Maquette: vooroefenen en fouten opsporen Op locatie onder staat een groot aantal heipalen, waarvan de af stand en helling nauwkeurig werden berekend. De vorm van de glijbanen werd bepaald door de vier bewegingen die de brug moet maken. Om ervoor te zorgen dat bij de draaiing de beide steunpunten aan de zuidkant en later aan de noordkant over dezelfde schuifas lopen, is het noodzakelijk, voordat zo'n draaiing begint, de opleg- punten zodanig te verplaatsen, dat de afstand van beide punten tot het scharnierpunt gelijk is. Vanuit dit gegeven werden de aslijnen van de glijbanen berekend en vanuit die aslijnen de posities van de heipalen. Het was een spannend moment toen de bekistingsvloer van de zuidelijke schuifbaan gereedkwam, en werd ge controleerd of de koppen van de heipalen wel op de juiste plaats door de bekistingsvloer staken. Nergens werd een grotere afwijking dan 6 cm geconstateerd, ruim binnen de marge. Toen kon ook met het spanmaatprogramma van de Ree Elta de afstand tussen het NO scharnierpunt en de drie punten van de eerste boog worden vastgesteld. De verschillen waren slechts 1 a 2 cm. Om de risico's bij dit unieke en dure karwei tot een mini mum te beperken, bedacht men dat het wel zijn nut zou hebben met een klein model van de brug wat vooroefe ningen te doen. Het trof bijzonder dat de provincie ergens een deskundig en enthousiast medewerker heeft rondlopen, die boven dien nog in staat is eigenhandig zo'n model te bouwen: G. Hol, directievoerend ambtenaar bij dit werk. Het hoeft niet zo mooi, als we er maar wat mee kunnen oefenen, was de opdracht. ,,Maar dat werkt bij mij niet", zei Hol, toen we hem thuis bezochten. De maquette werd in zijn garage gebouwd, de auto moest zolang buiten blijven. „Als ik het doe, doe ik het goed; er zal veel naar worden gekeken, dus moet hij goed en mooi zijn". Hol toont de bouwtekeningen. Door de Meetdienst waren basistekeningen gemaakt van de bestaande en de ont worpen situatie op schaal 1 50. Die transparante teke ningen werden op de bodem gelegd van wat de maquette moest worden. Daarop bouwde Hol de toekomstige situa tie precies na: het weglichaam, de taluds, de kanaal- wanden en de brughoofden. Daar ontdekte hij al een paar onvolkomenheden in de ontwerptekeningen: het fietspad sloot niet goed aan op de brug, er zat een hoogteverschil van 20 cm in. Ook de taluds waren niet goed getekend, ze moeten verlopen van 1 4 naar 1 2, maar op de kaart De modelbrug schuift op zijn plaats (fase 4). was dat anders. Dat betekent dat de berekening van het zandlichaam moet worden bijgesteld. Volgens de kaart loopt hier de kant van de weg, maar die ligt in werkelijk heid een meter verder. Voor het maken van het model van de brug zelf beschikte Hol over een oorspronkelijke bouwtekening uit 1953. Zijn handen en machines deden de rest. Trots tilt hij de hele brug van zijn voetstuk en laat de onderkant zien. Duidelijk is te zien dat het weglichaam van de brug iets hol loopt. De spijlen trekken de bodem omhoog zodat de kracht beter kan worden opgevangen. Voor de spijlen van de brug waren hier fietsspaken gebruikt. Een beetje vinding rijkheid is wel nodig. Als de maquette tenslotte is afgebouwd, blijkt het een prachtig stuk werk te zijn geworden. Niet alleen wordt aangetoond hoe alles in elkaar past, maar ook kan de hele schuifbeweging worden nagebootst. Een druk op de knop is voldoende om de brug op reis te laten gaan. Op 4 april 1992 werd voor de bewoners van Lochem een open dag georganiseerd. Honderden mensen meldden zich aan om op de maquette de schuifoperatie te bewon deren. Te veel om het goed te kunnen zien. Wie het niet goed heeft kunnen zien, kon begin juni terugkomen om te zien hoe het echt ging. Behalve veel reken-, teken- en overlegwerk op kantoor werd ook het terrein ter plaatse regelmatig bezocht. Medio april liep NGT Geodesia een dagje mee met Van Miltenburg. Het werkbezoek begint in de werkkeet van aannemer Reef, vlak naast de brug. Een wand vol tekeningen ge tuigt van de totale aanpak van het werk en illustreert de vorderingen. De vier verschuivingsfasen zijn in kleur op een kaart weergegeven. Uiteraard valt de grote maquette midden in de vergaderzaal het meest op en al spoedig beleven we in het klein het opvijzelen, zwaaien en ver schuiven van de modelbrug. De hele operatie duurt maar zes minuten en dan ligt de brug keurig op zijn nieuwe plek, netjes aangesloten op de nieuwe brughoofden. De werkelijke verschuiving zal meerdere dagen kosten. Van Miltenburg wijst op de maquette waar de zware palen zijn geheid waarop de glijbanen worden aangebracht, en laat even zien hoe ook onder een aanbrug (brugdeel dat de brug zelf verbindt met het weglichaam) zware palen moeten worden geconstrueerd. Hiervoor schuift hij een aanbrug gewoon even met de hand naar achteren. Óp de maquette gaat dat eenvoudig, buiten gaat dat wat moei lijker denk ik. We stappen in de laarzen om de vorderingen buiten te aanschouwen. Het werk vordert goed. We kruipen eerst onder de zuidelijke aanbrug door en bewonderen de zware gestorte betonnen kolossen. Vanaf die plaats tot aan de plaats van het nieuwe bruggenhoofd pronkt een lange rij zware heipalen, ogenschijnlijk schots en scheef door elkaar. Zij markeren tegelijkertijd het tracé van de glijbaan. Dat ze schots en scheef staan, is niet toevallig. Die scheefheid is precies berekend en houdt verband met de krachten die er later op zullen worden uitgeoefend. Betonwerkers en constructeurs van aannemer Reef zijn overal bezig met voor de leek onduidelijke handelingen. Bovenop de glijbaan bestudeert een medewerker zo ge concentreerd zijn werktekening, dat hij onze aanwezig heid niet eens opmerkt. Zijn collega wel: kan hier even de nieuwe as worden uitgezet, vroeg hij Van Miltenburg. Dat kon worden geregeld, want de meetploeg was net in de buurt. Vanaf een verklikt vast punt wordt de gevraagde as 300 NGT GEODESIA 92 - 7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 16