In memoriam ir. H. L. Rogge krijgen, zonder dat degene die de meting verrichtte dat merkte. Daarom heeft de VVV in Holten professionele krachten gevonden om de meting uit te voeren: Gerrit Markvoort van het Kadaster en wiskundeleraar Arjan Hakkert. Volgens hen kwam de meting vroeger erg on professioneel over, hoewel deze tamelijk nauwkeurig werd uitgevoerd. Per slot van rekening konden enkele centimeters het verschil uitmaken tussen wel of geen prijs. De meting wordt nu met een tachymeter uitgevoerd en bij controle blijkt dat er nooit een grotere afwijking is ge constateerd dan een halve centimeter. Dit heeft tot ge volg dat de uitslag niet meer wordt betwist en dat nog meer buurtschappen aan de wedstrijd willen meedoen. (Uit: Dagblad Tubantia, 17 april 1992) m ADRESWIJZIGING EUROSENSE Met ingang van half mei 1992 is het EUROSENSE postadres van Eurosense BV te Breda gewijzigd in: Postbus 4923, 4803 EX Breda. Het bezoekadres blijft ongewijzigd: Mathenesse- straat 43 te Breda. Inlichtingen: F. A. Hagman, telefoon 076-658850. CURSUS WAARNEMINGSREKENING Bij voldoende belangstelling zal door ir. E. F. Meerdink weer een cursus waarnemingsrekening worden gegeven in het cursuscentrum van de Hogeschool Utrecht op maandagavond van 18.30 tot ongeveer 21.45 uur in het gebouw van PTO-Utrecht, Tiberdreef 8, Utrecht (naast het NS-station Utrecht-Overvecht). Deel 1 van de cursus start op 14 september 1992 en deel 2 op 21 september 1992. De cursus wordt afgesloten met een examen. De cursus omvat ongeveer twintig avonden en de prijs is f 1500,per cursusdeel, inclusief examen geld en cursusmateriaal. Inlichtingen en inschrijving: PTO-U, Tiberdreef 8, 3561 GG Utrecht, telefoon 030 - 660254, telefax 030 - 628418. OPERATIONALISATIE VAN REMOTE SENSING Call for papers Het ITC te Enschede, de Begeleidingscommissie Remote Sensing (BCRS) te Delft en de Remote Sensing Society (UK) zullen van 19 tot 23 april 1993 een internationaal symposium organiseren over de „Operationalisatie van Remote Sensing". Diverse overheidsinstellingen hebben gedurende vele jaren grote bedragen geïnvesteerd in het remote sensing- onderzoek en de ontwikkeling daarvan. De uitdaging voor de RS-gemeenschap is nu hoe deze onderzoeksresulta ten kunnen worden omgezet in praktische, effectieve en operationele toepassingen. Zij vragen lezers van NGT Geodesia, werkzaam bij RS-organisaties zoals onder zoekinstituten, adviesbureaus, commerciële bedrijven, bijdragen te leveren voor deze conferentie. Inlichtingen: ITC, prof. J. L. van Genderen, telefoon 053 - 874254. Op 22 maart 1992 overleed op een van de laatste dagen van zijn vakantieverblijf op Madeira ir. Herman Lijnst Rogge op de leeftijd van 77 jaar. Hoewel het zijn naaste omgeving bekend was dat zijn gezondheidstoestand de laatste tijd te wensen overliet, kwam het bericht van zijn overlijden toch volkomen onverwacht en voor degenen die hem van nabij kenden, als een harde slag. Herman Rogge studeerde in 1942 af als civiel landmeter aan de Technische Hogeschool Delft en trad kort daarna in dienst bij het Kadaster. Na de Tweede Wereldoorlog vertrok hij, in dienst van het Kadaster, naar het toenmalige Nederlands-lndië met als standplaats Bandoeng, in de laatste jaren aldaar was hij werk zaam in de bibliotheek van de Technische Hogeschool te Ban doeng. Gedurende zijn verblijf in wat inmiddels Indonesië was gaan heten, leerde hij ook zijn toekomstige echtgenote Bep kennen. Na terugkeer in Nederland in 1953 zette hij zijn loopbaan voort bij aanvankelijk de bibliotheek van de Technische Hogeschool Delft en vervolgens van 1954 tot 1970 bij het Kadaster te Eindhoven. In laatstgenoemd jaar aanvaardde hij de functie van hoofd biblio theek van het ITC te Delft, waarvan thans de volledige naam luidt International Institute for Aerospace Survey and Earth Sciences (ITC), en dat in 1971 naar Enschede verhuisde. Inmiddels had hij in 1961 zijn ir.-graad behaald. Zijn belangstel ling voor bibliotheek en documentaire informatie kwam, behalve door zijn werkzaamheden in de bibliotheken van de Technische Hogescholen te Bandoeng en Delft, tevens tot uiting door publi- katies op dit gebied en dan met name verband houdend met de landmeetkunde. Befaamd zijn de meerjarenregisters Landmeet kundige Literatuur in Nederland, welke hij met groot enthou siasme samenstelde en welke in een grote behoefte voorzagen. Gezien zijn achtergrond van opleiding en ervaring leek hem de functie van hoofd bibliotheek bij het ITC dan ook op het lijf ge schreven. Gedurende zijn diensttijd bij het ITC heb ik het voorrecht en ge noegen mogen hebben om van 1973 tot 1979, het jaar van zijn pensionering, binnen het gebeuren van de ITC-bibliotheek met hem te mogen samenwerken. Daarbij heb ik hem leren kennen als een beminnelijk en hulpvaardig collega, steeds bereid om ande- ren met raad en daad bij te staan. In het sociale vlak toon de hij, samen met echtgenote Bep, warme belangstelling voor de medemens, niet in het minst voor zijn collega's als mens. Onwillekeuring gaan de ge dachten ook terug naar de tijd dat hij zijn vele bijdragen le verde aan het personeelsor gaan van het ITC, bijdragen over alle mogelijke onderwer pen populair wetenschap pelijk, algemeen wetenswaar dig of zomaar verhalend. Welk onderwerp hij ook koos, hij wist zijn epistel steeds met een passend „Trijntje Fop" te besluiten; hiermee wordt bedoeld een gedicht van Trijntje Fop (pseudoniem voor dichter en schrijver Kees Stip), gedichten welke als kenmerk hebben dat ze zich alle afspelen in de dierenwereld, met opmerkelijke, humoristische zinspelingen. Ook de lezers van NGT Geodesia hebben hem leren kennen als publicist van menig interessant artikel, met name in de periode 1980 tot en met 1982, toen hij deel uitmaakte van de redactie van dit tijdschrift. Hij schuwde niet zich ook te bewegen op het randge bied van de landmeetkunde en wist door zijn eenvoudig en helder gebruik van de Nederlandse taal velen te boeien. Na zijn pensionering vervulde hij op vrijwillige basis nog enkele taken voor het ITC en konden de contacten in de koffiepauzes in stand worden gehouden. Op 2 april hebben wij onder overweldigende belangstelling in het crematorium te Usselo afscheid van hem genomen. Het is moeilijk voor te stellen dat zijn, inmiddels toch wel spaarzamer geworden, bezoekjes aan het ITC, waarbij hij nog graag even een praatje met oud-collega's maakte, voorgoed ten einde zijn. De herinnering die hij achterlaat, is echter onuitwisbaar. J. H. ten Haken 312 NGT GEODESIA 92 - 7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 28