Onderhoudsbeleid
Een handvol wegmeters
Toft?» S
Gereduceerd tot twee rijstroken.
Bij onderhoud van wegen gaat het niet alleen om de dek
laag, al denken we dat wel vaak als je die grote asfalt-
machines bezig ziet, maar heel vaak moet er aan de
constructie van de weg worden geknutseld. Dat is veel
ingrijpender en duurt ook veel langer. En wij staan dan
weer langer in de file.
De wegbeheerder zal daarom zoeken naar een weg
constructie die het zo lang mogelijk uithoudt, en met
regelmatig (klein) onderhoud worden dan grote ingrepen
voorkomen. Uitstel van onderhoud of te licht onderhoud
heeft op den duur zwaar en ingrijpend onderhoud ten
gevolge.
Om dit te bereiken is een rationeel verhardingsbeheer
systeem noodzakelijk, een systeem dat momenteel door
de hogere en lagere overheden wordt toegepast. Het
houdt in dat men door metingen en waarnemingen het
gedrag van de weg bepaalt, waaruit dan weer valt af te
leiden wanneer de weg aan onderhoud toe is en waaruit
dat onderhoud moet bestaan.
Uitgaande van de constructiehistorie en de huidige kwali
teit van de verharding kan men tot een onderhouds-
planning komen. Beleidsvoerenden hebben daarbij ech
ter het laatste woord, want zij bepalen hoeveel geld be
schikbaar wordt gesteld voor dat onderhoud.
Met de huidige (computer)systemen kunnen echter ge
makkelijk een aantal alternatieven naast elkaar worden
gezet en de bijbehorende kostenplaatjes kunnen duidelijk
maken wat op langere termijn het beste is.
Meten van de wegen
Bij de metingen van de Wegmeetdienst gaat het dus voor
namelijk om het vaststellen van de kwaliteit van de weg.
Als van een bepaald wegvak de kwaliteitsmeting moet
worden verricht, kruipen de chauffeurs van de „vreemde
voertuigen" achter hun stuur en gaan op weg met hun
stroefheidsmeters, schokmeters, langs- en dwarsvlak-
heidsmeters, registrerende rijen, valgewicht of Lacroix-
deflectograaf. En allemaal houden ze het verkeer op
Tenzij het jongere broertje in deze reeks, de ARAN, de
weg op gaat, want die weet met een snelheid van 40 tot
90 km per uur een groot deel van de waarnemingen van
zijn oudere broertjes in één klap vast te leggen in
computer- en videobestanden. Later kunnen die dan
comfortabel bij de binnendienst worden uitgewerkt. Ik
bedoel de Automatic Road ANalyzer, sinds 1988 eigen
dom van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde van de
Rijkswaterstaat. Graag had ik hier een belevenis met dit
NGT GEODESIA 92 - 6
apparaat weergegeven, maar hij was niet in Apeldoorn.
Wel de uitwerkingsapparatuur. Bovendien zit de ARAN
lang niet elke dag op de weg, omdat hij in korte tijd veel
gegevens kan verzamelen. Daarom eerst maar een blik
op de klassiekere meetapparatuur.
Voor stroefheidsmeting hebben ze het wiel uitgevonden,
niet het allersnelste, maar wat men noemt een 86% ver
traagd wiel. Dit wiel is opgehangen aan een aanhanger
die achter een grote meetwagen wordt meegevoerd. Om
dat de meeste ongelukken gebeuren bij nat wegdek,
wordt voor het wiel de weg natgespoten en meet men bij
een snelheid van 50 of 70 km per uur de wrijvingsweer
stand van het vertraagde wiel bij een nat wegdek. De
stroefheid van een wegdek wordt bepaald door de textuur
(korrelgrofheid) en dat bepaalt weer de grip die een band
op het wegdek heeft.
Langsviakheid wordt gemeten om inzicht te krijgen in
hobbels en ribbels overdwars (wasborden).
Achter de meetauto komt nu een ander wiel te hangen,
met een apparaat dat de schokken opmeet van het wiel
ten opzichte van het aanhanger-chassis. Alle verticale
verplaatsingen van de as ten opzichte van het frame wor
den door middel van een dunne kabel op een roterende
pulsgever overgebracht. Het totaal van alle verticale ver
plaatsingen (schokken) per 100 m noemt men de ruw-
heidswaarde of schokmeterwaarde.
U kunt op de weg ook nog een veel opvallender apparaat
tegen komen: de viagraaf. Het is een lang ijzeren frame
(een soort liggende hoogspanningsmast op wieltjes),
hangend achter de meetwagen. Bij het rollen over de weg
worden de bewegingen van het meetwiel ten opzichte
van het midden van het hoofdframe geregistreerd met
een elektronische verplaatsingsopnemer. Het gemeten
lengteprofiel wordt in digitale vorm op tape vastgelegd.
Hiermee wordt gecontroleerd of een wegenbouwer heeft
gezorgd voor een goede langsviakheid.
Voor het opmeten van lengteprofielen van kleinere objec
ten zoals fietspaden kan men met die lange „hoog
spanningsmast" moeilijk uit de voeten, dan grijpt men
naar de rolrij.
Bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat heeft
men voor die langsvlakheidsmeting nog een ander appa
raat in de aanbieding: de mobiele laserhoogtemeter [1],
Diepe rijsporen op de weg maken de meeste indruk als
het flink heeft geregend. Halsbrekende toeren worden
Volautomatische verwerking in een meetwagen.
249