VERENIGING VOOR K L WEGGEFUSEERD
Binnen de zorgsectoren waar zich nieuwe beleidsvragen
aandienen, is de daarmee verbonden vraag naar vast
goedinformatie niet altijd uitgekristalliseerd en helder.
Het bestaande aanbod aan informatie voorziet daarom
niet in de gestelde vragen. Dit doet zich bijvoorbeeld voor
op het gebied van de beleidsinformatie omtrent de
woningvoorraad in Nederland en de geometrische infor
matie die nodig is voor ruimtelijke analyses en themati
sche kaarten. De RAVI wil daarom in de komende jaren
vooral aandacht besteden aan de analyse van de vraag
naar vastgoedinformatie.
Maatregelen
Bij het ontwerpen van de maatregelen die nodig zijn voor
de vastgoedinformatievoorziening in Nederland is niet
gepoogd de afzonderlijke knelpunten op te lossen, maar
is een structuur aangegeven, waarbinnen de gesigna
leerde knelpunten kunnen worden opgelost. De structuur
schets streeft naar kleine maatregelen die op korte ter
mijn implementeerbaar zijn en een groot structurerend
effect hebben. Op administratief gebied wordt voorge
steld om te komen tot het gebruik van unieke verzame
lingen identificerende gegevens, kernidentificaties ge
noemd (voor gebouwen, percelen, natuurlijke en niet-
natuurlijke personen), ten behoeve van een beter uit
wisseling van informatie.
Om te voorzien in de vraag naar geometrische informatie,
stelt de structuurschets een landsdekkend geometrisch
kernbestand (schaal 1:10 000) voor. De Topografische
Dienst is reeds begonnen met de opbouw van een derge
lijk bestand. Gezien de structurerende en standaardise
rende werking van het kernbestand behoort naar de
opvatting van de RAVI de beschikbaarstelling daarvan
aan de gebruikers in de vastgoedsector tot de minimale
staatszorg. Daarom moet de verspreiding plaatsvinden
op een gebruikersvriendelijk medium tegen een laag
drempelige prijs.
Ook stelt de RAVI in de structuurschets voor een koppe
lingsmogelijkheid te realiseren tussen kernidentificaties
in het geometrische kernbestand en administratieve
bestanden, waarvoor minimaal postcode, adres en per
ceelscoördinaat zijn vereist. Met de realisatie van kern
identificaties, kernbestand en onderlinge koppelingen
kan een maatschappelijk voordeel worden bereikt van
enige tientallen miljoenen guldens per jaar.
Overeenstemming tussen betrokken partijen in het vast
goedinformatieveld is essentieel voor de verdere uit
werking van de voorstellen. De advisering voor de uit
werking van de kernen zou moeten worden voorbereid
door een kerncommissie, die in overleg met de vele
betrokken partijen het draagvlak creëren voor gezamen
lijke communicatiestandaards.
Informatie: secretariaat RAVI, telefoon 055 - 285825.
JAARVERSLAG GRONTMIJ 1991
De omzet van advies- en ingenieursbureau Grontmij
steeg in 1991 van 315 miljoen tot 451 miljoen gulden. De
bedrijfsopbrengst nam met 22% toe. Voor een belangrijk
deel is deze groei het gevolg van de succesvolle over
name van de ingenieursbureaus Bravenboer Scheers
Holding BV en IHN Holding BV.
Het is verheugend te kunnen melden dat de winst na
belasting steeg tot 13 miljoen gulden (1990: 9,1 miljoen
gulden) waarmee de verwachtingen zijn overtroffen.
De overname van Bravenboer Scheers en IHN heeft het
oogmerk de positie bij het bedrijfsleven te versterken. Op
tal van terreinen is de dienstverlening aanvullend. Een
uitzondering hierop vormt de geodetische markt. Der
halve werd besloten de expertise van Bravenboer
Scheers Geodesie BV en de afdeling Landmeetkunde
van Grontmij te bundelen in B&S/Grontmij Geogroep.
De Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde (K L)
fuseerde met de Vereniging voor Hypotheekbewaarders
op 19 maart 1992 in Ede tot de Vereniging van Hogere
Functionarissen bij het Kadaster (VHFK).
D. Duba schreef hierover in het Informatieblad Kadaster
van april 1992:
Twee gerenommeerde clubs van respectabele leeftijd,
die tot voor ruim tien jaar eikaars bloed wel konden
drinken, worden nu „bloedbroeders" en gaan zij aan zij
de kadastrale toekomst tegemoet. KOP heeft duidelijk de
koppigheid eraf getopt.
De Vereniging voor Hypotheekbewaarders is (was) de
oudste vereniging van vakbroeders binnen het kadastrale
wereldje. Dat kan je pas zeggen sinds 1975, want voor
die tijd bestond er duidelijk verschil tussen het, al oudere,
Hypotheekkantoor en het Kadaster. De ongeveer veertig
hypotheekbewaarders van 1874 kwamen in dat jaar bij el
kaar en richtten tijdens een driedaags congres de Vereni
ging voor Hypotheekbewaarders op. Een vereniging ter
bevordering van de sociale contacten, maar ook voor het
verdedigen van de belangen van de leden. Al gauw bleek
de landmeter de grootste vijand te zijn.
„Rond de eeuwwisseling stuurde de vereniging een re
quest naar de minister om bezwaar te maken tegen de
benoeming van een landmeter tot bewaarder", vertelt de
laatste voorzitter van de vereniging, Wim Louwman.
„Ook in 1975 heeft een aantal bewaarders geprocedeerd
tegen de samenvoeging van het Hypotheekkantoor met
het Kadaster. Dat hebben ze toen massaal verloren. Zelfs
toen we tien jaar geleden tot een samenwerkingsovereen
komst kwamen met K L heeft een aantal oudere leden
hun lidmaatschap opgezegd".
De andere partij, de Vereniging voor Kadaster en Land
meetkunde, is tien jaar jonger, maar was niet minder
gesteld op haar eigen identiteit.
Ook hier de laatste voorzitter, Martin Wubbe: „We had
den ons jaarlijks congres, alleen toegankelijk voor leden.
Een beetje een elitair clubje. Ook in onze kringen vond je
nog wel het stigma van de ingenieur, die alles kan. We
willen nu af van het idee dat geodeten en juristen alles
kunnen. Het moet een vereniging worden voor alle hoge
re ambtenaren bij het Kadaster".
Volgens Wubbe zal in de nabije toekomst de rol van vak
vereniging het belangrijkst zijn. Beide verenigingen zijn al
aangesloten bij het CMHF, de bond van middelbare en
hogere ambtenaren. Vooral het KOP vraagt om een ster
ke belangenbehartiging van deze groepen ambtenaren,
zo meent hij. De verdere verzelfstandiging van het Kadas
ter vindt de vereniging wel een goede zaak, maar de func
ties op academisch niveau komen wel wat in het gedrang.
Een paar punten: het schrappen van managementbe-
voegdheden in de functies van bewaarder en ingenieur
van het Kadaster, verschillende DOP's, die uitwisseling
van functionarissen bemoeilijken, de stelling dat de drie
taakvelden van het Kadaster (rechtszekerheid, landin
richting en coördinatie) elk kostendekkend moeten zijn, is
nadelig voor coördinatie, het aanmoedigen om neven-
262
NGT GEODESIA 92 - 6