in het oculair van een stereo-uitwerkingsinstrument, waardoor de
foto en het bestand van een gebied gelijktijdig kunnen worden waar
genomen.
De werking van een drietal bestaande superimpositiesystemen
(Intergraph, Kern en Zeiss) en de precisie van het ingespiegelde
beeld zijn bestudeerd en getest. In de testen zijn de vertekeningen
in het ingespiegelde beeld en de lijndikten onderzocht. Globaal kan
worden gezegd dat de onderzochte systemen een precisie van 40
micron in de foto hebben en een lijndikte van 30 tot 70 micron.
Het is gebleken dat superimpositie vooral bruikbaar is voor de onder
steuning van meetwerkzaamheden en de detectie van verande
ringen. Voor de controle van de precisie van het bestand of van
gedane metingen is de inspiegeling te onnauwkeurig ten opzichte
van de meetprecisie van het stereo-uitwerkingsinstrument.
E. C. A. Markvoort
THE DESIGN OF A DIGITAL GRAPHICAL MULTI-PURPOSE
DATABASE OF JAKARTA
(Afstudeerdatum: 24-5-1991)
Op verzoek van ILIS en de NKF Kabel BV, de opdrachtgevers van dit
project, is de nadruk bij dit vooronderzoek voor een digitaal grafisch
bestand van Jakarta gelegd op de Indonesische Onroerend-goed-
belastingdienst (PBB) en de Indonesische telefoonmaatschappij
(Perumtel).
In meer dan tien verschillende organisaties in Jakarta zijn interviews
gehouden. Hieruit is gebleken dat geen enkele organisatie tevreden
is met de huidige situatie. De belangrijkste oorzaken van de ontevre
denheid zijn het ontbreken van een bijgewerkte en volledige basis-
kaart en perceelskaart van Jakarta. Deze problemen zijn enerzijds
het gevolg van de enorme jaarlijkse groei van Jakarta en anderzijds
het gevolg van het ontbreken van coördinatie.
In dit rapport wordt een mogelijk ontwerp van een digitaal bestand
van Jakarta gegeven in de vorm van een beschrijving van een
gegevens- en functiemodel.
Om aan de eisen van de gebruikers te voldoen, zal het systeem een
bijgewerkte (maximaal vijf jaar oude) weergave van geheel Jakarta
op een schaal 11000 met een absolute precisie van maximaal 60 cm
moeten kunnen vervaardigen. Volledigheid en actualiteit van de
gegevens hebben daarmee een hogere prioriteit dan een hoge
precisie. Gekozen is voor een decentrale organisatie, waarin iedere
organisatie verantwoordelijk is voor het verzamelen en bijhouden
van zijn basissysteem.
K. I. van Onselen
SPECTRAL ERROR MODELS APPLIED TO THE GEODETIC
BOUNDARY VALUE PROBLEM
(Afstudeerdatum: 24-5-1991)
In deze afstudeerscriptie wordt de foutvoortplanting in het geode
tisch randvoorwaardeprobleem behandeld. Door het oplossen van
(overbepaalde) geodetische randvoorwaardeproblemen met behulp
van een kleinste-kwadratenvereffening is het mogelijk de foutvoort
planting te bestuderen. Voor de gebruikte methode voor het oplos
sen zijn continue waarnemingen nodig en dus ook continue ruis-
functies. In de praktijk beschikken we slechts over een beperkt aan
tal waarnemingen, waardoor een discrete ruisfunctie ontstaat.
Een oplossing hiervoor is om een continue witte ruisfunctie in te voe
ren. In de literatuur wordt een aantal ruismodellen beschreven, die
enerzijds proberen de discrete ruisfunctie te benaderen (Jekeli
Rapp, Sanso) of anderzijds uitgaan van gecorreleerde metingen
(Gauss/Markov, Krarup).
De vergelijking van de verschillende ruismodellen leidt tot de conclu
sie dat, zodra gecorreleerde blokken worden gebruikt, het
Gauss/Markov-ruismodel en het model van Krarup een grotere fout
veroorzaken in de geoïde-hoogte dan het Jekeli/Rapp-ruismodel.
Ook zijn drie verticale, geodetische randvoorwaardeproblemen ver
geleken met de oplossing volgens Stokes. Stokes in combinatie met
verticale gravimetrie geeft een verbetering van het ruisniveau in de
hogere frequenties, maar toevoeging van gravimetrie verbetert niet
de conditionering van het model met betrekking tot een verandering
in de standaardafwijking van de zwaartekrachtsanomaliën. De com
binatie van Stokes met altimetrie verbetert het ruisniveau in de lage
re frequenties van het spectrum. Bovendien verbetert toevoeging
van altimetrie aan Stokes de conditionering van het model.
C. A. Roos
DE AKR-GEGEVENSLEVERING AAN HET GEMEENTEKADASTER
(Afstudeerdatum: 24-5-1991)
In opdracht van de gemeente Rotterdam is een onderzoek uitge
voerd naar de knelpunten in de verwerking van gegevens uit de ge
automatiseerde kadastrale registratie (AKR) van het rijkskadaster bij
de gemeenten. De invoering van de AKR is gebeurd zonder dat alle
266
gemeenten goed daarop waren voorbereid. Vooral de kleinere
gemeenten en de gemeenten die niet actief met automatisering
bezig waren, hadden problemen.
In de gegevenslevering is ook een aantal concrete knelpunten gesig
naleerd. Bij de vorming en omschrijving van deelpercelen wordt een
andere volgorde aangehouden dan de gemeente hanteert. Ook
registreert het rijkskadaster bewust geen successiegegevens vanwe
ge de onbetrouwbaarheid ervan. Het gevolg is, dat bij het overlijden
van éen zakelijk gerechtigde niet is vast te stellen wie de opvolger
is, hetgeen problemen kan geven bij de heffing van de onroerend-
goedbelastingen.
Een belangrijk probleem bij de gegevensverwerking betreft de
schrijfwijze van namen en adressen. Het rijkskadaster is bezig con
sequent over te stappen op de PTT-schrijfwijze, maar de gemeenten
hebben de verplichting de BOCO-norm te hanteren. In de adres
gegevens blijkt nog een foutenpercentage van gemiddeld tien pro
cent te zitten.
R. de Ronde
THE CALIBRATION PROCESS OF DIGITAL CAMERAS
(Afstudeerdatum: 31-5-1991)
Bij de introductie van beeldverwerking in de fotogrammetrie werden
digitale beelden verkregen door het scannen van foto's. Door de uit
vinding van de CCD-chip is een doorbraak ontstaan voor de directe
verkrijging van digitale beelden, omdat een camera kon worden
gemaakt met lichtgevoelige elementen in een vlak en geometrisch
stabiel veld.
Om een hogere precisie te behalen bij metingen is een camera-
kalibratie van groot belang. Op dit gebied is een aantal methoden
bekend, zoals varianten op de laboratorium-kalibratie, zelf-kalibratie
en sterren-kalibratie.
Voor dit onderzoek is een kalibratiemethode gebruikt, die is geba
seerd op zelf-kalibratie. Als testveld is uitgegaan van een driedimen
sionaal testveld, bestaande uit een metalen frame met daarop cirkel
vormige, reflecterende punten. De coördinaten van deze punten zijn
bepaald met een metrische camera.
Tijdens het onderzoek is een methode ontwikkeld om de fotocoördi
naten van de objectpunten te bepalen. Door de cirkels onder een
hoek waar te nemen, krijgen deze een elliptische vorm. Voor het
bepalen van de vijf onbekenden van de ellips (rotatie, beide assen
en beide hoofdpunten) worden twaalf punten op de rand van de ellips
gezocht. Met deze ellipsmethode kunnen fotocoördinaten worden
gemeten met een precisie van ongeveer 0,2 pixelgrootte.
P. M. van Sluijs
ONTWIKKELING VAN EEN DRAAGVLAKMODEL VOOR
BESTAANDE WINKELCONCENTRATIES
(Afstudeerdatum: 31-5-1991)
De invalshoek van het distributie-planologisch onderzoek is veran
derd, enerzijds omdat Nederland qua winkelvoorzieningen nage
noeg „vol" is, en anderzijds omdat de oorspronkelijke, geplande
winkelstructuur ten gevolge van de ontwikkelingen aan de vraagzijde
(consumenten) en de aanbodzijde (winkels) in veel gevallen niet
meer voldoet.
Uitgangspunt van het draagvlakmodel is dat met behulp van enkele
kengetallen eenvoudig en snel een globaal inzicht moet kunnen wor
den verkregen in het functioneren van een winkelconcentratie en/of
specifieke bedrijven binnen de betreffende winkelconcentratie. De
(geraamde) consumptieve bestedingen van de inwoners van een glo
baal omschreven verzorgingsgebied worden hiertoe „geconfron
teerd" met de benodigde (kritische) omzet van het lokale winkelap
paraat.
Het draagvlakmodel blijkt vooral door de snelheid en relatieve een
voud waarmee de kengetallen kunnen worden bepaald, een hoge
mate van toepasbaarheid te bezitten. Wel moet rekening worden
gehouden met enkele complicaties, zoals het „ondoorzichtige" ka
rakter van de non-food-sector, onvolkomenheden in het budgeton
derzoek van het CBS en onjuiste interpretatie van modeluitkomsten.
Daarom is het van groot belang bij de herstructurering van een win
kelconcentratie eerst een duidelijk inzicht te verkrijgen in de speci
fieke problemen.
J. J. ten Siethof
GEGEVENSINWINNING VOOR LEIDINGEN-INFORMATIE
SYSTEMEN
(Afstudeerdatum: 31-5-1991)
De opzet van leidingen-informatiesystemen bij nutsbedrijven is in
Nederland nog maar nauwelijks van de grond gekomen. De grootste
bottle-neck is de arbeidsintensieve conversie van leidingenbeheer-
kaarten. De kosten hiervan bedragen een veelvoud van die van pro
grammatuur en apparatuur.
NGT GEODESIA 92 - 6