Pot met pieren Buiten in het grensgebied Nauwkeurigheidswaterpassing. Adjunct-projectleider Dorr bij tngrid. Jos vertelt enthousiast verder over de projectbeheersing: De ontwikkeling van de kwaliteitszorg en de voortgangs controle leidt tot bewuster en efficiënter werken. Er be staan normen waarin is vastgelegd hoeveel tijd een bepaalde activiteit gemiddeld kost. Door de veranderde apparatuur en technieken kan echter soms op een goed kopere manier hetzelfde resultaat worden bereikt. Daar moet je alert op zijn. Neem nou bijvoorbeeld de tachy- metrie. Vroeger (twee jaar geleden!), hadden we een bepaald meet- en coderingssysteem voor opname en aansluitmethode. We hebben veel moeite gedaan om te onderzoeken of dit niet efficiënter kon en daardoor ont stond een geheel nieuw tachymetriesysteem. Je gaat daarop letten door het werk goed te organiseren en in kleine onderdeeltjes uit te splitsen. Daardoor houd je alle onderdeeltjes goed in de hand, je kunt ze be heersen. Hiermee voorkom je dat een project een pot met pieren wordt, waarvan je maar moet afwachten wat eruit komt. Dat geldt ook voor de nauwkeurigheid. Elke stap wordt gecontroleerd. De landmeters en operators kennen de toegestane afwijking en alles wat daarbuiten valt, moet worden verbeterd. Pas als alle controles zijn uitgevoerd, gaat het werk naar de klant. We zijn er dan zeker van dat aan de afgesproken nauwkeurigheidsnorm is voldaan. waardig toeval is dat ik daar zelf, jaren geleden, toen alles nog met de meetband geschiedde, een uitgebreide grondslagmeting heb uitgevoerd. Over diezelfde Cam- pense dijk liep ik toen achter twee oudere meetassis- tenten, Ko en Willem, de uitkomsten van de meting te noteren. Nu loopt er een jonge enthousiaste ploeg, be staande uit twee dames en een heer, die naar mijn gevoel wat erg ijverig bezig is de opleveringsdatum van 1 juni te halen. Ze zijn niet bij te houden. Ploegleidster Ingrid Pranger loopt in een fors tempo, het waterpasinstrument (Wild NA2) op de nek, naar het volgende opstelpunt. Als ze het neerzet, wil ik haar verrichtingen even rustig bekij ken, maar het inspelen van het doosniveau is al gebeurd voor ik er erg in heb. Ik zie nog net hoe ze snel de af lezingen (eerst de drie draden op de voorbaak, dan die van de achterbaak) noteert in de Huski (veldcomputer) die op haar buik hangt. Met één oogopslag ziet ze dat de afstandscontrole goed is en pakt gelijk het spul weer op. Snel naar het volgende punt. En daar herhaalt de proce dure zich. „Hoogteverschil 1,27 meter", zegt Ingrid, „het is erg vlak hier". Haar assistenten Marie Pennings en Floor Fukken zijn daar best blij mee. Vanavond voelen ze toch wel de (jonge) benen. De meting loopt over een dijk, van knooppunt naar knoop punt, en verloopt geheel volgens de jongste versie van de door de Rijkswaterstaat voorgeschreven methode: het programma DOOWAT. Zorgvuldig wordt daaraan de hand gehouden ten einde de gewenste nauwkeurigheid te verkrijgen. Kwaliteitszorg begint al direct bij de eerste opnamen buiten. De „veldboeken" worden dagelijks uitgelezen op disket tes en eenmaal per week naar kantoor gestuurd waar de verdere berekeningen plaatsvinden. Een verhaal over het verzamelen en verwerken van ge gevens uit het terrein is niet compleet als we niet even buiten gaan kijken. Eén van de steeds terugkerende activiteiten is het doen van waterpassingen voor de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Ergens, aan de grens van ons vader land, in Zeeuws-Vlaanderen, loopt momenteel een op dracht voor een nauwkeurigheidswaterpassing van alle tweede orde punten. Er moet zo'n 500 a 600 km dubbele waterpassing worden uitgevoerd, dat wil dus zeggen: 1200 km lopen. Het is een grote opdracht, die in drie maanden moet zijn uitgevoerd. Vóór 1 juni 1992 moet het werk zijn geklaard, en de voorschriften laten metingen in de zomermaanden niet toe. Twaalf mensen zijn aan dit karwei bezig, dat wil zeggen vier meetploegen van drie personen. Eén van die ploegen zoeken we op. Precies op de plek waar ze volgens de planning zouden kunnen zitten, worden ze gevonden: in de gemeente Vogelwaarde, daar waar de Bossestraat op de Campense dijk uitkomt. Merk- Waterkwantiteitsbeheer. NGT GEODESIA 92 - 5 197

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 9