im
dingen via constructie aan de (digitale) topografische
objecten vastgelegd.
Er zijn twee prototypen ontwikkeld, één voor leidingen
laagspanning (LS) en één voor leidingen middenspan
ning (MS), waarbij in dit geval het MS-prototype is ont
wikkeld volgens het geul-principe en het LS-prototype
volgens het meer elementaire, meerlijnige concept. Al
hoewel algemeen werd aangenomen dat het geul
principe bij de conversie goedkoper zou zijn, bleek tijdens
de proefconversie dat de kosten voor beide methoden
niet ver uiteen liggen.
De PEB heeft inmiddels de ontwikkeling van een produk-
tiesysteem „Laagspanning" succesvol afgesloten, waar
bij het meerlijnig concept werd gevolgd. Als gegevens
bankstructuur is gekozen voor het „relationele" Informix.
Het systeem is geschikt voor registratie, opvraging en
verwerking van leidingeninformatie. Ondanks het feit dat
zijn dia's in een voor Rodenhuis enigszins willekeurige
volgorde bleken te worden vertoond, hield hij het hoofd
koel.
Direct aansluitend op deze lezing ging drs. G, A. Fokke-
ma, van hetzelfde bedrijf, verder met een schets van de
toekomstige ontwikkelingen bij het PEB. Hij legde uit op
welke wijze de overige thema's, zoals middenspanning,
gas en CAI, naar het produktiesysteem zullen worden
geconverteerd. Als uitgangspunt bij de automatisering
streeft men bij het PEB naar een geïntegreerde be
drijfsbrede systeemaanpak (basisregistratie artikelen en
exemplaren, verbruikersinformatie, geografische leidin
genregistratie en beheersfuncties). Dit resulteerde in het
opstellen van een bedrijfsbreed gegevensmodel, het zgn.
PEB-referentiegegevensmodel, waarbij de belangrijkste
gegevensgroepen en hun samenhang in beeld zijn ge
bracht.
Hoofdleiding
g Verdeelpunt
Koppeling
hoofdleiding
I T
ii
Exemplaar
Geplaatst
Referentiegegevensmodel PEB Friesland.
Ing. H. J. M. Jaartsveld deed verslag van de laatste
ervaringen met betrekking tot de ontwikkeling van een
informatiesysteem voor bedrijfsmiddelen (BMIS) bij het
Energiebedrijf Amsterdam, en wel specifiek voor de
sector Gas. Hij schetste de werkprocessen die zich afspe
len binnen een gasdistributiebedrijf. „Engineering" is het
bedrijfsproces, waarbij de toekomstige netstructuur wordt
ontworpen. „Werkvoorbereiding" betekent een aantal
voorwaardenscheppende activiteiten voor het samenstel
len van een werktekening voor de uitvoering. Daarna
vindt de „uitvoering" plaats, de feitelijke realisatie van
de netwijzigingen, en wordt het resultaat vastgelegd op
veldwerken. Tot slot betreft het bedrijfsproces „beheer"
de registratie van de netwijzigingen, het regelen van het
transport binnen het net en de kwaliteitsanalyse (o.a.
systematisch lek-onderzoek).
Deze bedrijfsprocessen dienen onderling beter op elkaar
te worden afgestemd. Het is noodzakelijk om vooraf uit
breidingen of wijzigingen van een complexe netstructuur
te kunnen simuleren, zodat je niet aan het einde van een
project moet constateren, dat bijvoorbeeld een grotere
diameter voor een leiding was vereist of dat andere mate
riaalsoorten hadden moeten worden gebruikt. Om een
optimale afstemming tussen bedrijfsprocessen te verkrij
gen, is een bedrijfsmiddeleninformatiesysteem (BMIS)
vereist, waarin alle processen zijn geïntegreerd en over
en weer worden voorzien van actuele informatie. Hier
door ontstaat als het ware een regelkring, die zichzelf
continu bijstuurt.
Een BMIS (integraal en digitaal) zorgt tevens voor goede
managementinformatie, doordat alle procesgegevens in
samenhang bekend zijn en worden gebruikt. Bij het inte
grale aspect moet hier ook worden gedacht aan het in
één systeem aan elkaar relateren van geometrische
gegevens betreffende leidingen en topografie en niet-
geometrische (alfanumerieke) gegevens met betrekking
tot de bedrijfsmiddelen.
Als basisinformatie is gemeentelijke digitale topografie
beschikbaar. Het Energiebedrijf betrekt deze van het
Grafisch Vastgoed Informatiecentrum Amsterdam
(GVIA), zoals reeds eerder bij de lezing van Jeilema viel
te beluisteren. Momenteel is ongeveer 50% van het ge
bied digitaal beschikbaar. Om een digitaal basisbestand
te vullen, is een grote conversieslag nodig van het
aanwezige analoge materiaal. Dit geschiedt gefaseerd,
namelijk eerst de gegevens ten behoeve van netbereke
ningen en netoptimalisaties, dan de gegevens voor net-
registratie en hulpstukkenregistratie en tot slot de ge
gevens ten behoeve van dienstleidingen. Op deze manier
heeft men bij het in produktie nemen per systeemdeel
een digitaal bestand beschikbaar voor de BMIS-functies.
Dit heeft het voordeel dat geen hoge extra kosten voor
dubbele bijhouding (digitaal en analoog) nodig zijn.
Deze gefaseerde invoering heeft volgens Jaartsveld ook
positief gewerkt ten aanzien van de acceptatie door de
betrokken medewerkers, ofschoon men ook bij het Ener-
voorbereiding
engineering
werk
tekening a
plannen
beheerkrt
bestarden
veld
werken
beheer
uitvoering
NGT GEODESIA 92 - 6
257