De coördinaten van het centrale punt zijn achtereenvol gens in het RD- en Bessel-stelsel X0 155000,000 m Y0 463000,000 m en <J>0 52 09 22,178 (deg min sec) 187762,178 sec. A0 5 23 15,500 (deg min sec) 19395,500 sec. Ten opzichte van uitkomsten verkregen met de strenge formules geven ze verschillen te zien van ruim 20 cm. Deze verschillen zijn voor nauwkeurig landmeetkundig werk te groot. Vandaar dat is getracht de HTW-1956 reek sen te verbeteren. Gezocht werd naar een transformatie die maximaal 0,2 mm zou afwijken van de resultaten van de „exacte berekening". Dit betekent voor de coördinaten <j> en A een nauwkeurigheid van 0,06x10-4 respectievelijk 0,1 x 10~4 sec. De transformatieformules uit de HTW-1956 zijn te ver beteren door: uitbreiding van het aantal termen; bepaling van een groter aantal geldende cijfers voor de coëfficiënten. De HTW-1956 formules bevatten 6 tot 8 termen met machten tot de vierde orde en de coëfficiënten zijn tot op 8 cijfers nauwkeurig bepaald. Voor de bepaling van de nieuwe reeksen is uitgegaan van alle termen met mach ten tot en met de zesde orde; in totaal 28 termen per reeks: A X Y IApqXpY« p.q I BppXpYq P.q *Cpq<pAq p.q I Dpq<j>pAq p.q p,q 0,1,,6 én p q 6 de term van de coëfficiënt met de kleinste absolute waar de verwaarloosd, waarna de overgebleven termen op nieuw werden berekend. Het effect van de verwaarlozing van een term werd be keken door de omzetting naar het andere stelsel daad werkelijk uit te voeren en het resultaat te vergelijken met uitkomsten van de „exacte" formules. Hiervoor is een andere set punten gebruikt dan die waarmee de coëffi ciënten zijn berekend. De eerder gebruikte gridpunten zouden een te mooi beeld schetsen. Gekozen werd voor een set bestaande uit eerste orde punten van het Rijksdriehoeksnet. Deze set bevatte de volgende NL- nummers: 1 t/m 77, 89, 95, 201 t/m 216, 221 t/m 229, 233 t/m 240. De coördinaten van deze punten zijn bekend tot op 0,1 mm. Per iteratiestap werden de resultaten beoordeeld, zijnde de coördinaatverschillen tussen de oorspronkelijke coör dinaten uit de eerste orde set en de getransformeerde coördinaten (X",Y",<j>",A"): - X" - Y" AX X1e AY Y1( 1e orde AA A 1e orPe - A" Deze verschillen zijn terug te vinden in de tabellen 3 en 4. Hier is duidelijk te zien in welke mate het resultaat ver slechtert bij het weglaten van een extra term. transformatie X,Y - Y',X" aantallen termen 7 8 9 10 11 12 Aj. In 10-4sec AA in 10-4sec 13 6,4 0,62 0,14 0,13 0,03 15 2,8 2,2 0,47 0,27 0,04 Tabel 3. X,Y - $",A' Voorts zijn de coëfficiënten nu op 11 geldende cijfers bepaald. De effecten van afrondingen in de berekening zijn dan van sub-millimeter niveau. De coëfficiënten van de hier gepresenteerde reeksen zijn berekend uitgaande van twee puntensets: één met recht hoekige coördinaten X,Y en de ander met ellipsoïdische coördinaten <j>,A. Uit proefberekeningen aan verschillende grids qua maaswijdte en vorm (rond, rechthoek of vorm van Nederland) is gekozen voor een grid met punten in X,Y coördinaten als vermeld in tabel 2 en fig. 1. De <{>,A set is hiervan berekend met behulp van de „exacte" formules. Vervolgens zijn hiermee de onbekende coëfficiënten A,B,C en D berekend met behulp van een kleinste kwa- dratenvereffening. Daar de Bessel-coördinaten <j>,A recht streeks met de „exacte" formules zijn berekend uit de set X,Y coördinaten, kon van de veronderstelling worden uitgegaan dat er geen sprake is van „meetfouten" of puntenvelddeformaties. De vereffening gaf dan ook geen problemen. De keuze van de van belang zijnde termen werd gedaan door middel van een iteratieproces. Hierbij werd telkens NGT GEODESIA 92 - 6 transformatie +,A - X",Y" aantallen termen 7 8 9 10 11 AX in mm AY in mm 0,4 0,4 <0,01 <0,01 <0.01 2,0 3,1 0,6 0,1 <0,01 Tabel 4. - X", Y". Als eindcontrole is er „rondgerekend" van X,Y naar <j>",A" en weer terug naar X" ",Y" met de termen en coëffi ciënten uit bijlage 1. Het verschil tussen eerste orde punten (X,Y) en het tweemaal getransformeerde eind resultaat (X" ",Y" bleek maximaal 0,1 mm te zijn. Dit voldoet ruim aan de gestelde eis. Conclusie Om een goed resultaat op sub-mm-niveau te halen, moet dus een tamelijk groot aantal termen worden gebruikt: ten behoeve van <j> en A zijn beide 12 termen met (X,Y) nodig; ten behoeve van X en Y zijn 9, respectievelijk 10 termen met (<j>,A) nodig. Zie bijlage 1 voor de geselecteerde termen en de waar den van de coëfficiënten. Verder worden daar ook de gebruiksformules van de reeksen gegeven. In bijlage 2 staat een rekenvoorbeeld afgedrukt. Het bleek dat in dit onderzoek dezelfde termen zijn ge selecteerd als destijds in de HTW-1956, zij het dat die met een aantal extra termen zijn uitgebreid (tabel 6). 245 maas- wijdte grens gebied [km] Z-N W-0 aantal punten vorm 25 km 300 - 625 5 - 280 168 rechthoek Tabel 2.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 9