De vertegenwoordiger van de uitgeverij memoreerde de opdrachten
van GS van Friesland om voor 1800 al kaarten te maken van de
grietenijen. Commissaris Wiegel daarop over de maker Schotanus:
Iemand die zich in zijn leven volledig heeft gestort op landmetin
gen, waarbij zijn wiskundige kennis hem goed te stade kwam". Hij
voegde er helaas ook aan toe dat deze vakbroeder een financieel
wanbeleid voerde, waarvoor de provincie niet wilde opdraaien.
De Grote Historische Provincie Atlas van Friesland telt 168 pagina's
en kost f 99,75. (Wiegel: ,,De uitgeverij kennende zat men zelf wel
voor een marge hebben gezorgd".)
De Grote Historische Atlassen en hun presentaties op niveau zorgen
op hun manier voor promotie van geodesie en kartografie. Het werk
van onbekende nettekenaars en uiteindelijk ook van veel onbekende
kadastermensen wordt 150 jaar later wijd verspreid. De militaire ver
kenners staan zelfs met name genoemd in de atlassen. Een enorme
hoeveelheid geo-informatie uit de vorige eeuw wordt door deze uit
gave voor het publiek toegankelijk gemaakt. Lezers van dit tijdschrift
uit althans enkele provincies weten weer een verjaardagsgeschenk!
Adri den Boer
VVI-STUDIEMIDDAG
DAT ZOMAAR?"
.PRIVATISEREN, GAAT
Donderdag 21 mei 1992 hield de Vereniging Voor
Vastgoedinformatie (VVI) aansluitend aan haar
jaarvergadering een studiemiddag in „De Ree
horst" te Ede. Zestig deelnemers luisterden naar vier voordrachten
overPrivatiseren, gaat dat zomaar?".
Management-consultant ir. A. Elsenaar van Digital Equipment BV
gaf ooit de suggestie voor de studiemiddag en was dus voorzitter. Hij
betitelde het voor de zaal beperkte aantal aanwezigen als een
„select gezelschap".
Drs. A. H. J. B. Schotgerrits van Klynveld Management Consul
tants sprak over privatiseringsacties en marktverhoudingen. Hij sig
naleerde trends als „grensvervaging van produkt naar service" en
de ontwikkeling van project-, via matrix- naar netwerkorganisaties.
De rijksoverheid bestaat volgens hem voor 70% uit overheidsbedrij
ven, waarvoor een concurrentiemechanisme nodig is.Privatiseren
is meer doen met minder mensen" en decentraliseren bezui
nigen", zo wist hij ook.
De tweede spreker was G. R. J. van Wesel van de Directie Inter-
bestuurlijke Betrekkingen en Informatievoorziening van het Ministe
rie van Binnenlandse zaken. Hij leidde in over Privatisering en
andere verzelfstandigingen bij de Rijksdienst". Deze Haagse ambte
naar vond in tegenstelling tot de eerste spreker verzelfstandigen wat
anders dan privatiseren. Dat laatste containerbegrip was een cor
recte term toen er nog slechts versterking van de marktsector aan de
orde was. Het gaat echter dezer dagen lang niet altijd over beslis
singen over „wel of geen overheidstaak", maar ook over zaken die
ondubbelzinnig (rijks)overheidstaken zijn, maar die toch op afstand
van de departementen worden gezet. Bij Binnenlandse Zaken
spreekt men het liefst over „functioneel bestuur".
Hij illustreerde aan de hand van de NV SDU (v.m. Staatsdrukkerij),
de NV RCC (v.m. Rijkscomputercentrum) en de NV PTT (v.m. Staats
bedrijf der PTT) dat het overigens ook bij privatiseren niet gaat om
het overdragen van de eigendom aan anderen dan de staat. Er moet
een commerciële bedrijfsvoering mogelijk worden gemaakt door het
ontsnappen aan de dictatuur van de Comptabiliteitswet.
Toespitsend op de actuele verzelfstandiging van het Kadaster zag
Van Wesel de registratiefunctie daarvan als een overheidstaak. Hij
vond deze taak echter niet politiek gevoelig „a/s het gaat om de
vraag hoe het nu allemaal wordt georganiseerd: de minister behoeft
geenszins politiek verantwoordelijk te worden gehouden voor elke
handeling". Eventueel decentraliseren naar andere overheden wees
deze rijksambtenaar af. ,,Er is ten aanzien van de registratie van de
privaatrechtelijke rechtstoestand van registerzaken geen ruimte voor
lokale invulling van de taakvervulling integendeel zelfs", zo stelde
hij (en ik vroeg me af hoe dat zit met de bevolkingsadministratie).
Ir. J. Erkelens van B S/Grontmij Geogroep sprak over een gereali
seerde privatisering onder de titel Landmeetkundig werk van RIJP
naar Grontmij". Aan het eind van de jaren tachtig werd duidelijk dat
de projectorganisatie Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP)
ten einde liep. Voor delen van de dienst is een oplossing gevonden
in privatisering. De dienst zelf verdween in 1989 in de Directie Flevo
land van de Rijkswaterstaat. De nog resterende dertig medewerkers
van de afdeling Landmeetkundig Werk gingen vervolgens per 1 juli
1989 over naar de Grontmij met een werkgarantie voor vier jaar en
bleven fysiek op hun plaats! Het klantgericht denken zag Erkelens
als de meest ingrijpende verandering voor de ex-ambtenaren. In
middels zijn er ook opdrachten buiten de werkgarantie. Als een in
Lelystad blijvend onderdeel van de recente Geogroep weer een
verandering! heeft men een groter marktgebied dan alleen Flevo
land. Erkelens deed zijn best om het misverstand uit de wereld te
helpen, dat met de privatisering de befaamde „polderkartografie"
met eigen signatuurgebruik en kleurstelling zou zijn verdwenen. Ook
op dat gebied krijgt men juist nieuwe opdrachtgevers.
De ervaringen van de Grontmij als B6-partner bij de privatisering van
het Kadaster liet de spreker rusten.
Laatste spreker was W. C. M. van den Thillart, directeur Onder
nemingsbeleid en projectleider Verzelfstandiging van de hoofd
directie van het Kadaster, naar zijn zeggen ,,een mode/bedrijf om te
verzelfstandigen". Afgezien van het regeerakkoord zag hij als motie
ven doelmatigheidsverhoging, kostendekkendheid en scheiding van
beleidsondersteunende en uitvoerende taken. Het ondernemings
plan KOP geeft aan hoe men denkt te komen tot een financieel/
organisatorisch gezond Kadaster. Door ontstaffing, afslanking en
herinrichting kan men nog 550 formatieplaatsen missen. In het werk
zal men dan geen achterstanden meer toelaten! Provinciale vestigin
gen krijgen als Resultaatverantwoordelijke Eenheden (RVE's) meer
bevoegdheden. De GBKN devalueert van een doel naar een be
drijfsmiddel (geen core-business).
1 januari 1995 is de streefdatum voor'het verzelfstandigd Kadaster
en als het aan de enthousiaste spreker ligt, wordt dat niet later! Het
zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) krijgt de organisatievorm van een
NV met raden van bestuur en toezicht.
Tot slot kan ik het niet laten een anecdote door te geven. Van den
Thillart had een dia met de spelfout „bedrijsvoering". Een reactie uit
de zaal: „De f is vergeten, dat is het geld.
Alles overziend is de VVI erin geslaagd in een bijeenkomst van maar
drie uur bij te dragen aan beeldvorming rond de fenomenen priva
tisering en verzelfstandiging en wat dat betekent op de markt van de
vastgoedinformatie.
Adri den Boer
THEMADAG AUTOMATISERING 1991
Op 3 december 1991 werd in de Aula van de Technische Universiteit
Delft de jaarlijkse themadag van de Werkgroep Automatisering in de
Kartografie gehouden. Ditmaal werd het onderwerp Presentatie
technieken belicht. Middels een aantal lezingen en een kleine expo
sitie werd getracht een inzicht te geven in de huidige hard-copy uit-
voermogelijkheden en de daaraan gerelateerde problemen. De inte
resse voor dit thema is groot te noemen: ongeveer 150 personen
namen deel aan de dag.
Het ochtendprogramma had tot doel de technische aspecten van de
verschillende uitvoertechnieken te belichten. Daarbij was het onder
werp uitgesplitst naar toepassingsgebied: GIS, publishing en remote
sensing. De heer De Maeyer (Pre-Group „De Schutter") startte het
lezingenprogramma met een voordracht over de uitvoermogelijk-
heden voor kaarten van groot formaat. De nadruk lag daarbij op
raster-uitvoersystemen. Daarna werden door de heer Koop (Vak
groep Kartografie, RUU) de uitvoermogelijkheden voor kleine forma
ten belicht, welke men in een publishing omgeving ter beschikking
kan hebben.
De pauze gaf de deelnemers de gelegenheid kennis te nemen van
de kleine expositie. Hier werden fraaie voorbeelden getoond van
kaarten die direct door een plotter/printer op papier zijn afgedrukt.
Het programma vervolgde met een lezing door de heer Steenmans
(Eurosense) over uitvoermogelijkheden van remote sensingbeelden.
Boeiend waren daarbij de vele praktijkvoorbeelden.
Het ochtendprogramma werd afgesloten door de heer Kuiper
(CANON). Hij ging uitvoerig in op de technische aspecten van de
huidige generatie printers/copiers. Zeer verhelderend werkte de ge
toonde video over de ontwikkeling van de bubblejet technologie.
In het middagprogramma lag het accent op de praktische ervaringen
en/of problemen van organisaties met de eerder besproken uitvoer
mogelijkheden. De heer De Jonge (Staring Centrum) hield een voor
dracht over het gebruik van een elektrostatische plotter binnen een
kaartproduktieproces, met daarbij aandacht voor zowel de techni
sche als financiële kanten. De tweede spreker in de middag, de heer
Bakker (Topografische Dienst), deed verslag van het binnen de
Dienst verwerken van kaarten op groot formaat. Het uitbesteden van
de uitvoer stond centraal in het verhaal van de heer Padding (RIVM).
Tevens werd de produktielijn voor kaarten ten behoeve van milieu
rapportages toegelicht. De dag werd afgesloten met een bijdrage
316
NGT GEODESIA 92 - 7/8