijd wordt toegepast, is de
zogenaamde ,,runlengte"-codering. Hierbij wordt per scanlijn
alleen de overgang van zwart naar wit vastgelegd (fig. 5). Bij
verhoging van de resolutie neemt een niet gecomprimeerd
bestand kwadratisch toe in omvang, en een „runlengte"-
gecodeerd bestand lineair. „Runlengte"-getallen kunnen ver
der worden gecomprimeerd door niet de absolute positie vast
te leggen, maar de relatieve. Scanlijnen die direct onder elkaar
liggen, vertonen namelijk meestal een grote overeenkomst.
Verder kunnen grote getallen via een tabel worden omgezet
naar kleinere.
digitaliseren vanaf beeldscherm. De werking van line-
following" applicaties kan iets slechter worden in zeer
drukke kaartbeelden.
Automatisch vectoriseren en structureren
De procedure van raster/vector-conversie kan ook volle
dig automatisch worden uitgevoerd. Het proces kan
worden opgedeeld in een aantal stappen [4]:
scannen;
skeletteren;
vectoriseren;
reconstructie van topologie (structureren);
patroonherkenning.
Het grote voordeel van dit proces is dat men 's nachts
een aantal kaarten automatisch kan laten verwerken en
de volgende dag het interactieve corrigeerwerk uitvoeren.
Hierdoor wordt de apparatuur efficiënter gebruikt. Het na
deel van de methode is, dat menselijke controle alleen
achteraf mogelijk is.
Praktijkproeven met deze technieken zijn tot nu toe voor
namelijk uitgevoerd met kadastrale kaarten. Gebleken is
dat ongeveer 75% van de inhoud van deze kaarten auto
matisch kan worden verwerkt [3], [6], [7].
Skeletteren en vectoriseren
Bij het skeletteren worden rasterlijnen of -contouren afge
peld, totdat ze een dikte hebben van één pixel, waarna er
een vector wordt geconstrueerd. Inherent aan het skelet
teren is, dat het beeld enigszins wordt vervormd en dat
knooppuntverschuivingen optreden. De belangrijkste oor
zaak daarvan is, dat het pel-algoritme neigt tot het afsnij-
x Y
1 o
1 9
16 9
16 5
23 5
23 0
1 0
RIJ
1 1 16
2 1 2 16 17
3 1 2 16 17
4 1 2 16 17
5 1 2 16 23
6 1 2 22 23
7 1 2 22 23
8 1 2 22 23
9 1 23
Fig. 5. Runlengte-codering versus vectorcodering.
den van hoeken (fig. 7). Ondanks deze fouten wordt het
pel-algoritme algemeen toegepast, omdat het zeer een
voudig is en snel werkt.
Andere skeletteer-algoritmen die worden ontwikkeld om
knooppuntverschuivingen te voorkomen, hebben alle
maal het nadeel van zeer grote rekentijden [1], In de
meeste vectoriseerpakketten is er daarom voor gekozen
om het pelproces toe te passen en de fouten achteraf te
corrigeren. De eindresultaten zijn over het algemeen
redelijk tot goed, maar zelden foutloos.
Patroonherkenning en structureren
De volgende stap is een automatische herkennings- en
structureerprocedure, waarbij het ongestructureerde vec
torbeeld wordt geïnterpreteerd. Het formaliseren van de
menselijke interpretatie zal de komende jaren zeker nog
onderwerp van onderzoek zijn. Produktiematige toepas
sing van patroonherkenning is op dit moment nog beperkt
tot relatief eenvoudig herkenbare patronen die goed zijn
af te zonderen. Parameters die kunnen worden gebruikt
voor de herkenning zijn:
topologie;
vorm;
grootte (lengte, oppervlakte);
lijndikte;
positie en betekenis van tekst.
Fig. 6. Rasterlijn-detectie tussen twee aangewezen punten.
Het blijkt dat met deze eenvoudige gereedschappen toch
al relatief goede resultaten kunnen worden bereikt. Enke
le praktijkvoorbeelden van herkenbare objecten zijn:
huis: heeft meestal een grotere lijndikte, een bepaalde
minimum en maximum oppervlakte, min of meer
rechte hoeken en een huisnummer in het vlak ge
schreven;
kadastraal perceel: bestaat uit een gesloten polygoon
waarin een nummer met een bepaald lettertype is ge
schreven;
maatpijl: wordt gekenmerkt door een symbool (pijl) en
een getal, loodrecht of evenwijdig aan de pijl;
leiding: heeft meestal een grote lijndikte en er is een
tekst evenwijdig aan de lijn geschreven.
Het belangrijkste onderdeel van het systeem zijn de
regels voor structureren. Deze regels zijn uniek voor elke
kaartsoort. Immers elke kaartsoort heeft zijn eigen ken
merken, en elke gebruiker stelt andere eisen aan de
structuur van het digitale bestand. De programmatuur
biedt momenteel een basisgereedschapsset, waarmee
voor elke kaartsoort een specifieke set regels kan worden
geconstrueerd. Het definiëren van een set is vrij spe
cialistisch werk, waardoor hoge aanloopkosten kunnen
ontstaan. De komende jaren zullen deze sets zich ont
wikkelen tot kennisbanken met een steeds hogere mate
VECTOR
RASTER-RUNLENGTE
208
NGT GEODESIA 92 - 5